Dragende zeugen deel 2

Vroege dracht
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

Vroege dracht

Slide 1 - Tekstslide

Klimaat in vroege dracht
Ideale klimaat voor de zeug in het stadium van vroege dracht is 18-20°C 
zonder grote verschillen tussen dag en nachttemperatuur.

                                      Hitte voorkomen in de 1e 4 weken v.d. dracht*.
                                     Drinkplekken dicht bij mestplekken plaatsen.

Slide 2 - Tekstslide

Lux
In de inseminatiestal heeft de zeug 
16 uur licht van 150 Lux bij de kop. 

In de drachtstal is vaak daglicht aanwezig. 
Zorg hier vooral in de herfst en winter voor 16 uur (extra) licht in de 1e vier weken na inseminatie.

Slide 3 - Tekstslide

Voeren tijdens dracht
Jonge zeugen voer je voer met meer aminozuur dit zorgt voor extra bouwstenen voor eigen groei en ontwikkeling. 

Indien oude en jonge dieren door elkaar gehuisvest worden voeg je vanaf dag 85 van de dracht voer met hogere aminozuurwaarden toe. Dit stimuleert de groei van de biggen.


Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel lux moesten de zeugen boven
de kop hebben in de dekstal?
A
100
B
150
C
50
D
15

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel graden is het ideale klimaat
voor een zeug in vroege dracht?
A
16-22°C
B
16-18°C
C
20-22°C
D
18-20°C

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft een jonge zeug nodig voor haar eigen ontwikkeling aan het begin van de drachtperiode?
A
apenzuur
B
citroenzuur
C
aminozuur
D
boterzuur

Slide 7 - Quizvraag

Presentatie


De student als docent.

Slide 8 - Tekstslide

Jullie mogen zelf binnen 15 minuten een korte presentatie maken zoals bijvoorbeeld een PowerPoint over de volgende onderwerpen:

1.  Controle in de stal - Sanne
2. Afwijkend gedrag - Marleen
3. Kling en staartbijten - Myrthe
4. Drachtigheidsscan - Elina
5. Drachtcontrole zoekbeer - Alysha
6. Regelmatige terugkomers - Loïs

Lesstof te vinden in Cumlaude: 
Inseminatiestal en dragende zeugen - 4. Vroege dracht deel 2

Slide 9 - Tekstslide

Dragende zeugen Vroege dracht deel 2
Er zijn 7 punten
Dragende zeugen, vroege dracht deel 2
4.1 In de dragende zeugenstal controleer je dagelijks        op 7 punten:
Voeropname
Ontlasting
Klimaat
Afwijkend gedrag
Ziekte
Kreupelheid
Berigheidsverschijnselen

Slide 10 - Tekstslide

4.1 Kling en staartbijten
Herkenbaar aan:

Beschadigde staarten en 
bebloede klingen.

Ontstaat uit verveling of 
door concurrentiegedrag

Indien er verzadigend voer of extra ruwvoer verstrekt wordt is dit voor een groot deel te voorkomen.

Slide 11 - Tekstslide

4.2 Drachtcontrole
Vanaf dag 21 kun je de zeug scannen op drachtigheid. Dit doe je met een ultrasone scanner.
Met de zoekbeer heb je de regelmatige terugkomers al opgespoord en uit de groep gehaald.

Twijfelgevallen controleer je na 7 dagen opnieuw. Hierbij spoor je ook zeugen op die verworpen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

4.2 Drachtigheidsscan

Slide 13 - Tekstslide

Drachtigheidsscan op basis van een echoscopie
Drachtigheidsscan op basis van de hartslag 
van de baarmoeder
4.2 Drachtcontrole
Zeugen scannen met eigen apparatuur doe je zo:

  • De sonde heb je vast in een hand. Op de andere arm maak je de camera vast.
  • Op de kop van de sonde doe je gel, je plaatst de sonde in de lies en richt deze omhoog
  • De sonde zendt geluidsgolven uit, hierdoor zie je op het beeld van de camera een beeld van de baarmoeder met vruchtwater en de embryo's in dien de zeug drachtig is.

