Meten en meetkunde deel 2: oppervlakte en omtrek

Meten en meetkunde

Ik weet wat de oppervlakte en omtrek betekenen en ik kan de omtrek en oppervlakte van rechthoekige figuren uitrekenen


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Meten en meetkunde

Ik weet wat de oppervlakte en omtrek betekenen en ik kan de omtrek en oppervlakte van rechthoekige figuren uitrekenen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tip:

Om een afbeelding groter te maken, klik op de afbeelding. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een muur gaat schilderen, is het handig om te weten hoe groot de muur is. Je hebt het dan over de oppervlakte van de muur.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de omtrek van een rechthoek?
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
lengte + lengte

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een rechthoek van 6cm bij 10 cm. De omtrek van deze rechthoek is?
A
60cm
B
32cm
C
40cm
D
24cm

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel cm touw heb je nodig voor de omtrek?
A
14 cm
B
8 cm
C
22 cm
D
2,2 cm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van deze vierkant?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van deze vierkant?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de woonkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de keuken?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de hal?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de slaapkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de badkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van het toilet?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek?
Schrijf alleen het getal op.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek?
Schrijf alleen het getal op.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gelijke opppervlakte 

Slide 25 - Tekstslide

Doel: ontdekken dat figuren met de oppervlakte van één A4-papier (in 4 stroken) er verschillend uit kunnen zien.
Materialen:
A4 papier
Scharen
Plakband
Nabespreken:
Hoeveel verschillende figuren zijn er gevonden?
Zijn er figuren bij die niet mogen?
Wat weet je van de oppervlakte van de figuren?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vierkante meter

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 M²uitrekenen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek?
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
lengte + lengte

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een rechthoek van 6 cm bij 10 cm. De oppervlakte van deze rechthoek is?
A
60cm
B
32cm
C
40cm
D
24cm

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van deze vierkant in cm2?

Je hoeft alleen de getallen in te voeren.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van deze vierkant in cm2?

Je hoeft alleen de getallen in te voeren.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de woonkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de keuken?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de hal?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de slaapkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de badkamer?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van het toilet?

Schrijf op.
Let op: 1 hokje is 1 m
je hoeft alleen het getal in te voeren

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Rol de dobbelsteen oppervlakte vullen.
 
Dit spel is een soort zeeslag maar dan om de oppervlakte te oefenen.
Doel: oppervlakte leren uitrekenen.
 
Nodig: vel met hokjes van 1 bij 1 centimeter. Kleurpotloden of stiften en twee dobbelstenen.
 
Dit spel speel je een tegen een.
 
Je kiest een kleur potlood of stift.
Je gooit met twee dobbelstenen.
Dobbelsteen 1 is van boven naar beneden (dus gooi je 4 moet je met je potlood de randen van vier hokjes kleuren)
Dobbelsteen 2 is van links naar rechts. (dus gooi je 3 dan moet je de randen van 3 hokjes kleuren).
 
 
In de hokjes schrijf je de keersom (want oppervlakte is lengte (links naar rechts) x breedte (boven naar beneden). In dit geval dus 3x4 of 4x3 en dat is 12. Dit kun je controleren door het te tellen. Nu heb je een stukje van het grote oppervlak bedekt.
 
De volgende is aan de beurt en doet hetzelfde. Het gaat erom dat je zo snel mogelijk je vel vol hebt. Dit hoeft niet te lukken (moet je namelijk precies gooien) dan kijk je wie de minste hokjes over heeft.

Extra oefen via Junior Einstein

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies