OVK2TKKO02_BLOK 3_WG_2_3_2024-2025

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
KennislijnHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Leerdoelen

De student verpleegkunde kan:
  1. de stappen van het verpleegkundig proces toepassen aan de methodiek van het klinisch redeneren (verpleegkundig redeneren) (1,3,4)
  2. de rol van de verpleegkundige binnen het proces van ‘Advance Care Planning (ACP)’ in eigen woorden weergeven (4,7)
  3. benoemen op welke verschillende manieren mensen mantelzorg geven en wat hun motieven zijn (6,7)
  4. advies geven over de ontwikkelingen in het verpleegkundige beroep om als professional nog beter af te stemmen en samen te werken met mantelzorgers en vrijwilligers (6,7)
  5. aandachtspunten in de rol als verpleegkundige beschrijven omtrent mantelzorgondersteuning (6,7)
  6. Shared Decision Making (SDM) toepassen bij de oudere zorgvrager en mantelzorger om tot de best passende zorg te komen (4,7)
  7. aan de hand van een casus de verschillende stappen in het proces van klinisch redeneren toelichten en uitschrijven (4)
  8. klinisch redeneren door gebruik te maken van kennis uit diverse disciplines en voorafgaande semesters (verpleegkunde, psychologie, geneeskunde, sociologie, recht, ethiek en economie) (4)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Introductie bijeenkomst
  2. Voorkennis activeren
  3. Palliative fase en Advanced Care planning
  4. Mantelzorgondersteuning OLG
  5. Oefentoetsen
  6. Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Literatuur

Wilkinson, J. M. (2020). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces (6e ed.)

Hoofdstuk 7 Zorgplan
Hoofdstuk 12 Interventies
Haaren, van E., et al., (2017). Klinisch redeneren en verpleegkundige classificaties.

Hoofdstukken 4 en 5 de delen over het zorgplan
NANDA Herdman TH, S Kamitsuru (red): 2017. NANDA International Verpleegkundige diagnoses en classificaties 2015-2017. Vertaling van de 10e Engelstalige editie. Pg. 137 - 139. Kwetsbare ouderen syndroom

Bakker, T., et al., (2019). Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief

Hoofdstuk 24 Mantelzorger onder druk
Hoofdstuk 29 Palliatieve zorg
Voorkennis activeren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw. S. kan zelfstandig douchen wanneer zij een douchestoel heeft. Vanuit welke wet wordt dit gefinancierd?
A
ZVW,
B
WMO
C
WLZ
D
WGBO

Slide 5 - Quizvraag

A= zorgverzekeringswet
B=  wet maatschappelijke ondersteuning, vanuit gemeente ondersteuning om zolang mogelijk thuis kunnen blijven wonen (met bijv. hulpmiddelen)
C = wet langdurige zorg, zware, intensieve zorg 
D = rechten en plichten als patient betreffende een medische behandeling

Juiste antwoord: B
In het zorgplan van mw. S staat dat zij veel pijn heeft t.g.v reuma in haar handen. Dit is een nieuwe klacht, eerder had zij weinig last van de reuma. Je indiceert als wijkverpleegkundige 2x daags zorg voor aan- en uitkleden.

Is deze interventie juist?
A
nee, want de symptomen worden aangepakt ipv de oorzaak
B
ja, want dit zijn dagelijkse levensbehoeften
C
nee, want er is niet gedacht aan mantelzorg
D
ja, als wijkverpleegkundige heb je de verantwoordelijkheid dat mw. verzorgt wordt.

Slide 6 - Quizvraag

kan wat discussie oproepen, want hulp bij ADL is ook mogelijk een antwoord wat gegeven wordt.
Bedoeling hier is om in te laten zien dat er niet zomaar interventies ingezet moeten worden, maar dat er verder gekeken / geredeneerd gaat worden. 
Indiceren, het opstellen van interventies hoort bij...
diagnostisch redeneren
prognostisch redeneren
therapeutisch redeneren

Slide 7 - Poll

therapeutisch redeneren
Multifunctieproblematiek is een kenmerk dat op treedt bij de kwetsbare oudere
eens
oneens

Slide 8 - Poll

klopt.
Naar eigen inzicht verder over in gesprek gaan
Welke twee thema's staan deze les (WG 2) centraal?
A
migrantenouderen en mantelzorgondersteuning
B
migrantenouderen en stepped care methode
C
advanced care planning en stepped care methode
D
advanced care planning en mantelzorgondersteuning

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve fase

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van palliatieve zorg?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?
  • Volgens de WHO: zorg die de kwaliteit van leven verbetert bij mensen met een levensbedreigende aandoening, door vroegtijdige signalering en behandeling van lichamelijke, psychische, sociale en spirituele problemen.

