5.1 Een stroomkring maken

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Mobiel uit en in de tas
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent 
       (let op teken docent/ BAM!)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Mobiel uit en in de tas
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent 
       (let op teken docent/ BAM!)

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 
  2. Uitleg paragraaf 5.1 
  3. Zelfstandig werken  
   4. Afsluiting/Vragen 5.1

Slide 4 - Tekstslide

5.1 Een stroomkring maken
Lesdoelen:
Aangeven wat er nodig is voor een stroomrking.
Wat geleiders en isolatoren zijn.
Een ampèremeter juist aflezen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

Slide 6 - Tekstslide

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 7 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

De stroomsterkte meten

Slide 11 - Tekstslide

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter.

Tips aansluiten:
* grootste bereik eerst
* Plus spanningsbron op plus ampèremeter.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zelfdestandig werken
H5.1 Een stroomkring maken blz.134 & 135 doorlezen.
Maak opgaven 1 t/m 7 op p 136 moet deze les af zijn. 
Klaar? 
Huiswerk: opgaven 8 t/m 10 op p 1 38 maken voor volgende week.

Slide 16 - Tekstslide

Belang lesdoel
Je practicum stroom meten goed uitvoeren.
Weten wanneer je schokken kan krijgen.
Deze onderwerpen kun je bij de toets verwachten.

Slide 17 - Tekstslide

Controle vragen
1 Teken de opstelling om te bepalen of een stof stroom geleid.

Slide 18 - Tekstslide

Controle vragen
2 a Noem vier geleiders.
2b Noem vier isolatoren.

Slide 19 - Tekstslide

Controle vragen
3 Teken de opstelling om de stroomsterkte door een lampje te meten. De symbolen worden op het bord getekend.

Slide 20 - Tekstslide

4 Lees de ampèremeter af

Slide 21 - Tekstslide

5 Controle vragen
Neem over en reken om:

0,2 mA = .........A
30 A =..........mA
562 mA =.....A

Slide 22 - Tekstslide

1 Bij de ampèremeter begin je met het grootste bereik.
2 De plus v.d. voeding moet op de min v.d. ampèremeter
A
1 en 2 juist
B
1 juist
C
2 juist
D
geen juist

Slide 23 - Quizvraag

Als je plast tegen schrikdraad;
1 krijg je krijg je een gesloten stroomkring.
2 doe je dit daarna (gewoonlijk) nooit meer.
A
1 en 2 juist
B
1 juist
C
2 juist
D
allebei fout

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video