Landen&nationaliteiten+regelm.ww

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BIENVENIDOS

Hoy

Leerdoelen

Cijfers

Maanden

Landen en nationaliteiten

extra opdrachten

uitleg werkwoorden - AR

LEERDOELEN

Leed pág 31 moduleb - 3.1

A trabajar:

              LA pág 17 ejercicio 3 

kijk nu in tweetallen wat je hebt ingevuld en spreek het na

               LA pág 15  ejercicio 3

luister goed, daarna invullen WAAR of NIET WAAR

Samen nalezen

ejercicio 3 (17)

ejercicio 3 (15)

Ejercicio 3

a. Te – tienes – años

b. Llamo – Dónde

 c. Eres – que – soy

Vertaal: Hoe zeg je .... ?

1. ¿Cómo se escribe...?
2. ¿Cómo se dice...?
3. ¿Qué significa...?
4. ¿Cómo se llama...?

Jullie moeten luisteren

1. Escribid
2. Subrayad
3. Escuchad
4. Hablad

Let op

1. Lee
2. Relaciona
3. Completa
4. Fíjate

A trabajar

Lee tarea 3.4

haz ejercicio 1 y 2 (LA p.20)

samen maken opdracht 3

10

Alemania - alemán - alemana

Portugal - portugués - portugesa

Francia - francés - francesa

España - español - española

Holanda - holandés - holandesa

Los Países Bajos - neerlandés - neerlandesa

Maken MB

pagina 36

A   B  y  C

vamos a hablar

vraag elkaar (2tallen):

naam / leeftijd / woonplaats

verjaardag / nationaliteit

Vul 

Goaley-tool in

tarea 1

tarea 2

tarea 3

CUIDADO

semana 44

30 de octubre - 3 de noviembre

SO

tarea 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.1 y 3.2

persoonlijk

voornaamwoorden

yo ...

tú ...

él/ella/usted ...

nosotros/as ...

vosotros/as ...

ellos/ellas/ustedes...

ik

jij

hij/zij/u

wij (mannelijk/vrouwelijk)

jullie (mannelijk/vrouwelijk)

meervoudsvorm = zij (mannelijk/vrouwelijk

+ U meervoud

Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Verbos

Er zijn in het Spaans drie vormen van werkwoorden.

Andere mogelijkheden zijn er niet!

Vandaag leer je één van de drie uitgangen : -AR

Fíjate: er zijn ook wederkerende werkwoorden, zoals llamarse. 

Deze eindigt eigenlijk ook op -ar. 

se komt er alleen bij, omdat het wederkerend is