Les 5

Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten
les 5

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Helpende zorg en welzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Assisteren bij sociale en recreatieve activiteiten
les 5

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen
1. Hoe evalueren je een activiteit?
2. Wat is een sctiviteitenprogramma
3. Welke soorten materialen gebruik je bij een activiteit?
4. Hoe zorg je voor een goede veiligheid bij activiteiten?
5. Wat zijn snoezelruimtes?

Slide 2 - Tekstslide

Evalueren van activiteiten
Evalueren is erg belangrijk. 
  1. Het helpt je bij het voorbereiden van andere activiteiten. 
  2. Het zorgt ervoor dat je de uitvoering van je werk kunt aanpassen zodat de activiteit de volgende keer nog beter en leuker is.

Slide 3 - Tekstslide

Samen maken

Opdracht 34. Het uitvoeren en evalueren van een activiteit

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Samen maken

Opdracht 35. Het activiteitenprogramma


Aanpassing: Maak voor jouw stage-opdracht een poster met de activiteit die jij op jouw stageplek gaat uitvoeren. 

Slide 6 - Tekstslide

Materialen en middelen
Welke materialen en middelen er voor een activiteit gebruikt worden is afhankelijk van:
  • de doelgroep
  • het soort activiteit
  • het doel van de activiteit.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten materialen
Verbruiksartikelen zijn materialen die je verbruikt. Je kunt ze niet onbeperkt gebruiken. Ze zijn uiteindelijk op. 

Gebruiksartikelen zijn artikelen of materialen die lang meegaan. Je kunt ze keer op keer gebruiken. Uiteindelijk slijten ze wel en zul je ze moeten vervangen. 

Hulpmiddelen zijn materialen of middelen die de doelgroep helpen om de activiteit uit te voeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Een voorbeeld van een verbruiksartikel is een
A
Ganzenbord
B
Kwasten
C
Stofzuiger
D
WC papier

Slide 9 - Quizvraag

Verbruiksartikelen...
A
Artikelen die regelmatig opgaan
B
Artikel dat je vaker kunt gebruiken

Slide 10 - Quizvraag

voorbeelden van gebruiksartikelen
A
schaar
B
bal
C
papier
D
kopje

Slide 11 - Quizvraag

Gebruiksartikelen
A
Artikelen die regelmatig opgaan
B
Artikel dat je vaker kunt gebruiken

Slide 12 - Quizvraag

Veiligheid bij activiteiten
Ruimte
Is de ruimte die ik in gedachten heb geschikt voor de activiteit?Is er voldoende ruimte?Zijn er geen obstakels, voorwerpen op de grond, waar de deelnemers over kunnen vallen?Is de ruimte goed verlicht?
Materiaal
Is het materiaal dat ik ga gebruiken geschikt voor de doelgroep?Kan de deelnemer de materialen en middelen gebruiken zoals het moet?
Veilig
Zijn de materialen en middelen die ik ga gebruiken veilig en niet stuk?Zijn de voorwerpen niet te klein en niet te scherp?Is het niet te hoog?

Slide 13 - Tekstslide

Snoezelen

Snoezelen valt onder de belevingsgerichte manier van zorg verlenen. Mensen met dementie of met een verstandelijke beperking zijn vaak meer ingesteld op lichaamstaal en lichamelijk contact. Snoezelen prikkelt de belangrijkste zintuigen: het gehoor, het zicht, de reuk, de tast en de smaak. Door deze zintuigen selectief te prikkelen, kunnen mensen hun emoties en gevoelens uiten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voor wie is snoezelen??
Mensen met....
A
een verstandelijke beperking
B
dementie
C
autisme
D
Niet aangeboren hersenletsel (NAH)

Slide 16 - Quizvraag

Snoezelen
A
Zintuigen worden op een aangename manier geprikkeld
B
Zintuigen worden hierdoor helemaal niet geprikkeld

Slide 17 - Quizvraag

MAKEN

Opdracht: 37, 38, 40
Doe: 34 - 36 , 39,

Slide 18 - Tekstslide