Par. 10.1 goed geregeld

Hoofdstuk 10 
10.1 goed geregeld

Opnemen en uitscheiden 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10 
10.1 goed geregeld

Opnemen en uitscheiden 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les heb je een aantal dingen geleerd:
1. Je kan uitleggen waarom je lichaam graag vanbinnen zo constant mogelijk wil blijven, en hoe je lichaam dit doet.
2. Hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed controleert.
3. Hoe je afvalstoffen en overbodige stoffen uit je lichaam haalt.
4. Welke organen er gebruikt worden voor uitscheiding.

Slide 2 - Tekstslide

Homeostage
Dit woord betekend dat je lichaam alles zo gelijk(constant) mogelijk wil houden.

Dit doet je lichaam om te voorkomen dat je ineens flouwvalt door te veel of te weing van een bepaalde stof.

In de volgende slide zie je per stof hoe je lichaam deze opslaat, uitscheid of gebruikt

Slide 3 - Tekstslide

Homeostage
Water
Water kan je lichaam niet opslaan.
Als je er teveel van hebt word het uitgescheden anders word je bloeddruk te hoog.

Het word uitgescheden via:
  •  de huid(zweet)
  • De longen(waterdamp uitademen)
  • De nieren(uitplassen)


Slide 4 - Tekstslide

Homeostage
Koolstofdioxide 
Koolstofdioxide kan je lichaam niet opslaan.
Als je er teveel van hebt word het uitgescheden anders word je bloed te zuur en val je flouw 

Het word uitgescheden via:
  • De longen(uitademen)


Slide 5 - Tekstslide

Homeostage
Zuurstof
Zuurstof kan je lichaam niet opslaan.
Maar je moet het wel opnemen dat word gedaan in de longen, als je te weinig heb stik je.

Word opgenomen in de:
  • Longen 


Slide 6 - Tekstslide

Homeostage
Glucose
Water kan je lichaam opslaan.
Als je er teveel van hebt word het opgeslagen of uitgescheden anders word je bloeddruk te hoog.

Het word opgeslagen in de:
  •  Spieren(glycogeen)
  • Lever(glycogeen)

Het word uitgescheden door de:
  • Nieren(als je suikerziekte hebt, dit is niet als je gezond bent)


Slide 7 - Tekstslide

Homeostage
Afvalsroffen 
Afvalstoffen wil je lichaam niet opslaan.
Als je er teveel hebt kan je jezelf vergiftigen en dood gaan.

Het word gemaakt door de:
  •  spieren(afvalstoffen van verbranding)
  • lever(afvalstoffen van speciale processen)

Het word uitgescheden door de:
  • Nieren(plassen)


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waar slaat je lichaam glucose op als je er teveel van hebt?
A
De longen
B
De nieren
C
De lever
D
Je grote teen

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurd er met je lichaam als je teveel Koolstofdioxide in je hebt
A
Je word heel druk
B
Je word heel moe
C
Je valt flauw
D
Er is niks aan de hand

Slide 11 - Quizvraag

Waarom wil je lichaam zo graag alles constant houden in je lichaam?
A
Dan kan je het langste leven
B
Dan werken alle processen goed in je lichaam
C
Dan is je humeur altijd hetzelfde

Slide 12 - Quizvraag

Regeling van glucosegehalte
1. je eet een boterham en er komt veel gucose in je bloed.
De glucose word omgezet in Glycogeen en opgeslagen in je lever en spieren.

(de glucose zijn de blauwe bolletjes, de glucagon de blauwe kettingkjes.)

2. Je gaat sporten en heb glucose nodig in je bloed.
De Glycogeen word omgezet in glucose en terug je bloed in gestopt 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Extra!
Door welke stof word glucose omgezet in glycogeen

A
Suiker
B
Insuline
C
glucagon
D
Glycogeen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Hoe heet het bloedvat dat naar de nieren toe gaat?
A
Aorta
B
Nierader
C
Nierslagader
D
Poortader

Slide 17 - Quizvraag

Wat word er in de nieren uit het bloed gehaald
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Voedingstoffen
D
Afvalstoffen

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten maken 
Lees par. 10.1 op blz. 79 t/m 81.

Maak opdracht 1 t/m 16 op blz. 109 t/m 112

Slide 19 - Tekstslide