WEEK 1

HAVO 5
PERIODE 2 WEEK 1

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HAVO 5
PERIODE 2 WEEK 1

Slide 1 - Tekstslide

kijk naar het filmpje
"schrijfvaardigheid deel 1"
de voorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

tekstsoort
betoog

Slide 4 - Tekstslide

tekstsoort
betoog

Slide 5 - Tekstslide

onderwerp
wordt gegeven

Slide 6 - Tekstslide

hoofdgedachte
hoe jij over het onderwerp denkt

Slide 7 - Tekstslide

boek blz. 59
lees deze bladzijde alsjeblieft 
aandachtig door en maak opdracht 1

Slide 8 - Tekstslide

boek blz. 59
samen nakijken opdracht 1

Slide 9 - Tekstslide

samen nakijken opdracht 1
Bijvoorbeeld:
Informerend:
- Steeds meer mensen nemen een tatoeage.
- De organisatie van de Olympische Spelen kosten veel tijd, geld en mankracht.
- Kinderarbeid is in Azië heel gewoon.
- Er zijn nog steeds te weinig orgaandonoren.

Overtuigend: 
- Mensen die nu een tatoeage nemen, zullen zich daar later voor schamen.
- De Olympische Spelen zijn verworden tot een commercieel gedrocht.
- We moeten geen artikelen kopen die met behulp van kinderarbeid geproduceerd zijn.
- Iedereen moet orgaandonor worden.

Slide 10 - Tekstslide

de inleiding
  • de aandacht trekken
  • onderwerp aangeven

Slide 11 - Tekstslide

aandacht trekken

  • anekdote/voorbeeld
  • actualiteit
  • geschiedenis
  • aangeven van het belang voor de lezer

Slide 12 - Tekstslide

onderwerp introduceren

  • vraag of vragen stellen
  • opbouw van de tekst aankondigen
  • probleem formuleren
  • standpunt verkondigen

Slide 13 - Tekstslide

boek blz. 60 - 62

  • lees blz. 60 nog even goed door
  • maak daarna alsjeblieft oefening 2

Slide 14 - Tekstslide

boek blz. 60 - 62

  • samen nakijken opdracht 2

Slide 15 - Tekstslide

samen nakijken opdracht 2
Tekst 1: C met een voorbeeld
Tekst 2: B met de geschiedenis
Tekst 3: A met de actualiteit
Tekst 4: D met het aangeven van het belang voor de lezer
2
Tekst 1: A door één of meerdere vragen te stellen
Tekst 2: D door een probleem te formuleren
Tekst 3: C een mening (standpunt) te verkondigen
Tekst 4: B door de opbouw van de tekst aan te kondigen

Slide 16 - Tekstslide

samen nakijken opdracht 2
Tekst 1: C met een voorbeeld
Tekst 2: B met de geschiedenis
Tekst 3: A met de actualiteit
Tekst 4: D met het aangeven van het belang voor de lezer
2
Tekst 1: A door één of meerdere vragen te stellen
Tekst 2: D door een probleem te formuleren
Tekst 3: C een mening (standpunt) te verkondigen
Tekst 4: B door de opbouw van de tekst aan te kondigen

Slide 17 - Tekstslide

boek blz. 65
alsjeblieft maken opdracht 6

Slide 18 - Tekstslide

boek blz. 65
samen nakijken opdracht 6

Slide 19 - Tekstslide

opdracht 6

1 adoptie van kinderen uit het buitenland
2 Een kind uit het buitenland adopteren gaat niet zonder moeite en ook niet zonder risico’s.
3 een toekomstverwachting
4 De cirkel wordt rond gemaakt door terug te komen op het voorbeeld uit de inleiding (Nienke en Peter)

Slide 20 - Tekstslide

kijk naar Ronald Goedemondt

speciaal voor Abdullah ; - )

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

kijk naar het filmpje woordraadstrategieën

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

boek blz. 279 en 280
heeft iedereen opdracht 1 al gemaakt?

Slide 25 - Tekstslide

kahoot woordenschat 1

Slide 26 - Tekstslide

boek blz. 207-210

Slide 27 - Tekstslide

vormen van dubbelop
  • onjuiste herhaling
  • tautologie
  • pleonasme
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning

Slide 28 - Tekstslide

onjuiste herhaling


  • Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer aan ergeren.

Slide 29 - Tekstslide

tautologie


  • Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer aan ergeren.

Slide 30 - Tekstslide

pleonasme


  • In het scheikundelokaal hangt een vieze stank.

Slide 31 - Tekstslide

contaminatie
  • printen en afdrukken wordt afprinten
  • over en opnieuw wordt overnieuw
  • nakijken en checken wordt nachecken
  • zich ergeren aan en irriteren wordt zich irriteren aan
  • omhoog stijgen
  • van de trap af naar beneden vallen

Slide 32 - Tekstslide

ook heel erg:

  • er is geen enkel spoor van bewijs
  • "De ontdekking van de hemel" behoort tot één van de beste boeken van de Nederlandse literatuur.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Boek blz. 209-210
alsjeblieft maken opdrachten 2 en 3

Slide 35 - Tekstslide

nakijken opdracht 2

Slide 36 - Tekstslide

1 Waarschijnlijk + vermoedelijk = 1.2 tautologie
Verbetering: laat ‘vermoedelijk’ weg.
2 ontmoedigt + niet op de bank zetten = 1.5 dubbele ontkenning
Verbetering: laat ‘niet langer’ weg.
3 achteraf een evaluatie = 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘achteraf’ weg.
4 naar + naar = 1.1 onjuiste herhaling
Verbetering: laat het tweede ‘naar’ weg.
5 raadde … af + geen = 1.5 dubbele ontkenning
Verbetering: laat ‘geen’ weg.

6 je + bedenken = 1.4 contaminatie
Verbetering: ‘je realiseren’ of ‘bedenken’.
7 van + van = 1.1 onjuiste herhaling
Verbetering: laat het tweede ‘van’ weg.
8 Plotseling + ineens = 1.2 tautologie
Verbetering: laat ‘ineens’ weg.
9 rekenschap houden met = 1.4 contaminatie
Verbetering: ‘rekenschap’ wordt ‘rekening’; vermenging van ‘rekening houden met’ en ‘(zich) rekenschap geven van’.
10 stomme sufferd = 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘stomme’ weg.

Slide 37 - Tekstslide

nakijken opdracht 3

Slide 38 - Tekstslide

  1. kost + duur = 1.4 contaminatie
Verbetering: ‘kost’ moet ‘is’ zijn of ‘duur’ moet ‘veel’ zijn.
2 correcte zin
3 vrouwelijke schrijfsters = 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘vrouwelijk’ weg.
4 vermijden + geen 1.5 dubbele ontkenning
Verbetering: laat ‘geen’ weg.
5 zoiets dergelijks = 1.4 contaminatie
Verbetering: ‘zoiets’ of ‘iets dergelijks’.

6 aangenaam genoegen = 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘aangenaam’ weg.
7 verzoek + willen = 1.2 tautologie of 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘willen’ weg.
8 komt zeldzaam voor = 1.4 contaminatie
Verbetering: ‘is zeldzaam’ of ‘komt zelden voor’.
9 Aan + aan = 1.1 onjuiste herhaling
Verbetering:Laat het tweede ‘aan’ weg.
10 pleegt gewoonlijk = 1.3 pleonasme
Verbetering: laat ‘gewoonlijk’ weg.
Of: ‘en hij komt gewoonlijk op tijd.’

Slide 39 - Tekstslide