Vluchtelingen in Nederland

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

Vooroordeel leerlingen

‘’Alle vluchtelingen zijn economische gelukzoekers’’

Eigen inschatting:

Het waarheidsgehalte van het vooroordeel leeft waarschijnlijk onder een kwart van de leerlingen in de klas.
 Deze inschatting baseren wij op basis
uitspraken van leerlingen in de klas over vluchtelingen

Gehanteerde definities:

Vluchteling:

‘’Een vluchteling is iemand die een ‘gegronde vrees’ heeft voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde maatschappelijke groep; en die in het herkomstland geen bescherming krijgt. Ook vallen onder de definitie: mensen zonder nationaliteit (statelozen) die vanwege die vrees niet kunnen terugkeren naar het land waar ze eerder verbleven.’’

Waarom deze definitie? 

We hanteren deze definitie voor dit begrip om ons onderzoek theoretisch te kaderen.

Deze definitie is zelf vastgelegd in het vluchtelingenverdrag en daarom vonden wij deze erg geschikt voor ons onderzoek. Daarnaast werd deze definitie ook gehanteerd bij de module pluriforme samenleving.

Gehanteerde definities:

Gelukszoeker:

‘’Iemand die naar een ander land, een andere streek of een andere stad trekt om er zijn geluk te zoeken; fortuinzoeker’’

Waarom deze definitie? 

We gebruiken deze definitie, omdat dit ook vaak op deze manier wordt gebruikt in het hedendaagse debat over het vluchtelingenvraagstuk. In dit geval definiëren wij bij het begrip geluk voornamelijk het economische aspect. 

Feitelijke cijfers

-3e kwartaal van 2017 de meeste asielzoekers uit Syrië en Irak 

- In 2015 deden 58.880 mensen een asielaanvraag

- 34.105 uit oorlogsgebieden 

Conclussie

Het vooroordeel ‘alle vluchtelingen zijn gelukszoekers’ is feitelijk onjuist want:

- Het in de praktijk onmogelijk dat alle vluchtelingen dezelfde reden hebben om naar Nederland te komen bijvoorbeeld economische redenen.  - Feitelijke cijfers uit verschillende bronnen zijn duidelijk: het merendeel van de vluchtelingen komen uit conflictgebieden.
- Het idee van een economische vluchteling is een oxymoron.
- Het kan wel zijn dat er economische migranten zijn, maar het is dus noodzaak om dit onderscheid te maken.
- Het is onze taak als (aankomende) docenten om leerlingen te leren dat er verschillen zijn tussen de twee soorten migranten.

Vervolgvragen voor een onderzoek? 

- In hoeverre hebben diverse media invloed op het beeld van jongeren over vluchtelingen?

- In hoeverre beïnvloed de omgeving van jongeren het beeld over vluchtelingen?

- In hoeverre is er acceptatie van vluchtelingen onder jongeren in Nederland?

- In hoeverre komen jongeren in Nedeland in contact met vluchtelingen?

Zoekopdracht leerlingen VD3 onderdeel A

Bij het onderzoeken van de door ons bedachte stelling hebben wij ook een werkvorm ontwikkeld waarbij leerlingen zelf feiten gaan controleren binnen het onderwerp van onze stelling. Daarnaast hebben we gekozen om een extra element aan het vooroordeel toe te passen, namelijk een project dag die aansluit op de didactische werkvorm. Voor de zoekopdracht gaan leerlingen de volgende vragen in groepjes van 4 beantwoorden:

- Wat is volgens het vluchtelingenverdrag een vluchteling?

- Hoeveel asielaanvragen heeft Nederland behandeld in 2014 en 2015?

- Hoeveel van de asielaanvragen in Nederland zijn gedaan door vluchtelingen zoals beschreven in het vluchtelingenverdrag?

- Hoeveel van asielzoekers keerde terug naar het land van herkomst in 2016?

-Hoeveel asielaanvragen waren er in 2017 in Nederland?

