Werkwoorden -re

Bonjour
Les buts de ce cours:
  • Grammaire: les verbes -re

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour
Les buts de ce cours:
  • Grammaire: les verbes -re

Slide 1 - Tekstslide

Verbe régulier 
-re
répondre (antwoorden)
rendre (teruggeven)
entendre (horen)
perdre (verliezen)
vendre (verkopen)
attendre (wachten)

Slide 2 - Tekstslide

Présent
werkwoord - er (chanter)

Je chante
tu  chantes
il/elle achante
nous  chantons
vous chantez
ils/elles  chantent
Présent
werkwoord -re (répondre)

Je réponds
tu  réponds
il/elle répond
nous répondons
vous  répondez
ils/elles  répondent

Slide 3 - Tekstslide

passé composé
werkwoord - er (chanter)

J'ai chanté
tu as chanté
il/elle a chanté
nous avons chanté
vous avez chanté
ils/elles ont chanté
passé composé
werkwoord -re (répondre)

J'ai répondu
tu as répondu
il/elle a répondu
nous avons répondu
vous avez répondu
ils/elles ont répondu

Slide 4 - Tekstslide

jij verkoopt (vendre)
A
tu vends
B
tu vendre
C
il vend
D
tu as vendu

Slide 5 - Quizvraag

wij wachten (attendre)
A
vous attendez
B
nous attendons
C
nous attendions
D
ils attendent

Slide 6 - Quizvraag

hij antwoordt
A
il répond
B
vous répondez
C
il réponds
D
ils répondent

Slide 7 - Quizvraag

vertaal: zij horen (entendre)

Slide 8 - Open vraag

De passé composé

werkwoorden:
- ER --> é  (j'ai écouté)
- IR -->    (j'ai fini)

- RE --> u
De passé composé
(perdre) Il a perdu= hij heeft verloren


Let op! Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -re eindigt dus op -u
attendu - entendu - rendu

Slide 9 - Tekstslide

ik heb gewacht (attendre)
A
je suis attendu
B
j'ai attendu
C
tu as attendu
D
j'ai attendre

Slide 10 - Quizvraag

wij hebben verloren (perdre)
A
vous avez perdu
B
ils ont perdu
C
nous avons perdu
D
nous sommes perdu

Slide 11 - Quizvraag

hij heeft geantwoord (répondre)

Slide 12 - Open vraag

au travail!
Fait les exercices: 
29, 30 (m.u.v D) & 31
(10 minuten)

klaar? Leer de woordjes van
bron A, B, E & F

Slide 13 - Tekstslide

Devoirs
Exercices: 29, 30 & 31
Leer de woordjes van bron A,B,E & F

Slide 14 - Tekstslide