Slide 14 - Tekstslide

4.2 Drachtcontrole
Zoekbeer

Deze beer gebruik je uitsluitend twee maal daags om berige of opbrekende (verwerpende) zeugen te zoeken. Deze berige zeugen haal je gelijk uit de groep en zet je in de inseminatiestal.
Bij voerstations vindt je vaak automatische berigheidsdetectie. 

Slide 15 - Tekstslide

Zeug in de dekstal 
  1. Regelmatig terugkomen
    Na 3 weken weer berig ondanks inseminatie 
    oorzaken: onvoldoende kwaliteit sperma, management (moment, hygiëne, stress), infecties geslachtsapparaat
  2. Onregelmatig terugkomen 
    Buiten de cyclus om weer berig (bijv. na 5  weken)
    oorzaken: stress en ziekten (parvo, lepto, abortus blauw) 

Slide 16 - Tekstslide

4.2 Drachtcontrole
Regelmatige terugkomers
Terugkomers zijn zeugen die niet (meer) drachtig zijn.
Regelmatige terugkomers komen rond de 3 weken (18-24 dgn.) of rond 6 weken (37-44 dgn.) terug. Elke verliesdag kost €2,50

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de 3 oorzaken van regelmatig terugkomen?
A
Er is geen bevruchting geweest van de eicellen.
B
Wel bevruchting, maar vruchten zijn afgestorven door slechte kwaliteit zaad of eicellen, tocht, stress, niet het juiste moment
C
Er is teveel licht aanwezig geweest in de periode van innesteling van de embryo's
D
Minder dan 5 embryo's aanwezig op dag 12

Slide 18 - Quizvraag

Veelvoorkomende
problemen 

Slide 19 - Tekstslide

Waarom wordt/blijft
een zeug niet dragend?

Slide 20 - Woordweb

Dragende zeugen 
  1. Verwerpen na dag 12
    - Infectieus (griep, parvo, abortus blauw) --> vaccinatie voor dekking 
    - Stress                                                                                                                                                                                  - Afloop, vrucht kan nog worden geresorbeerd(opgenomen) door het lichaam, botloos
  2. Abortus na dag 35                                                                                                                                                           - Afloop, als alle vruchten sterven drijft de zeug ze af. Als er een of enkele embryo's sterven zullen de vruchten mummificeren. Komen pas bij geboorte met biggen naar buiten.
  3. Einde dracht problemen 
    - Obstipatie, moeite met staan,
        minder eten --> ruimte geven

Slide 21 - Tekstslide

4.3 Gezondheidsproblemen
Ziekten

  • Maagzweren herken je aan bloedverlies bij de ontlasting (voorkomen > voldoende vezels geven )
  • Donkere urine wijst op te weinig drinken.

Om te voorkomen dat ziekten een probleem worden voor de dragende zeugen vaccineer je vooraf tegen PRRS (abortus blauw) en vlekziekte 

Slide 22 - Tekstslide

Zieke dieren herkennen

Slide 23 - Tekstslide

De zeug op dit plaatje heeft
...
A
het heerlijk warm
B
een zeer uier
C
het benauwd
D
last van een verstopping

Slide 24 - Quizvraag

Zitten is geen normale
houding van een zeug.
Waar kan het een teken voor zijn?

Slide 25 - Open vraag

Ademhaling

Hoe vaak haalt een zeug per minuut adem?
En hoe controleer je dit?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de hartslag van een zeug per minuut?
A
45-60
B
55-65
C
70-80
D
85-100

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de normale lichaamstemperatuur
van een zeug?
A
18℃
B
38-39℃
C
27-28℃
D
36-37℃

Slide 28 - Quizvraag

Een zeug die niet fit is heeft minder....?
Waar controleer je op en wat moet ze hebben?

Slide 29 - Open vraag

Wat zijn de meest voorkomende klauwproblemen bij varkens?

