Duurzaamheid

Duurzaamheid
Duurzaamheid
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
IntersectoraalMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Duurzaamheid
Duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou duurzaamheid?

Slide 2 - Woordweb

Programma
Duurzaamheid
=
“met de wereld omgaan zodat de aarde nog bruikbaar is voor de toekomst”

Slide 3 - Tekstslide



         Duurzaam


     Niet duurzaam

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Duurzaam
De natuur (de aarde) wordt zo min mogelijk belast. Er wordt rekening gehouden met het milieu. De aarde moet leefbaar blijven, nu en in de toekomst.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is dan duurzame ontwikkeling?

  • Dit betekent bijvoorbeeld dat auto niet meer op benzine of diesel (zeer vervuilend) moeten rijden maar op (groene) stroom. Dat zou beter zijn. 
  • Of dat er steeds minder producten van plastic worden gemaakt maar van ander materiaal dat vaker hergebruikt kan worden. 
  • Dit zijn voorbeelden van dingen die dus ontwikkeld moeten worden of al ontwikkeld zijn. Zo blijft de aarde langer 'leven'. 

Slide 16 - Tekstslide

Oplossing 1: duurzame energie
  •  windmolens, zonnepanelen en bodemwarmte
  • biomassa (biobrandstoffen)

Slide 17 - Tekstslide

Oplossing 2: duurzame grondstoffen
  • recyclen van grondstoffen
  • alternatieve grondstoffen
  • minder grondstoffen gebruiken 

Slide 18 - Tekstslide

Oplossing 3
  • creatief gebruik van "grond":
    stadslandbouw, verticale landbouw
  • precisielandbouw (technisch)
  • kringlooplandbouw (biologisch) 

Slide 19 - Tekstslide

Oplossing 4
  • minder vervuiling 
    lozen van afvalwater, geen vuurwerk afsteken, etc. 

Slide 20 - Tekstslide

Oplossing 5: minder broeikasgassen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Reizen
Ik reis het meest met de fiets.
Ik reis het meest met het openbaar vervoer.
Ik reis het meest met de auto.
Ik reis het meest met de auto.

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Duurzamer worden/maken
  • Afval voorkomen, scheiden en recyclen
  • Recycling = van afval weer nieuwe materialen maken (hergebruik)

Slide 27 - Tekstslide

Duurzaam worden/maken
  • Geen vervuiling van de omgeving

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Wat kun je zelf doen om milieuschade te voorkomen?

Slide 30 - Woordweb