B&F Staal Taal 4 Slapen les 5
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Kijk naar het plaatje hiernaast.
De man zit te knikkebollen in de trein.
Weet je nu wat knikkebollen betekent?
De man zit te knikkebollen in de trein.
Weet je nu wat knikkebollen betekent?
A
ja zeggen tegen iets leuks
B
zittend slapen waarbij je hoofd steeds knikt
C
met knikkers een spelletje spelen
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn andere woorden voor slapen
waar
niet waar
een dutje doen
zeilen
maffen
tukken
bakken
knikkebollen
pitten
fietsen
onder zeil zijn
een uiltje knappen
Slide 4 - Sleepvraag
los de rebus op
wat is het antwoord?
wat is het antwoord?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent als iemand onder zeil is?
A
hij slaapt kort
B
hij slaapt op een boot
C
hij slaapt lang en diep
Slide 6 - Quizvraag
Wat hoort bij elkaar?
je ligt er met je hoofd op
je ligt eronder
je ligt erop en eronder
het dekbedovertrek
het beddengoed
de kussensloop
Slide 7 - Sleepvraag
welk woord hoort er niet bij? Vertel waarom..
fietsen, schrijven, voetballen, tukken
fietsen, schrijven, voetballen, tukken
Slide 8 - Open vraag
welk woord hoort er niet bij? Vertel waarom..
een uiltje knappen, de hangmat tukken of een dutje doen
een uiltje knappen, de hangmat tukken of een dutje doen
Slide 9 - Open vraag
welk woord hoort er niet bij? Vertel waarom..
opblazen, luchtbed, tent, bedstee
opblazen, luchtbed, tent, bedstee
Slide 10 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