Slide 30 - Open vraag

4.3 Gezondheidsproblemen
Eisen aan de ziekenboeg
  • Varken heeft beschikking over voer en water
  • Ruimte moet groot genoeg zijn om om te draaien 
  • Stroeve vloer met strooisel erop
  • Ziekenboeg binnen de groep is handig
  • De juiste temperatuur. Goed letten op temp. en klimaat.
  • Kleding wisselen

Slide 31 - Tekstslide

4.3 Gezondheidsproblemen
Euthanasie> zieke of uitbehandelde zeugen.
Methode> Schietmasker of dodelijke injectie door de kundige dierenarts
In onderzoek: Stikstofschuimgas. 

Slide 32 - Tekstslide

Deel 5 Midden en einde van de dracht

Slide 33 - Tekstslide

  1. Juiste gewicht
  2. Uierontwikkeling
  3. Uitzoeken voor de kraamstal
  4. Gezondheidsstatus van het bedrijf
  5. diagnose stellen
  6. bloedmonster en elisatest
Zelf weer aan het werk met de lesstof:
De student als docent: Maak een korte presentatie voor je klasgenoten over onderstaande onderwerpen.

Slide 34 - Tekstslide

Bloedmonsters nemen

Elisa-test

Speekseltest

Mestonderzoek

Nog geen duidelijkheid ? Dan sectie verrichten

Slide 35 - Tekstslide

Voerschema
Het voerschema in de 1e periode na het insemineren bouw je rustig op. Gaat dit te snel dan is er meer kans op verwerpen. 

Geef tijdens de eerste dracht in de eerste 7 tot 10 dagen maximaal 2,5 kilo voer. Dit bouw je in een of twee stappen op naar 3 kilo aan het eind van de dracht. 

Voederhoeveelheid wordt uitgedrukt in EW Energiewaarde 

Slide 36 - Tekstslide

Juist gewicht 
Aan het begin van de dracht moet de conditie van de zeug herstellen > Extra voer zorgt voor een goede innesteling > dit zorgt weer voor veel uniforme biggen

Midden van de dracht> hier zijn voor de ontwikkeling van de embryo's nauwelijks extra voedingsstoffen nodig

Conditie van de zeug moet je zo stabiel mogelijk houden > gewicht verliezen zorgt voor lager geboortegewicht v.d. biggen door tekorten aan voedingsstoffen

Einde dracht > zeug heeft hogere voerbehoefte > biggen groeien hard + ontwikkeling van het uierweefsel heeft extra voedingsstoffen nodig.

Slide 37 - Tekstslide

Uierontwikkeling
90% van de totale voedingsstoffen die een big nodig heeft in de zoogperiode haalt deze uit zeugenmelk
Resterende voeding is voor gewenning. Laatste paar dagen voor het spenen groeien ze hier pas van.

Goede ontwikkeling uierpakket is dus essentieel. 
Uierpakket moet geleidelijk vullen en niet op spanning staan. Gaat meestal goed als er gevoerd wordt via schema.
Bij teveel spanning het voerschema in overleg met adviseur iets aanpassen dit kan 
in de laatste week tot 10 dagen voor de worp.

Slide 38 - Tekstslide

Uitzoeken voor de kraamstal
Voor de kraamstal zoek je niet meer uit.

Alle drachtige zeugen worden opgelegd. 

Na de zoogperiode worden de zeugen die niet functioneren direct afgevoerd.

Slide 39 - Tekstslide

Gezondheidsstatus van het bedrijf
Je stelt samen met de dierenarts een diagnose over de ziekteverwekkers op het bedrijf. 
Hierdoor krijg je in kaart waartegen of waarvoor je moet vaccineren.


Diagnose wordt gesteld door bloedmonster, mestmonster, speekseltest of weefselkweek

Management
Ongediertebestrijding, vliegenbestrijding, klimaat, douchen, hygiëne, chauffeurs, werkkleding wisselen tussen afdelingen.

Slide 40 - Tekstslide

Vaccineren

Slide 41 - Tekstslide