  • Palliatieve zorg begint wanneer genezing niet meer mogelijk is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten en cijfers
  • In 2012: ± 136.000 overlijdens, waarvan 57% door chronische ziekte.
  • Verwachte stijging naar bijna 200.000 overlijdens in 2040 (door dubbele vergrijzing).
  • 75% van de overledenen is ouder dan 70 jaar.
  • 68% wil thuis sterven, maar slechts 36% doet dat werkelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze 1: 10 min

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasering palliatieve fase
  • Kanker: stabiele fase → snelle achteruitgang → overlijden.
  • Chronische ziekten (hartfalen, COPD): geleidelijke achteruitgang met pieken.
  • Dementie/ouderdom: langdurige, sluipende achteruitgang.
  • Ouderen ervaren vaak een combinatie van deze trajecten.
Bron: Bakker, T., et al., (2019). Klinisch redeneren bij ouderen. H 29 
  • Te vinden in de mediatheek( ebook)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oke, wat zijn die fasen dan en hoe kan je het zien als verpleegkundige?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatief redeneren
Klinisch redeneren in de palliatieve fase, gebaseerd op wensen van patiënt (Shared decision making)
Doel: verminderen van symptoomlast en verbeteren van kwaliteit van zorg.

Fasen:
1. In kaart brengen van problematiek (met meetinstrumenten)
2. Beleid formuleren en behandelplan opstellen
3. Evalueren en bijstellen in overleg met patiënt en naasten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instrumenten
Advanced care planning 
Zorgpad stervensfase
Welke nog meer? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Advanced care planning
Denk 2 minuten in rust over Advanced Care Planning. 

Wat is het? Bedenk een voorbeeld erbij

Bespreek in 3 minuten met degene naast je, wat jullie weten, bestudeerd hebben over ACP

Klassikaal bespreken


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

5 stappen voor ACP:
1. Zorg dat de patiënt voldoende kennis heeft van zijn ziekte
2. Stimuleer de patiënt erover te praten met zijn naasten
3. Laat de patiënt een vertegenwoordiger kiezen (partner, kind, mentor of anders)
4. Leg de wensen vast; de patiënt in een wilsverklaring en de arts in het medisch dossier
5. Herhaal het ACP-gesprek: periodiek of bij een verandering
Wat is het ?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Advanced Care planning (palliatieve fase)
  • continu en dynamisch proces waarin zorgverleners samen met de patiënt en diens naasten bespreken wat belangrijk is voor de patiënt in de laatste levensfase. 
  • Daarbij gaat het om het vastleggen van wensen, waarden en voorkeuren ten aanzien van toekomstige zorg en medische behandelingen, zoals wel of geen reanimatie, beademing, of ziekenhuisopname.

Doel van ACP is dat patiënten zelf regie houden, goed geïnformeerd zijn en tijdig keuzes kunnen maken over hun zorg, ook voor het moment dat zij hier zelf niet meer over kunnen beslissen.
Vijf stappen: 

1. Zorg dat de patiënt voldoende kennis heeft van zijn ziekte
2. Stimuleer de patiënt erover te praten met zijn naasten
3. Laat de patiënt een vertegenwoordiger kiezen (partner, kind, mentor of anders)
4. Leg de wensen vast; de patiënt in een wilsverklaring en de arts in het medisch dossier
5. Herhaal het ACP-gesprek: periodiek of bij een verandering


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld uit de praktijk: 


Een 82-jarige vrouw met vergevorderde hartfalen wordt regelmatig opgenomen in het ziekenhuis vanwege benauwdheid. In een gesprek met haar huisarts en dochter geeft zij aan dat ze niet meer naar het ziekenhuis wil als haar situatie opnieuw verslechtert. Ze wil thuis blijven en daar comfortzorg ontvangen. Dit wordt vastgelegd in haar medisch dossier. Bij een volgende crisis belt haar dochter niet 112, maar neemt contact op met de thuiszorg en de huisarts, die palliatieve zorg inschakelen. Zo blijft mevrouw in haar vertrouwde omgeving, zoals zij dat wenst.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Casus dhr. Verlaat
  • In tweetallen
  • Lees de casus van meneer Verlaat
  • Bespreek met zijn tweeën: 
  • Hoe komt ACP tot uiting in de casus van meneer Verlaat? 
  • Waaruit blijkt dat?


timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Casus in groepjes bespreken of klassikaal behandelen

Meneer Verlaat is in het bezit van een schriftelijke wilsverklaring van de NVVE, omvattende een behandelverbod en een verklaring waarin hij zijn vrouw machtigt om voor hem te beslissen als hij wilsonbekwaam is.
👉 Dit is een formeel onderdeel van ACP: vastleggen van behandelwensen en het aanstellen van een vertegenwoordiger.
Na de laatste ziekenhuisopname heeft hij samen met zijn echtgenote met de huisarts over zijn wilsverklaring gesproken en aangegeven dat hij geen ‘toeters en bellen’ meer wenst. Ook heeft hij laten vastleggen dat hij niet naar een verpleeghuis wil.
👉 Gesprek met zorgverlener over wensen in de laatste levensfase: een kernactiviteit binnen ACP.
De SO informeert het echtpaar en hun dochter over zijn bevindingen en prognose. Hij schetst daarbij tevens de behandelopties en de beperkingen daarvan...
👉 ACP behelst ook informatievoorziening over medische vooruitzichten en behandelopties.
Het antwoord op die lastige vraag is mede afhankelijk van het levensdoel dat meneer Verlaat zich stelt... Willen hij en zijn naasten hierover in gesprek gaan? Meneer Verlaat en zijn echtgenote stemmen daar graag mee in...
👉 Het verhelderen van wat voor meneer Verlaat kwaliteit van leven betekent, is fundamenteel binnen ACP.
Gezamenlijk deze vraag aftastend, blijkt die uitspraak... niet dat hij van elke medische behandeling zou willen afzien.
👉 ACP maakt ruimte voor nuance: het gaat niet om een zwart-wit behandelverbod, maar om gedeelde besluitvorming gebaseerd op persoonlijke waarden.
Met deze wens als overkoepelend doel, stelt de SO twee als/dan-vragen gericht op het zorgplan voor de korte(re) termijn:
Wat als zich opnieuw een longontsteking met een delier voordoet?
Wat als nader urologisch onderzoek zou uitwijzen dat een operatieve ingreep nodig is?
👉 ACP vertaald naar concrete scenario’s (‘als/dan-besprekingen’), met als doel anticiperen op toekomstige medische situaties.
Over beide zaken worden vervolgens gezamenlijk afspraken gemaakt.
👉 Dit is ACP in actie: afspraken vastleggen op basis van patiëntdoelen.
Als zich voorts situaties voordoen... zullen zijn naasten zoveel mogelijk in de geest van het overkoepelende doel handelen...
👉 ACP ondersteunt vertegenwoordigers bij het nemen van beslissingen in de geest van de patiënt.
Het meest onzeker is de situatie van toenemende cognitieve achteruitgang... Afgesproken wordt dit proces te monitoren en periodiek te evalueren...
👉 ACP is een dynamisch proces: regelmatige evaluatie is onderdeel van goede praktijk.
Met dit zorgplan, waarin ACP is geïntegreerd, wordt de zorg na ontslag overgedragen aan de thuiszorg en de huisarts.
👉 ACP wordt geborgd in het zorgplan en overgedragen aan andere zorgverleners: essentieel voor continuïteit.
Pauze 2: 10 min

