Proefwerk hoofdstuk 1: Natuur- en scheikunde

Proefwerk hoofdstuk 1
Natuur- en scheikunde
L1GTa
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Proefwerk hoofdstuk 1
Natuur- en scheikunde
L1GTa

Slide 1 - Tekstslide

Nask gaat over natuurkunde en scheikunde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Het roesten van een spijker is scheikunde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het verbranden van aardgas is natuurkunde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp kan maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Met je zintuigen kun je nauwkeuriger waarnemen dan met meet-apparatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het doel van onderzoek is: wat je wilt ontdekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De uitkomst van een meting is een getal met daarachter een eenheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een hoeveelheid stof weeg je met een erlenmeyer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Millimeter, centimeter, meter en kilometer zijn eenheden van lengte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een brander kan alleen branden met een blauwe vlam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een pauze-vlam is klein en geel en oranje.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Bij een kleine blauwe vlam is de luchtschijf dicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een kook-kolf kun je gebruiken om het volume van een vloeistof te meten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

De schaal-verdeling van een maat-cilinder geeft het volume aan in mL.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een digitale klok heeft een grote en een kleine wijzer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De afkorting van graden celsius is C°.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bij practicum doe je onderzoek naar natuurverschijnselen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Water kookt bij 100 graden Celsius.
A
Waar.
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Als je veilig onderzoek doet, moet je alles zo snel mogelijk doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?
A
Horen en voelen
B
Horen en proeven
C
Ruiken en voelen
D
Ruiken en zien

Slide 22 - Quizvraag

Waarmee meet je temperatuur?
A
Met een balans
B
Met een erlenmeyer
C
Met een liniaal
D
Met een thermometer

Slide 23 - Quizvraag

Hoe schrijf je 48 centimeter zo kort mogelijk, met de goede eenheid?
A
48 mm
B
48 cm
C
48 dm
D
48 m

Slide 24 - Quizvraag

Op een maatcilinder staan streepjes en getallen. Hoe noem je die streepjes en getallen?
A
Cilinderverdeling
B
Maatverdeling
C
Schaalverdeling
D
Streepjesverdeling

Slide 25 - Quizvraag

Bij een onderzoek verwarm je 1000 mL water in een groot bekerglas. Dat doe je met een brander. Welke vlam kun je het beste gebruiken?
A
Een grote gele vlam
B
Een kleine blauwe vlam
C
Een pauze vlam
D
Een ruisende blauwe vlam

Slide 26 - Quizvraag

In een practicumlokaal zijn verschillende veiligheidsmaterialen. Eén daarvan is de oogwasfles of oogdouche.
Waarvoor dient een oogwasfles?
A
Om je ogen schoon te spoelen als er iets in komt tijdens een proef.
B
Om je ogen schoon te spoelen na afloop van een proef.
C
Om je ogen schoon te spoelen vóór het begin van een proef.

Slide 27 - Quizvraag

Toine pompt wat extra lucht in zijn fietsband. Er zit nu meer lucht in de band en dat fietst een stuk lichter. Welk soort verschijnsel is het oppompen van een fietsband?
A
Een biologisch verschijnsel.
B
Een natuurkundig verschijnsel.
C
Een scheikundig verschijnsel.
D
Een wetenschappelijk verschijnsel.

Slide 28 - Quizvraag

Met welke eenheid geef je de massa van een stof aan?
A
Gram
B
Kilo
C
Ons
D
Pond

Slide 29 - Quizvraag

Je kijkt buiten op de thermometer. Je ziet dat het 5 graden Celsius is.
Waarvan is ‘graden Celsius’ de eenheid?
A
Temperatuur
B
Warmte
C
Weer
D
Volume

Slide 30 - Quizvraag

Bij practicum moet iedereen zich houden aan de veiligheidsregels.
Schrijf vijf veiligheidsregels voor practicum op

Slide 31 - Open vraag

Hiernaast zie je een maatcilinder. Schrijf voor elke letter op welke stand de pijl aangeeft.

Slide 32 - Open vraag

Hiernaast zie je een tekening van een brander. Geef de namen van de onderdelen A, B en C.

Slide 33 - Open vraag

Je krijgt een practicumopdracht. Je moet water verwarmen tot precies 100 graden Celsius. Maar de thermometer die je krijgt, heeft geen schaalverdeling meer. Er is ook geen andere thermometer in het lokaal.
Op welke manier kun je het water precies tot 100 graden Celsius verwarmen?

Slide 34 - Open vraag

Noem een natuurwetenschap

Slide 35 - Open vraag

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 36 - Open vraag

Heb je liever een theorieles of practicum en waarom?

Slide 37 - Open vraag

Met welk glaswerk uit kan Fiona het nauwkeurigst 10 mL
salpeterzuuroplossing afmeten?
A
bekerglas
B
erlenmeyer
C
maatcilinder
D
maatglas

Slide 38 - Quizvraag

Erlenmeyer 
Trechter
Maatcilinder
Bekerglas
Reageerbuis

Slide 39 - Sleepvraag

Hoe verander je de vlamkleur bij de brander (tijdens een practicum)?

Slide 40 - Open vraag

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
bekerglas
B
maatbeker
C
maatglas
D
maatcilinder

Slide 41 - Quizvraag