Brandwonden quiz
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn oorzaken van brandwonden?
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eerste, belangrijkste zin bij een brandwond (wat doe je als eerste)
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij een brandwond koel je de wond ...
A
1 minuut met koud water
B
5 minuten met lauw-warm water
C
10 minuten met lauw-warm water
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij welke brandwonden mag een eerste hulp verlener de wond behandelen
A
Alleen een 1e graads-brandwond
B
Alleen bij een 1e en 2e graads-brandwond
C
Bij 1e, 2e en 3e graads-brandwond
D
Bij geen één brandwond
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Chemische stoffen kunnen ook tot een verbranding leiden. In dat geval dien je besmette kleding zo snel mogelijk te verwijderen (draag bij voorkeur beschermende handschoenen).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Na verwijdering van de kleding moet de huid tenminste 10 minuten afgespoeld worden ter verdunning van de chemicaliën
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Niet waar, 45 minuten afspoelen
Wanneer een kind een brandwond heeft, geef je het kind geen eten. Waarom niet?
Slide 8 - Open vraag
Geef nooit iets te eten of te drinken. De maag reageert daarop door bloed aan andere lichaamsdelen te onttrekken, dat is nu net niet de bedoeling. Daarnaast werkt de maag minder goed, waardoor het slachtoffer kan gaan braken.
Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de kenmerken van een 3e graads-brandwond?
Slide 11 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Noem twee veel voorkomende ongelukken wat brandwonden kan veroorzaken
Slide 12 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Bij brandwonden doe je altijd de luier zo snel mogelijk uit
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
