Examentraining GLVM H1-6

Lees nu je samenvatting van H1 en H2 (5 min)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lees nu je samenvatting van H1 en H2 (5 min)

Slide 1 - Tekstslide

H1: Nussbaum's begrip van 'capabilities' slaat op menselijke...
A
Vermogens
B
Mogelijkheden
C
Potenties
D
Capaciteiten

Slide 2 - Quizvraag

H1: Wat betekent het dat de mens zich-tot-zichzelf-in-de-wereld verhoudt?

Slide 3 - Open vraag

H2: Waarom is volgens Plato een democratie verre van ideaal? (2 redenen)

Slide 4 - Open vraag

H2: Plato's ideale staat + de ziel
vegetatief-verlangend
thymotisch-eergevoelig
denkend-beschouwend
deugd: moedig
deugd: matig
deugd: wijs
onderbuik
hart/borst
hoofd/rede

Slide 5 - Sleepvraag

Ik zou wel in Plato's ideale staat willen leven
ja, ik vind het een utopie, want...
nee, ik vind het een dystopie, want...

Slide 6 - Poll

H2: Volgens Aristoteles is geen enkele staatsvorm ideaal
A
Waar
B
Onwaar
C
Irrelevante stelling

Slide 7 - Quizvraag

H2: Volgens Aristoteles ontaarden de volgende staatsvormen op de volgende manier:
1) Monarchie --> ?
2) Aristocratie --> ?
3) Politeia --> ?

Slide 8 - Open vraag

H2: Ik kan een goede definitie geven van het begrip 'deugd' (arète)
ja, en die ga ik nu opschrijven
nee, ik ga het nu opzoeken en daarna opschrijven

Slide 9 - Poll

H2: Dianoëthische deugden zijn bijvoorbeeld...
A
Geliefd zijn en veel vrienden hebben
B
Goed kunnen koken
C
De relatieve snelheid van een object kunnen meten
D
Moedige beslissingen durven nemen

Slide 10 - Quizvraag

H2: Ethische deugden zijn bijvoorbeeld...
A
Je stijlvol kunnen kleden
B
Bejaarden helpen oversteken
C
Mevrouw Ionescus motor een oliebeurt kunnen geven
D
Weten dat vijgenbrood goed samen gaat met blauwe kaas

Slide 11 - Quizvraag

H2: Geef de definitie van de volkomen deugd (is niet hetzelfde als 'gewone' karakterdeugden) en leg uit hoe Ari's definitie van deze hoogste deugd verschilt van die van Plato.

Slide 12 - Open vraag

Lees nu je samenvatting van H3 en H4 (5 min)

Slide 13 - Tekstslide

H3: Ik kan de 3 theologale deugden opnoemen en kort uitleggen
Nee, en die ga ik nu opzoeken en daarna opschrijven

Slide 14 - Poll

H4: Ik weet wat protestantisme betekent
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

H4: In tweetallen, leg hier de vier opvattingen van het autonome individu uit

Slide 16 - Woordweb

H4: In de 16e eeuw is er sprake van zowel een subjectivering van de moraal, als van een verschuiving naar een plichtsethiek. Leg uit. (tweetallen)

Slide 17 - Open vraag

H4: Lockes liberalisme is niet goed te rijmen met protestantisme
A
Waar
B
Onwaar
C
Weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

H4: Het verschil tussen Lockes en Kants voorstellen voor burgerrechten is...

Slide 19 - Woordweb

H4: Kierkegaard zou best goede vrienden zijn met Hegel (H7)
A
Waar
B
Onwaar
C
Weet ik niet

Slide 20 - Quizvraag

H4: PT Locke: Ik weet welke 2 rechten en 2 plichten de mens in de natuurtoestand heeft
Ja, en die ga ik nu opschrijven
Nee, en die ga ik nu opzoeken, en daarna opschrijven

Slide 21 - Poll

H4: Geef met een plaatje een voorbeeld van authenticiteit volgens de existentialisten

Slide 22 - Open vraag

H4: Voor Locke is dit het belangrijkste...
A
Individualiteit
B
Vrijheid
C
Veiligheid
D
Eigendom

Slide 23 - Quizvraag

H4 PT Locke: Noem één van de drie dingen die volgens Locke ontbreken in de natuurtoestand, die wel nodig zijn om jouw eigendom te beschermen

Slide 24 - Open vraag

Lees nu je samenvatting van H6

Slide 25 - Tekstslide

H6: Volgens Smith is dit de basis van een welvarende economie
A
Arbeid
B
Geld
C
Ontwikkeling
D
Diversiteit

Slide 26 - Quizvraag

H6: Geef met een plaatje een voorbeeld van een positief en van een negatief gevolg van arbeidsdeling volgens Smith

Slide 27 - Open vraag

H6: begrippenlijstje Marx: proletariaat, bourgeoisie, kapitaal, productiemiddelen, productieverhoudingen, vervreemding

Slide 28 - Woordweb

H6: "De arme arbeider is gaan geloven dat je hard moet werken voor de kost, de rijke kapitalist is gaan geloven dat hij door zijn eigen kwaliteiten succesvol is geworden"
Waarvan is dit citaat een voorbeeld?
Scheve productieverhoudingen
Vervreemding van de eigen arbeid
Vals bewustzijn
Bewustzijn wordt bepaald door materiële positie

Slide 29 - Poll

H6 Marx: Geef met een foto een voorbeeld van de materiële onderbouw en van de geestelijke bovenbouw

Slide 30 - Open vraag

H6: PT Marx en Engels: Waardoor groeit kapitaal?
A
Loonarbeid
B
Scheve productieverhoudingen
C
Private bezit van productiemiddelen
D
Concurrerende arbeidspositites

Slide 31 - Quizvraag