Herhalen Marche 0

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bonjour!!!!

On commence dans.....

Aan het einde van deze week .....

• ... Ken je de getallen 0 - 20 in het Frans
• ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.
• ... Heb je geoefend met lezen, schrijven, luisteren en spreken

1.   De les duurt 45 min 

2.  Je hebt nodig: laptop: lesson up app, schrift, pen

3.  Spullen liggen op tafel, let op wanneer docent wil beginnen met de les.. 

Semaine 41: le sept et le huit octobre

Le programme d'aujourd'hui: 

1.  Lesson up marche 0

2. Samen spreken Halte 0 (10 min)

3. Évaluation

4. Les devoirs: ler toets:  Woordgroep 0 (FN) + opdracht 2 , 5(NF), 10  

Wat is de betekenis van 'maillot'?

1. drankje
2. eten
3. kledingstuk
4. voertuig

Wat betekent 'chic' in het Nederlands?

1. goedkoop
2. stijlvol
3. slecht
4. ouderwets

Welk woord is geen Frans leenwoord?

1. fiets
2. opticien
3. toilet

Waar komt het woord 'ambulance' vandaan?

1. Spaans
2. Frans
3. Duits
4. Engels

Wat is een voorbeeld van een Frans leenwoord?

1. college
2. trottoir
3. huis
4. journalist

Noem zoveel franse leenwoorden als je kent

Wat is de Franse naam voor februari?

1. mars
2. juin
3. janvier
4. février

Welke maand is 'juillet' in het Nederlands?

1. juli
2. augustus
3. september
4. mei

Wat is de Franse naam voor oktober?

1. novembre
2. décembre
3. août
4. octobre

Welke maand komt na mei in het Frans?

1. juin
2. juillet
3. septembre
4. avril

Wat is de Franse naam voor januari?

1. avril
2. janvier
3. mars
4. février

Wat is een fiche d'identité?

1. een kaartje
2. een pasfoto
3. een identiteitskaart
4. een vragenlijst

Wat staat er op je fiche d'identité?
Noem 8 dingen en geef de franse vertaling

Wat betekent 'séparez vos tables'?

1. Zet je tafels in een cirkel
2. Verplaats je tafels uit elkaar
3. Scheid je tafels
4. Breng je tafels dichterbij

Wat betekent 'silence' in de klas?

1. Geen geluid maken
2. Schreeuwen
3. Luid praten
4. Rustig zijn

Samedi

Lundi

Jeudi

Dimanche

Mercredi

Vendredi

Mardi

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

janvier

mars

mai

février

avril

juin

maart

februari

april

mei

januari

juni

Combineer

Goedendag/ Hoi

Ik heet ...

Ik woon in ...

Ik ben twaalf jaar

J'habite à ...

J'ai douze ans

Bonjour / Salut

je m'appelle ...

Hij heet 

Ik heet

Hij is twaalf jaar

Zij is twaalf jaar

Il a douze ans

Je m'appelle

Elle a douze ans

Il s'appelle