Taal les 2

Les 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Voorzetsel
Voegwoord
Meervoud
Gezegde en onderwerp
Zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetsels oefenen

Slide 3 - Tekstslide

De politie kwam de misdadigers ..... het spoor.

Slide 4 - Open vraag

Er waren ook nog anderen ... die zaak betrokken.

Slide 5 - Open vraag

De oude man leed ... een ernstige kwaal.

Slide 6 - Open vraag

Voegwoorden oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Na een uur mochten we naar buiten, ... toen was het droog.

Slide 8 - Open vraag

Toen ik dat hoorde dacht ik, ... ze me wat op de mouw wilden spelden.

Slide 9 - Open vraag

Taal
Bijvoeglijk Gebruikt Voltooid Deelwoord

Voltooid deelwoord

Persoonsvorm en pmderwerp

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het is al gebeurd.

Ik heb/ het is  ......

Altijd een hulpwerkwoord hebben of zijn

Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf een voorbeeld met: Ik heb/ Ik ben /Het is .......

Slide 12 - Woordweb

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Het is een vorm van het voltooid deelwoord.
--> Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

Je krijgt het B.G.V.D. door een 'e' achter het voltooid deelwoord te zetten. Vervolgens kijk je of de spelling klopt. 
Het is vergroot +e = vergroote --> Zo kort mogelijk en correct: vergrote
Het is bezet + e = bezete --> Zo kort mogelijk en correct: bezette

Slide 13 - Tekstslide

Uitzondering


Eindigt het voltooid deelwoord op -en, dan schrijf je het BVGD precies hetzelfde.
--> Het is verborgen --> De verborgen schat

Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan
1) Wat is het voltooid deelwoord?
--> Te sexy fokschaap / De verlengzwembaden

2) Eindigt het voltooid deelwoord op -d of -t :
Voltooid deelwoord + e
Eindigt het voltooid deelwoord op -en:
BGVD is dan hetzelfde

3) Is het woord zo kort mogelijk en correct geschreven?

Slide 15 - Tekstslide

(Verliezen) Het .......... spel

Slide 16 - Open vraag

(Roken) De .......... vis

Slide 17 - Open vraag

Spelling
Ruwe stam

Ruwe stam van Engelse werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Ruwe stam
Hele werkwoord - en

Om de juiste stam te krijgen moet je de ruwe stam soms aanpassen.
immigreren = immigrer --> immigreer

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden
Deleten en timen

delet --> delete
tim --> time

Slide 20 - Tekstslide

Verwerking
Les 2

Werkblad 2A en oefening 4

Slide 21 - Tekstslide

Ik verwacht ... % goed te hebben deze les.
0100

Slide 22 - Poll