Voor deze opdracht krijgen zij van ons de volgende internetlinks.

https://www.amnesty.nl/media/mensenrechtenencyclopedie https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/

https://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers

https://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers/cijfers/bescherming-nederland

https://www.vluchtelingenwerk.nl/sites/public/u152/Vluchtelingeningetallen2017compleet-1.pdf 

Zoekopdracht leerlingen VD3 onderdeel A

Bij het onderzoeken van de door ons bedachte stelling hebben wij ook een werkvorm ontwikkeld waarbij leerlingen zelf feiten gaan controleren binnen het onderwerp van onze stelling. Daarnaast hebben we gekozen om een extra element aan het vooroordeel toe te passen, namelijk een project dag die aansluit op de didactische werkvorm. Voor de zoekopdracht gaan leerlingen de volgende vragen in groepjes van 4 beantwoorden:

- Wat is volgens het vluchtelingenverdrag een vluchteling?

- Hoeveel asielaanvragen heeft Nederland behandeld in 2014 en 2015?

- Hoeveel van de asielaanvragen in Nederland zijn gedaan door vluchtelingen zoals beschreven in het vluchtelingenverdrag?

- Hoeveel van asielzoekers keerde terug naar het land van herkomst in 2016?

-Hoeveel asielaanvragen waren er in 2017 in Nederland?

Voor deze opdracht krijgen zij van ons de volgende internetlinks.

https://www.amnesty.nl/media/mensenrechtenencyclopedie https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/

https://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers

https://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers/cijfers/bescherming-nederland

https://www.vluchtelingenwerk.nl/sites/public/u152/Vluchtelingeningetallen2017compleet-1.pdf

Aansluitend op deze opdracht behandelen per groepje 1 van de vragen klassikaal. Aansluitend hebben wij een project dag ontwikkeld waar de school baat bij heeft zie onderdeel B

Aansluitend op deze opdracht behandelen per groepje 1 van de vragen klassikaal. Aansluitend hebben wij een project dag ontwikkeld waar de school baat bij heeft zie onderdeel B

Zelf geconstrueerde opdracht Onderdeel B

- Geen les, maar projectdag 

- Niet voor  alleen leerlingen, maar ook voor leraren

- zie volgende dia's voor opdrachten/didactiek beschrijving 

- 1. ‘’Serious game’’

Voor dit onderdeel

maken leerlingen met behulp van een interactief pel diverse keuzes gekoppeld aan een personage die een persoonlijk verhaal verteld van een oorlogssituatie. Bij dillema’s in een keuze maken wordt er van leerlingen verwacht dat zij een keuze maken op basis van een persoonlijke motivatie van de leerling. Door dit spel krijgen leerlingen meer inzicht in motivaties voor mensen om te vluchten uit gebieden zoals Syrië.

2. ‘’Een vluchteling in de klas’’

Na de serious game kunnen we een klassengesprek hebben over bepaalde gemaakte keuzen, waarom hebben leerlingen bij een dilemma deze keuze gemaakt in het spel. Volgend hierop komt dan een Syrische vluchteling op klassenbezoek. Hij/zij verteld hier het verhaal van zijn/haar motivatie om te vluchten. De vluchteling wordt ondersteund door een medewerker van de stichting PAX bij de les. Er is hier ook ruimte voor een vraag en antwoord ronde van de leerlingen met de vluchteling.

3. ‘’Nagesprek in de klas’’

Na het klassenbezoek kunnen wij als docenten een laatste klassengesprek voeren met onze leerlingen. Hier kunnen we moeilijk thema’s zoals de oorlog in Syrië en het vluchtelingenvraagstuk bespreken.

Van belang is hier rekening te houden met een veilig leerklimaat, voorkeur heeft dan ook deze gesprekken te voeren met een klas waar al sprake is van een positieve leraar-leerling relatie zoals beschreven in ‘’Effectief leren’’ (Ebbens & Ettekoven, 2005)

Dit is voor de leerlingen ook het laatste onderdeel van deze lesdag.

4. Nabespreking met docenten

Nadat de leerlingen naar huis zijn komen we met de betrokken medewerkers van de school van de dag tezamen, bespreken van de nagesprekken die gevoerd zijn is hier het uitgangspunt. Hierbij kunnen we elkaar ondersteunen en tips geven bij toekomstige besprekingen van thema’s besproken in het nagesprek. 

Dank voor jullie aandacht.