les 4

Welkom Pauline!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsEnseignement Secondaire

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom Pauline!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Warm-up
Jeugdjournaal
Bespreken huiswerk
Schrijven en formuleren; zakelijke e-mail

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel tanden heeft een witte haai gemiddeld in zijn bek?

A
100
B
300
C
3000

Slide 3 - Quizvraag

Welke planeet wordt ook wel de rode planeet genoemd?

A
Venus
B
Mars
C
Jupiter

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het langste Nederlandse woord dat in het woordenboek staat?

A
Hottentottententententoonstelling
B
Kindercarnavalsoptocht-voorbereidingswerkzaamheden
C
Achterruitverwarmingsinstallatie

Slide 5 - Quizvraag

Welke van deze dieren kan achteruit vliegen?

A
Kolibrie
B
Vleermuis
C
Libelle

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel vakken heeft een gemiddelde leerling in de brugklas?
A
5–7
B
8–10
C
12–14

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in Nederland het meest gegeten tussendoortje op school?

A
Appel
B
Liga of koek
C
Kaasbroodje

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt meestal het leukst gevonden in de brugklas?

A
Nieuwe vrienden maken
B
Pauze
C
Toetsen maken

Slide 9 - Quizvraag

Welke talen worden officieel gesproken in België?

A
Nederlands, Frans en Duits
B
Nederlands en Engels
C
Frans en Spaans

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van België?


A
Antwerpen
B
Brussel
C
Gent

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een typisch Belgisch woord dat Nederlanders vaak grappig vinden?

A
Frietkot
B
Knuffelbeest
C
Schooltas

Slide 12 - Quizvraag

Welke bekende uitvinding komt uit België?

A
De cassettebandjes
B
De frietzak
C
De praline

Slide 13 - Quizvraag

Wat is qua oppervlakte groter?

A
België
B
Nederland

Slide 14 - Quizvraag

Jeugdjournaal
Bedenk bij elk onderwerp 1 goed vraag!

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 1.1 Fictie Lezen blz. 8-10 + maken 2 en 3
Paragraaf 1.3 lezen
Opdracht 8, 10 en 11
klascode: 830559


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De zakelijke E-mail

Slide 18 - Tekstslide

LEERDOELEN:

-hoe schrijf je een zakelijke e-mail?
-formele taal gebruiken in een zakelijke e-mail

PLANNING:
-lesson-up quiz
-schrijven e-mail

Slide 19 - Tekstslide

Het taalgebruik in een zakelijke e-mail is:
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quizvraag

Bij formeel taalgebruik schrijf je in de jij-vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Welke aanhef is goed?
A
geachte Mevrouw Visser,
B
Geachte mevrouw Visser,
C
Geachte mevrouw visser
D
geachte Mevrouw visser,

Slide 22 - Quizvraag

Welke aanhef is goed?
A
Geachte heer van der Graaf,
B
Geachte Heer Van der Graaf,
C
Geachte heer Van Der Graaf,
D
Geachte heer Van der Graaf,

Slide 23 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zinnen hoort NIET in een zakelijke brief?

A
Met vriendelijke groeten,
B
Graag wil ik informeren of ik me nog kan inschrijven.
C
Ik hoop gauw de datum te vernemen.
D
Ik ben blij dat je wat vrolijker bent nu.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een goede passende zin voor het slot van een zakelijke e-mail?

Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Reageer snel!
B
Ik hoor graag hoe wij dit probleem oplossen.
C
Hopelijk krijg ik van u een nieuwe sleutel.
D
U moet niet te lang wachten om te reageren.

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel witregels staan er in een zakelijke e-mail?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Je stuurt een e-mail over een verkeerde levering van bestelde schoenen.
Wat kun je het beste invullen bij het onderwerp?
A
Klacht levering schoenen
B
Klacht
C
Klacht mail
D
Jullie hebben het fout gedaan

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de juiste afsluitende groet bij een formele e-mail?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Het beste,
D
Later!

Slide 28 - Quizvraag

Als je niet weet aan wie je de mail moet schrijven, wat is dan de aanhef van je e-mail?
A
Goedemorgen,
B
Beste lezer,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Hoi,

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

les 4

Slide 31 - Tekstslide