Négation

  • Voca
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Dans ce cours...

  • Négation

Slide 2 - Tekstslide

écoutez bien!
page 88

Slide 3 - Tekstslide

Négation (ontkenning)
In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
  • ne ... pas = niet / geen

De ontkenning staat om de persoonsvorm. Dit is het eerste werkwoord in de zin. Ne staat ervoor en pas komt erachter.

Elle ne regarde pas la télé = Zij kijkt geen tv.


Slide 4 - Tekstslide

Négation (ontkenning)
Als de persoonsvorm begint met een klinker (a, o, e, u, i, y) of een stomme h, verandert ne in n'.

Il n'est pas sympa = Hij is niet aardig.

Slide 5 - Tekstslide

Négation (ontkenning)
Let op bij deze ontkenningen!
Leer ze uit je hoofd.
  • J'ai > Je n'ai pas
  • J'habite > Je n'habite pas
  • C'est > Ce n'est pas
  • Il y a > Il n'y a pas

Slide 6 - Tekstslide

5

Slide 7 - Video

00:11
Uit welke 3 delen bestaat de ontkenning?

Slide 8 - Open vraag

00:32
Maak de zin ontkennend:
Je parle beaucoup.

Slide 9 - Open vraag

00:48
Maak de zin ontkennend:
C'est difficile.

Slide 10 - Open vraag

01:04
Waar kan je de ontkenning in het Frans mee vergelijken?

Slide 11 - Open vraag

01:28
Maak de zin ontkennend:
Il joue dans le jardin.

Slide 12 - Open vraag

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 13 - Quizvraag

Staat de ontkenning goed in de zin?
Samuel ne regarde pas la télé.
A
B

Slide 14 - Quizvraag

Staat de ontkenning goed in de zin?
Nous ne avons pas un grand jardin.
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Staat de ontkenning goed in de zin?
Il n'y a pas de piscine.
A
B

Slide 16 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
Je suis en forme.
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
Je suis Néerlandais.

Slide 18 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
Je suis timide.

Slide 19 - Open vraag

Maak de zin ontkennend.
Je parle français.

Slide 20 - Open vraag

Au travail!
Fais l'exercice 32 aux pages 89 et 90.

Slide 21 - Tekstslide