v.t. en t.t. + synoniemen
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
(spelen t.t.) 1. Het jongetje ....... in de zandbak.
Slide 4 - Open vraag
(verhuizen t.t.) 2. Die familie ... naar Eindhoven.
Slide 5 - Open vraag
(wandelen t.t.) 3. Je ..... daar niet graag, hé?
Slide 6 - Open vraag
(nemen t.t.) 4. ...... je liever de andere weg?
Slide 7 - Open vraag
(redden t.t.) 5. Mijn zus ......... het wel dit schooljaar.
Slide 8 - Open vraag
(worden t.t.) 6. Jesse ..... bijna 10.
Slide 9 - Open vraag
(gooien t.t.) 7. Ank en Anja .... de bal naar elkaar over.
Slide 10 - Open vraag
(schudden t.t.) 9. Hij ...... de oplossing zo uit zijn mouw.
Slide 11 - Open vraag
(vinden t.t.) 10. .......... jij dat een leuke band?
Slide 12 - Open vraag
verleden tijd:
Gisteren ….. (landen) het vliegtuig op Schiphol.
Gisteren ….. (landen) het vliegtuig op Schiphol.
Slide 13 - Open vraag
verleden tijd:
Gelukkig ... (branden) het niet af.
Gelukkig ... (branden) het niet af.
Slide 14 - Open vraag
verleden tijd:
De piloot ……. (willen) weten of het veilig was.
De piloot ……. (willen) weten of het veilig was.
Slide 15 - Open vraag
verleden tijd:
De landingsbaan …….. (zijn) helemaal leeg.
De landingsbaan …….. (zijn) helemaal leeg.
Slide 16 - Open vraag
verleden tijd:
Toen ……. (zetten) hij de landing in.
Toen ……. (zetten) hij de landing in.
Slide 17 - Open vraag
verleden tijd:
Hij …… (testen) alle systemen en knoppen.
Hij …… (testen) alle systemen en knoppen.
Slide 18 - Open vraag
verleden tijd:
"We zijn geland,"...…………… (vertellen) hij de reizigers.
"We zijn geland,"...…………… (vertellen) hij de reizigers.
Slide 19 - Open vraag
verleden tijd:
De stewardessen …… (verwennen) deze mensen.
De stewardessen …… (verwennen) deze mensen.
Slide 20 - Open vraag
verleden tijd:
Ze ... (heten) de mensen welkom in hun land.
Ze ... (heten) de mensen welkom in hun land.
