Mindset

Mindset & Overtuigingen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mindset & Overtuigingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: iedereen kan wiskunde leren
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: iedereen heeft een talenknobbel
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: Iedereen kan leren zingen.
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: ik ben slecht als ik slechte cijfers haal.
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
mijn resultaten laten zien wie ik ben
B
ik ben meer dan mijn resultaten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
Ik doe mijn best op school om mijn ouders niet teleur te stellen.
B
Ik doe mijn best op school om mezelf zo goed mogelijk verder te ontwikkelen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
als het moeilijk wordt geef ik op.
B
ik geef niet zomaar op.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: door mijn aanleg ben ik beperkt in wat ik kan leren.
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling: Als je het echt wilt, 
kan je dat altijd bereiken.
A
Ik vind dat deze stelling klopt
B
Ik vind niet dat deze stelling klopt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
ik raak jaloers op het succes van anderen
B
ik leer van het succes van anderen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
hoeveel talent je hebt kun je niet veranderen
B
hoeveel talent je hebt ligt niet vast

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
feedback helpt mij nooit
B
ik kan leren van alle feedback

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
mijn intelligentie staat vast
B
mijn intelligentie kan ik ontwikkelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
succes is mezelf bewijzen
B
succes is mezelf blijven ontwikkelen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
uitdagingen zijn niets voor mij
B
uitdagingen zijn van harte welkom

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke uitspraak past meer bij jou?
A
inspanning is voor hen die geen talent hebben
B
inspanning maakt mij beter in wat ik doe

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mindset
Je krijgt 2 minuten de tijd om op internet op te zoeken wat bedoeld wordt met mindset. 
Daarna komen we met elkaar tot een gezamenlijke definitie van het woord mindset.  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mindset
timer
2:00

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groei mindset
Fixed mindset
klik op de afbeelding en lees mee
uit het fimpje

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fixed mindset
Groei mindset
Niemand doet iets voor mij.
Zo ben ik nu eenmaal, ik kan er niets aan veranderen.
Ik ga veranderen, stap voor stap.
Morgen gaat het een stuk beter.
Iedereen kan wiskunde leren.
Iedereen heeft een talenknobbel.
Wat je in je leven kunt, staat vanaf je geboorte al vast.
Als je het echt wilt, kun je altijd beter in iets worden. 
Ik kan het niet.
Dat is niet mijn schuld. 
Iedereen maakt fouten.
Ik kan het nog niet.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fixed mindset
Spreekwoorden opdracht
Groei mindset
Iets in de wind slaan
De kop in het zand steken 
Driemaal is scheepsrecht
Aan de weg timmeren
Waar een wil is is een weg
De koek is op
Door de zure appel heenbijten
Oefening baart kunst
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.
Wie eens steelt is altijd een dief
Als winnaar uit de bus komen
Al doende leert men

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigingen
Je maakt jezelf een hoop wijs in de manier waarop je gelooft in je eigen gedachten en overtuigingen, positief (helpend) en negatief (belemmerend). 

Je hebt een mening over wie je denkt te zijn, hoe je denkt over te komen op anderen, hoe je het op school denkt te doen, etc. Al die overtuigingen heb je in de loop der jaren opgebouwd. ‘Ik kan echt niet rekenen, ik ben populair, ik kan niet presenteren, ik kan goed zingen...’ 

Maar zijn die beweringen wel waar? En welke invloed hebben deze overtuigingen op jouw houding, gedrag en keuzes? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke overtuigingen heb jij over jezelf? Bijvoorbeeld over je schoolprestaties, je gezondheid, geld, je gezin of een ander onderwerp.  Noem er minimaal 5.

Slide 27 - Open vraag

Voorbeelden die je kunt geven aan de leerlingen:

BELEMMERENDE OVERTUIGINGEN
De hele wereld is tegen mij.
Ik ben niet goed genoeg.
ik ben niet zo'n spreker in de groep
ik ben erg onhandig
ik ben erg verlegen
iedereen is tegen mij
ik ben niet zo slim
niemand kijkt naar mij om
ik ben lelijk of ik zie er niet uit
anderen laten mij in de steek
risico’s lopen durf ik niet goed
ik ben niet interessant genoeg voor anderen
verplichtingen ga ik niet gauw aan
over gevoelens praten vinden wij van huis uit moeilijk
Ik moet het met hard werken verdienen
wij zijn van huis uit allemaal introvert
iedereen moet mij aardig vinden.
Ik mag geen fouten maken.
Alles moet precies gaan zoals ik wil
Alle ellende wordt veroorzaakt door factoren buiten mij.
Ik ben zoals ik ben en dat zal altijd zo blijven.
och, dit is typisch weer iets voor mij
ik zal nooit wennen in deze klas 


HELPENDE OVERTUIGINGEN:
.... (jouw keuze) vak ging mij altijd al goed af op school.
ik had als eerste mijn zwemdiploma
ik speel al piano vanaf mijn vierde
ik kan gemakkelijk leren
ik red me snel in verschillende situaties
als ik iets niet weet, vraag ik wel: ik stap gemakkelijk op anderen af
ik ben erg handig
ik begrijp dingen snel
ik leg gemakkelijk contacten
ik weet dat ik er wel aantrekkelijk uit zie
risico’s ervaar is als een uitdaging
ik weet snel vrienden te maken
ik ben besluitvaardig
ik weet dat je het leven aardig kan bijsturen
kansen krijg je niet: kansen pak je
ik laat het snel over me heen komen en zie wel hoe ’t verder gaat
ik ga uit van mijn eigen kracht
wat ik niet kan, leer ik wel