Herhalen thema 3

Programma
  1. Herhalen thema 3
  2. Afmaken vlog
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  1. Herhalen thema 3
  2. Afmaken vlog

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welk kenmerk hoort bij het Middellandse Zeeklimaat van Zuid-Europa?
A
koele zomer
B
neerslag, vooral in de winter
C
wind van de oceaan
D
koude winters

Slide 3 - Quizvraag

Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Maar hoe lager je komt, hoe warmer het wordt. Je begint een skitocht op 3000 meter (boven zeeniveau) en het is boven aan de skilift - 12°C. Tot welke hoogte (boven zeeniveau) kun je dan naar beneden skiën tot het 0°C is en de sneeuw is gesmolten?
A
2000 meter
B
1800 meter
C
1200 meter
D
1000 meter

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen recreatie?
A
de nacht doorbrengen op de camping
B
slapen in je eigen huis
C
overnachten in een hotel
D
een vakantiehuisje huren

Slide 5 - Quizvraag

Verhalen over Griekse helden en goden zijn ...
A
geschiedenis
B
sprookjes
C
mythen
D
legenden

Slide 6 - Quizvraag

Stelling 1: Om de goden te vriend te houden, brachten de oude Grieken offers aan de goden.

Stelling 2: De Griekse goden leefden in de hemel
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

Stelling 1: In het Romeinse rijk werden veel verschillende talen gesproken. Hierdoor duurde het lang voordat het christendom zich verspreidde.
Stelling 2: Doordat de Romeinse keizers meteen zelf christen werden, verspreidde het christendom zich snel.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welke twee uitspraken gaan over Hippocrates?
A
Hij was de god van de geneeskunde.
B
Hij was de arts die de eed voor artsen bedacht.
C
Hij was een arts die patiënt genas met rituelen.
D
Hij was een arts die veel leerde over ziekten door onderzoek te doen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het oude Rome?
A
Brood en spelen
B
Democratie
C
Aanleg van wegen
D
Gladiatoren

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin hoort niet bij Turkije?
A
In het midden van Turkije valt de meeste neerslag. Er wordt veel groente verbouwd.
B
Het oosten is bergachtig en daardoor niet zo geschikt voor landbouw. Bovendien zijn de zomers er heet en droog en de winters ijzig koud. Boeren houden vooral schapen en geiten
C
Langs de kusten is het warm, maar er valt voldoende regen. Boeren verbouwen er fruit, noten, olijven, granen en tabak.
D
In het midden en zuidoosten is het droog. Het is niet zo bergachtig. Met irrigatie worden er graan, groente en fruit verbouwd. De boeren houden ook vee.

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer een staat zich niet bemoeit met de godsdienst van de mensen, noem je zo’n staat …
A
democratisch
B
dictatuur
C
ontkerkelijkt
D
seculier

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
In heel Turkije is er sprake van een watertekort
B
Turkije heeft vooral een watertekort in de winter
C
Vooral de kustgebieden van Turkije hebben een watertekort
D
Delen van Turkije hebben een watertekort, maar de kwaliteit van het drinkwater is wel voldoende.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen reden dat er zoveel wordt gebouwd in Turkije?
A
Buitenlanders kopen een tweede huis in Turkije
B
Het toerisme groeit er snel.
C
De bevolking groeit er snel
D
Er is een grote migratiestroom naar Turkije toe

Slide 15 - Quizvraag

Stelling 1: De soldaten van Julius Caesar vermoordden veel Bataven tijdens de verovering van het huidige Nederland.

Stelling 2: De Romeinen in Nederland lieten al hun voedsel uit Rome komen.

A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Welke toeristische attracties hebben te maken met de Romeinse tijd?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Efteling in Kaatsheuvel
B
Museum Valkhof in Nijmegen
C
Thermenmuseum in Heerlen
D
Museum voor Moderne Kunst in Arnhem

Slide 17 - Quizvraag

Welke plaats hoorde niet bij het Romeinse rijk
A
Voorburg
B
Groningen
C
Maastricht
D
Heerlen

Slide 18 - Quizvraag

Vlog afmaken & opslaan
  1.  ga naar www.gilde.csdehoven.nl
  2. scroll naar beneden: schoolmail leerlingen / office 365
  3. inloggen
  4. OneDrive
  5. M&M1H - Vlog eigen omgeving
  6. Upload 
  7. Bestand kiezen (hierin staan beide voor&achternamen!)
  8. Uploaden

Slide 19 - Tekstslide