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorgondersteuning

Slide 25 - Tekstslide

We hebben nu gezien hoe ACP bijdraagt aan passende zorg voor de patiënt. Maar passende zorg kan alleen bestaan als ook de mantelzorger overeind blijft. Daarom gaan we nu kijken naar hun rol én hoe wij als verpleegkundigen hen kunnen ondersteunen in de palliatieve fase.
Waarom aandacht voor mantelzorgers? 
  • Kwetsbare ouderen zijn vaak afhankelijk van mantelzorgers (partner, kind).
  • Lichamelijke, cognitieve en psychische achteruitgang brengt grote emotionele en relationele belasting met zich mee.
  • Verlies van autonomie en veranderende rollen zorgen voor spanningen in relaties.
  • De kwaliteit van zorg is mede afhankelijk van draagkracht, motivatie en betrokkenheid van mantelzorgers.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risicofactoren zijn er voor overbelasting van mantelzorgers?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
  1. Psychiatrische en gedragsproblemen bij ouderen (depressie, agitatie, achterdocht).
  2. Onvoldoende kennis bij mantelzorger over ziektebeelden (bv. dementie).
  3. Persoonlijkheidsproblematiek of onverwerkte trauma’s bij ouderen of mantelzorgers.
  4. Emotionele triggers: verlies, afhankelijkheid, relatieconflicten.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren van overbelasting
  • Vroegtijdige signalering van overbelasting is cruciaal.
  • Gebruik van meetinstrumenten:
  • MantelScan (incl. genogram, ecomap, Zelf Rated Burden, EDIZ).
  • Caregiver Strain Index (CSI).
  • Thema’s om te bevragen: somatiek, cognitie, persoonlijkheid, beleving, omgeving, levensgeschiedenis.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe pak je dat als verpleegkundige aan? 
  1. Samenwerken: erken mantelzorger als partner in zorg.
  2. Ondersteunen: zie mantelzorger ook als mede-cliënt.
  3. Faciliteren: bewaak relatie cliënt-mantelzorger.
  4. Afstemmen: blijf in dialoog over zorgen en successen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze 3: 10 min

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
  • Je bent wijkverpleegkundige en bezoekt mevrouw De Groot in het kader van reguliere zorgverlening.
  • Noem minstens drie signalen van overbelasting  in de casus
  • Licht toe welke risicofactoren in deze casus bijdragen aan haar overbelasting.
  • Benoem de verpleegkundige diagnose: (1) Overbelasting van de mantelzorger - PESS (2) Risico op overbelasting van de mantelzorger - PR/PS
  • Benoem je zorgresultaat / zorgresultaten 

  • Kies twee interventies en leg uit waarom ze in deze situatie passend zijn. Denk aan: SOFA-model, MantelScan, respijtzorg, voorlichting, gesprek voeren.

  • Onderbouw je keuze kort met gegevens uit de casus en wetenschappelijk onderzoek.

Wat zou jij als verpleegkundige belangrijk vinden in het contact met deze dochter? Wat vraagt deze situatie van jou in je communicatie?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus: Mevrouw De Groot en haar dochter

Mevrouw De Groot is 92 jaar en heeft ernstig COPD. Ze woont in een mantelzorgwoning in de tuin van haar dochter, die haar dagelijks ondersteunt. Mevrouw is beperkt mobiel, gebruikt een rollator binnenshuis en heeft hulp nodig bij het opstaan, lopen en douchen. Haar conditie gaat langzaam achteruit, en ze gebruikt 's nachts en soms overdag zuurstof. Ook haar gehoor en zicht zijn merkbaar verminderd, waardoor communicatie en oriëntatie moeizamer verlopen.

De thuiszorg komt twee keer per dag voor ondersteuning bij de ADL, zoals wassen, aankleden en medicatie. De dochter van mevrouw De Groot doet de rest: ze kookt, regelt afspraken, doet boodschappen en biedt emotionele steun. Ze vindt het moeilijk om grenzen aan te geven, slaapt slecht en huilt regelmatig. Ze voelt zich schuldig als ze hulp vraagt en noemt zichzelf "de enige die echt weet hoe moeder het wil."


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding en evaluatie WG 2

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advanced Care Planning gebeurt alleen bij kwetsbare ouderen.

Slide 35 - Poll

nee
Het SOFA model wordt gebruikt om het mantelzorgnetwerk in kaart te brengen.

Slide 36 - Poll

nee, gaat over rollen van de mantelzorger.

CSI is meetinstrument om mantelzorgnetwerk in kaart te brengen
Mijn actieve houding in de les heeft mij geholpen om de lesstof te begrijpen.

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies



Ter inspiratie:
Film van IK BLIJf een Poosje bij je zitten: https://youtu.be/T9JW7QWMISE

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma WG 3
Alle leerdoelen van WG 1 en 2
Leervragen?
Diverse opdrachten, zie WG 3 opdrachtenblad
Socrative

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

extra slides
te gebruiken naar eigen inzicht

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwetsbare oudere syndroom
Klopt de definitie (p)
Minstens 3 a 4 bepalende kenmerken (s)
Minstens 1 samenhangende factor (e)

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies