reanimeren - bovenbouw

Reanimeren
1 / 139
volgende
Slide 1: Tekstslide
ReanimatieonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 139 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Reanimeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over reanimeren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is reanimeren?
A
reanimeren = op het borstbeen duwen en adem inblazen
B
reanimeren = 112 bellen en de kleren losmaken
C
reanimeren = 112 bellen en adem inblazen
D
reanimeren = 112 bellen, kijken of het hart klopt en ademt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eerste dat je doet als je bij een slachtoffer aankomt?
A
Ademhaling controle
B
Letten op gevaar
C
112 bellen
D
Niets, gewoon doorlopen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als eerste nadat je ontdekt hebt dat het slachtoffer niet reageert op aanspreken/ schudden?
A
Beginnen met reanimeren
B
In de stabiele zijligging leggen
C
Ademhaling controleren
D
112 bellen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk
dat jij kunt reanimeren?

Slide 7 - Woordweb

Wat gebeurt er met reanimeren in je lichaam.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet een slachtoffer gereanimeerd worden?
A
Als er voor aanvang duidelijk is dat het slachtoffer een rechtsgeldige niet-reanimeren verklaring heeft.
B
Als het slachtoffer bewusteloos is maar nog wel ademt
C
Als het slachtoffer een flauwte heeft
D
Als het slachtoffer geen normale ademhaling meer heeft

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een AED?
A
Automatische Externe Defecten
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektrische Defibrillator
D
Automatische Eclectische Denkkader

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel bij het gebruik van een AED?
A
Een AED geeft het slachtoffer een stroomstoot
B
Een AED schakelt 112 in
C
Een AED kan een praatje met de omstanders maken
D
Een AED is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom doen we dit?
* Meer dan 300 mensen krijgen per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis.

* 70% hiervan is in en rondom huis

* Snel handelen kan levensreddend zijn
*De eerste 6 minuten zijn cruciaal

* ± 24% kans op overleving na reanimatie
Met een goede kwaliteit van leven



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

* het hart stopt met het rondpompen van het bloed

* het bloed circuleert niet meer rond. Je organen krijgen hierdoor geen zuurstof meer

* hartritmestoornis (hart gaat trillen)
*hartstilstand (hart staat helemaal stil)

* de hersenen kunnen maar kort zonder zuurstof 



Hartstilstand
of  Circulatiestilstand

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Reanimeren: Wat ga je leren?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penning
Op een geldige niet-reanimerenpenning staat een:

- volledige naam
- geboortedatum
- handtekening
- besluit om niet gereanimeerd te willen worden (op de voor- en achterkant)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tattoo
Is ook rechtsgeldig!
Indien je dit ziet op de borst van een persoon ga je dus i.p. niet reanimeren

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet reanimeren verklaring

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is stap 1 van reanimeren
A
Check voor een veilige omgeving
B
Spreek het slachtoffer aan
C
Bel 112
D
Begin borst compressies

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je verplicht iemand te reanimeren?
A
Nee, reanimeren hoeft niet
B
Ja, reanimeren moet
C
Als je twijfelt hoeft het niet
D
Hulpverlenen moet wel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot wanneer ga je door met reanimeren?
A
Tot je eigen veiligheid in gevaar komt.
B
Tot er professionele hulp komt, die zegt dat zij het over nemen.
C
Totdat je denkt dat het slachtoffer dood is.
D
Tot het slachtoffer weer bij bewustzijn komt.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag Iedereen Reanimeren
A
nee, je moet een cursus hebt gevolgd
B
Nee, alleen zorgverleners
C
Ja, maar een cursus is aanbevolen
D
Ja altijd doen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste combinatie bij
borstcompressie en beademingen
A
30 compressies 5 beademingen
B
2 beademingen 30 compressies 5 beademingen
C
20 compressies 2 beademingen
D
30 compressies 2 beademingen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet de

Goed worden uitgevoerd
Kin-lift 

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik controleer de ademhaling op de volgende manier:

Kin-lift + ........
Waarom doe ik dit?
Kijken: je kijt of het slachtoffer regelmatig adem haalt en of de borst en buik regelmatig omhoog komt. 
Luisteren: Luister of je ademhaling hoort uit de neus of mond
Voelen:  Je voelt met je wang of je de adem van het slachtoffer voelt. 
A
Kijken en luisteren voor 5 seconde
B
Kijken, luisteren en voelen voor 15 seconde
C
Kijken, luisteren, voelen voor 10 seconde
D
Kijken en luisteren voor 20 seconde

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

reanimeren doe ik door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de elektroden op de juiste plaats

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Les 2: Reanimatie






Les 3: Reanimatie

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan ik doen?
Vertel me stap voor stap wat ik moet doen om te reanimeren

