ordinals (rangtelwoorden)

This lesson
You will learn about ordinal numbers (rangtelwoorden)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

This lesson
You will learn about ordinal numbers (rangtelwoorden)

Slide 1 - Tekstslide

GOAL
Know what ordinal numbers are and you are able to remember a few after this lesson. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

 Wat zijn rangtelwoorden?

Rangtelwoorden (ordinal numbers) gebruik je om een volgorde aan te geven.


Slide 4 - Tekstslide

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 
sixteen - sixteenth

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 6 - Tekstslide

Zet de volgende getallen om in rangtelwoorden:
1. one 2. eight 3. three

(Let op! Geef antwoord als volgt: 1= ..... 2=..... 3=......)

Slide 7 - Open vraag

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Slide 8 - Tekstslide

When is it the turn of the man with the hat?
A
first
B
second
C
third
D
fourth

Slide 9 - Quizvraag

When is it the turn of the man with the red book?
A
second
B
third
C
fourth
D
fifth

Slide 10 - Quizvraag

When is it the turn of the lady with the black bag?
A
first
B
second
C
third
D
fourth

Slide 11 - Quizvraag

When is the turn of the girl with the pink shirt?
A
second
B
third
C
seventh
D
fifth

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan de rangtelwoorden herkennen en toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 15 - Quizvraag