Afrondingsles Kunstoffen en Polymeren

Hoe sta ik er nu voor
A
Ik heb de stof af en ben helemaal klaar
B
Ik heb de stof grotendeels af maar er zijn nog wat onderdelen die ik niet snap
C
Ik heb de stof niet af en ik begrijp een groot gedeelte nog niet
D
Ik moet nog bijna alles afronden
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoe sta ik er nu voor
A
Ik heb de stof af en ben helemaal klaar
B
Ik heb de stof grotendeels af maar er zijn nog wat onderdelen die ik niet snap
C
Ik heb de stof niet af en ik begrijp een groot gedeelte nog niet
D
Ik moet nog bijna alles afronden

Slide 1 - Quizvraag

Lesplanning
1.  Algemene start + voorkennis check 
2. Werken
3. Pauze (10min)
4.Werken + verantwoording afleggen
5. Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Indeling van deze werkles
  • Groep A: Gaat werken aan oefenopdrachten (als afsluiting)
  • Groep B: Je maakt een overzicht van de onderwerpen die je nog niet geheell snapt en gaat oefenen / vragen stellen
  • Groep C: Maak voor jezelf een planning hoe je de stof gaat verwerken en welke uitleg er nodig is
  • Groep D: Je gaat onmiddelijk aan de slag mbv het lesmateriaal, maak gebruik van de extra les scheikunde en het vragenuurtje om nog vragen te stellen

Slide 3 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord
Polypropeen wordt onder andere gebruikt voor de fabricage van tapijten vanwege de grote slijtvastheid en het geringe statische effect.

Welke grondstof wordt gebruikt voor het maken van polypropeen?
A
polypropaan
B
propaan
C
propyn
D
propeen

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
Hiernaast zie je de afbeelding van een stukje polymeer.

Wat is de systematische naam van het monomeer waaruit dit polymeer is opgebouwd?
A
butaan
B
but-2-een
C
but-1-een
D
etheen

Slide 5 - Quizvraag

Onder bepaalde omstandigheden heeft het polymeer dat je hiernaast ziet afgebeeld een gemiddelde molecuulmassa van 2 500 000 u.

Uit hoeveel monomeermoleculen is een dergelijk polymeer opgebouwd?
A
4,5104
B
7,8103
C
9,0103
D
1,6104

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
Hiernaast zie je de structuurformule van een stof die voorkomt in het sap van de rubberboom.

Wat is de naam van dit monomeer?
A
2-methyl-buta-1,3-een
B
3-methyl-buta-1,3-dieen
C
3-methyl-1,3-buteen
D
2-methyl-buta-1,3-dieen

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
Welk van de structuren geeft een stukje polypropeen weer?
A
Linksboven
B
Rechtsboven
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 8 - Quizvraag

Juist of onjuist?Bij de productie van speelgoed worden korrels kunststof in een spuitgietmachine verwarmd. De zacht geworden kunststof wordt in een vorm geperst en afgekoeld.
Uitspraak: De kunststof die men gebruikt is een thermoharder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Bij de productie van speelgoed worden korrels kunststof in een spuitgietmachine verwarmd. De zacht geworden kunststof wordt in een vorm geperst en afgekoeld.
Uitspraak: De kunststof die men gebruikt is een thermoharder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Bekijk de afbeelding en geef aan of de bewering juist of onjuist is:
Het monomeer van dit polymeer is etheen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Bekijk de afbeelding en geef aan of de bewering juist of onjuist is:
Dit polymeer is een thermoplast.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Informatie
Er zijn verschillende methoden om een voorwerp te maken van een synthetisch polymeer. Twee van deze methoden worden hier beschreven. 
Methode 1: Het polymeer wordt eerst in korrelvorm gemaakt. Daarna wordt het polymeer vloeibaar gemaakt. Hierna wordt het voorwerp gemaakt door het vloeibare polymeer in een mal te spuiten. 

Methode 2: Het mengsel van monomeren wordt in een mal gebracht, waarna de polymerisatie op gang gebracht wordt. Na afloop van de reactie is het voorwerp in de mal ontstaan.

Slide 13 - Tekstslide

Juist of onjuist?

Methode 1 is geschikt om een voorwerp van polymeer A (afbeelding) te maken.
Info
Er zijn verschillende methoden om een voorwerp te maken van een synthetisch polymeer. Twee van deze methoden worden hier beschreven. 
Methode 1: Het polymeer wordt eerst in korrelvorm gemaakt. Daarna wordt het polymeer vloeibaar gemaakt. Hierna wordt het voorwerp gemaakt door het vloeibare polymeer in een mal te spuiten. 

Methode 2: Het mengsel van monomeren wordt in een mal gebracht, waarna de polymerisatie op gang gebracht wordt. Na afloop van de reactie is het voorwerp in de mal ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Methode 2 is geschikt om een voorwerp van polymeer A (afbeelding) te maken.
Info
Er zijn verschillende methoden om een voorwerp te maken van een synthetisch polymeer. Twee van deze methoden worden hier beschreven. 
Methode 1: Het polymeer wordt eerst in korrelvorm gemaakt. Daarna wordt het polymeer vloeibaar gemaakt. Hierna wordt het voorwerp gemaakt door het vloeibare polymeer in een mal te spuiten. 

Methode 2: Het mengsel van monomeren wordt in een mal gebracht, waarna de polymerisatie op gang gebracht wordt. Na afloop van de reactie is het voorwerp in de mal ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
In 1839 ontdekte de Amerikaan Charles Goodyear bij toeval een methode om de eigenschappen van latex (natuurrubber) sterk te verbeteren. Deze methode wordt vulkanisatie genoemd. Daarbij wordt latex verhit.

Welke stof moet daarbij aanwezig zijn?
A
Koolstof
B
Waterstof
C
Zuurstof
D
Zwavel

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord
Welke eigenschap heeft het materiaal na de vulkanisatie van latex?
A
Bros
B
Elastisch
C
Plastisch
D
Statisch

Slide 17 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Een stof die de polymerisatie op gang helpt noemt men een indicator.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
De polymerisatie van chlooretheen is een additiepolymerisatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Bij een additiereactie neemt de molmassa van het polymeer langzaam toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
Bij een additiereactie is een dubbele O=O binding nodig in het molecuul van het monomeer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Indeling van deze werkles
  • Groep A: Gaat werken aan oefenopdrachten (als afsluiting)
  • Groep B: Je maakt een overzicht van de onderwerpen die je nog niet geheell snapt en gaat oefenen / vragen stellen
  • Groep C: Maak voor jezelf een planning hoe je de stof gaat verwerken en welke uitleg er nodig is
  • Groep D: Je gaat onmiddelijk aan de slag mbv het lesmateriaal, maak gebruik van de extra les scheikunde en het vragenuurtje om nog vragen te stellen

Slide 22 - Tekstslide

Werken aan je eigen plan
Hulp: Nick is beschikbaar om vragen te beantwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
10min

Slide 24 - Tekstslide

Werken aan je eigen plan

Slide 25 - Tekstslide

Welke vragen zijn er nog die vandaag niet behandeld zijn?

Slide 26 - Open vraag