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AED

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met AED

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Meldkamer 112... "

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 81 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Quiz

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is stap 1 van reanimeren
A
Check voor een veilige omgeving
B
Spreek het slachtoffer aan
C
Bel 112
D
Begin borst compressies

Slide 83 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je verplicht iemand te reanimeren?
A
Nee, reanimeren hoeft niet
B
Ja, reanimeren moet
C
Als je twijfelt hoeft het niet
D
Hulpverlenen moet wel

Slide 84 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot wanneer ga je door met reanimeren?
A
Tot je eigen veiligheid in gevaar komt.
B
Tot er professionele hulp komt, die zegt dat zij het over nemen.
C
Totdat je denkt dat het slachtoffer dood is.
D
Tot het slachtoffer weer bij bewustzijn komt.

Slide 85 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 86 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag Iedereen Reanimeren
A
nee, je moet een cursus hebt gevolgd
B
Nee, alleen zorgverleners
C
Ja, maar een cursus is aanbevolen
D
Ja altijd doen

Slide 87 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste combinatie bij
borstcompressie en beademingen
A
30 compressies 5 beademingen
B
2 beademingen 30 compressies 5 beademingen
C
20 compressies 2 beademingen
D
30 compressies 2 beademingen

Slide 88 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet de

Goed worden uitgevoerd
Kin-lift 

Slide 89 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik controleer de ademhaling op de volgende manier:

Kin-lift + ........
Waarom doe ik dit?
Kijken: je kijt of het slachtoffer regelmatig adem haalt en of de borst en buik regelmatig omhoog komt. 
Luisteren: Luister of je ademhaling hoort uit de neus of mond
Voelen:  Je voelt met je wang of je de adem van het slachtoffer voelt. 
A
Kijken en luisteren voor 5 seconde
B
Kijken, luisteren en voelen voor 15 seconde
C
Kijken, luisteren, voelen voor 10 seconde
D
Kijken en luisteren voor 20 seconde

Slide 90 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

reanimeren doe ik door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen

Slide 91 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 92 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de elektroden op de juiste plaats

Slide 93 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 94 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 95 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 96 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel borst compressies moet je geven tussen het beademen door?
A
100x
B
50x
C
30x
D
120x

Slide 97 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel beademingen moet je tussen de borst compressies door geven
A
2x
B
10x
C
5x
D
6x

Slide 98 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Les 3: Reanimatie 
en stabiele zijligging






Les 3: Reanimatie

Slide 99 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Iedereen een keer oefenen
- Voor beoordeling
-stabiele zijligging

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EHBO - Stabiele Zijligging
Stabiele zijligging

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stabiele zijligging
  • Slachtoffer reageert niet, dus bewusteloos
  • Slachtoffer ademt wel

Slide 102 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stabiele zijligging
Wanneer een slachtoffer bewusteloos is verslappen de spieren in de keelholten waardoor de tong in de keelholte kan zakken en het slachtoffer kan stikken. 
De stabiele zijligging zorgt ervoor dat de luchtweg vrij blijft. Ook kan het slachtoffer in de stabiele zijligging niet stikken in eventueel braaksel.

Slide 103 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 104 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op
  • benaderen kant gezicht
  • Kinlift - Luisteren, kijken, voelen
  • bril af -> Veiligheid
  • Indien alleen: telefoon bij hoofd slachtoffer
  • Arm over de grond slepen - niet optillen


Slide 105 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Aanspreken
2. Schudden
3. Kinlift + ademhalingscontrole 10 sec.
4. 112 bellen 
5. Bril af
6. Arm die het dichtst bij ligt in een rechte hoek (90 graden) 
7. Handrug naar oor, hand in hand (niet meer loslaten)
8. Verste knie omhoog
9. Draaien
10. Hoofd omhoog kantelen
11. Elleboog op de grond
12. Knie rechte hoek (90 graden)
13. Ademhaling controle buik-rug iedere minuut 10 sec. 

Slide 106 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demonstratie
Stabiele zijligging

Slide 107 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je buiten bewustzijn?
A
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt niet.
B
Als je heel erg benauwd bent en niet meer goed kunt praten.
C
Iemand heeft dan een scheve mond, praat verward en heeft een lamme arm
D
Iemand reageert niet op aanspreken of een pijnprikkel. De persoon ademt wel.

Slide 108 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij bewusteloosheid........


Let op meerdere antwoorden goed
A
Is er sprake van diep bewustzijnsverlies
B
Reageert het slachtoffer op aanraken
C
Laat ik het slachtoffer op zijn rug liggen
D
Vallen de reflexen uit

Slide 109 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Controle ademhaling voer ik op de juiste wijze uit door:
A
kijken, luisteren en voelen
B
aanraken, observeren
C
hand op de mond te leggen
D
kijken of de borstkast omhoog komt

Slide 110 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij bewustzijn
Buiten bewustzijn
Geleidelijk bewustzijn verliezen
Bewusteloos
Het slachtoffer is niet gericht op zijn omgeving, geeft geen antwoord en voelt slap aan.
Ogen open, kijkt je aan, geeft antwoord.
Slachtoffer wordt steeds suffer, eerst aanspreekbaar, later reageert hij niet meer op de omgeving.
Ligt of zit onderuit gezakt, reageert niet op aanspreken of aanschudden.

Slide 111 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je legt iemand in de stabiele zijligging als..
A
Iemand zich niet lekker voelt
B
Iemand geen adem meer haalt
C
Iemand buiten bewustzijn is maar ademhaalt
D
Iemand misselijk is

Slide 112 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
dan stopt het hart minder snel met pompen
D
om te zorgen dat iemand warm blijft

Slide 113 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze mevrouw doet de stabiele zijligging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 114 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een slachtoffer op de grond liggen.
Wat doe je?

Kies de juiste volgorde.
A
Slachtoffer benaderen, in de stabiele zijligging, alarmeren
B
Slachtoffer benaderen SO benaderen Ademhaling controle 112 bellen
C
Slachtoffer benaderen Bewustzijn controle 112 bellen
D
112 bellen Bewustzijn controle Stabiele zijligging

Slide 115 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je zelf wel een buiten bewustzijn geweest?
Ja, geregeld!
Ja, wel een keer!
Nee, niet dat ik weet!
Nee, gelukkig nog nooit!

Slide 116 - Poll

Deze slide heeft geen instructies




Les 4: Rauwteck 






Les 3: Reanimatie

Slide 117 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Help! EHBO skills voor jou
Gastles door een EHBO'er van het Rode Kruis
EHBO-les van het Rode Kruis met hulp van:
Cindy
Anita
Wouter
Groep
7 en 8

Slide 118 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij EHBO?

Slide 119 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

waarvoor staat EHBO?
A
Eerste hulp bij ongelukken
B
Eerst huilen bij oma
C
Eerste hulp bij omvallingen
D
Eerste hulp bij ongevallen

Slide 120 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rautekgreep

Slide 121 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelverband

Slide 122 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwachtelen van de enkel

Slide 123 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT DOE JE EERST?
1
2
3
4

Slide 124 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

112 BELLEN SCRIPT
"Ambulance"
De meldkamer: "Ik zie dat je op dit adres bent: noem adres of plaats, winkel of school. "Klopt dat?". Kan de meldkamer de beller niet zien in hun systeem, vraag dan om het adres.
Vertel precies wat er gebeurd is.
Bevestig: "Ja, dat klopt".
Of noem jouw locatie/adres zo duidelijk mogelijk. 
Vertel wat er is gebeurd en hoe het met het slachtoffer gaat.  
Ben je bij hem? Hoe oud is hij? Is
hij wakker? Ademt hij? Bloed hij erg? Welk lichaamsdeel is gewond? 
Ik stuur nu de ambulance om je te helpen. Blijf aan de lijn en ik zal precies zeggen wat je moet doen.
Antwoord zo duidelijk mogelijk op de vragen van de centralist.
timer
5:00
Hallo. 112 alarmcentrale. Wie wil je spreken? [Antwoord] Blijf aan de lijn. Ik schakel je door naar de juiste meldkamer. 

Slide 125 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 126 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Snelverband aanleggen
timer
15:00

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EHBO bij huidwond of bloeding

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controleer de ademhaling
Controleer continu of de ademhaling normaal blijft. 
Zorg voor beschutting van het slachtoffer. Bij regen of kou, leg je een deken, jas of sjaal over het slachtoffer heen. Bij warm weer zorg je voor schaduw. 
Stopt de ademhaling? Draai dan het slachtoffer op de rug en start reanimatie. Zorg dat er iemand in de buurt is die kan reanimeren. De ambulance is al onderweg, blijf doorgaan tot de hulpverleners er zijn. 

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Stabiele zijligging

Slide 130 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 131 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rautekgreep
timer
15:00

Slide 132 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EHBO bij gebroken botten en verstuiking 

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou hier aan de hand kunnen zijn?
A
Gebroken been
B
Enkel verstuikt
C
Verdraaide knie
D
Hersenschudding

Slide 134 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koelen 
timer
10:00

Slide 135 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Been ondersteunen
timer
5:00

Slide 136 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EHBO bij een bloedneus

Slide 137 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knijp in je neus

Slide 138 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 139 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies