Zorgrunners- deel 2

                                  Zorgrunners
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

                                  Zorgrunners

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Lesdoelen
  • Theorie: Communicatie
  • Oefening: Actief luisteren
  • Theorie: Dementie
  • Oefenen: benaderingswijze dementie 
  • Pauze
  • Vaardigheid: Wassen aan wastafel
  • Vaardigheid: Aan- en uitkleden
  • Vaardigheid: steunkousen aan- en uittrekken
  • Evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze trainingsavond heeft de deelnemer inzicht in:
  • De verschillende ziektebeelden van de zorgvrager
  • De verschillende communicatiemogelijkheden
  • De verschillende ondersteunende taken

Slide 3 - Tekstslide

Wat is jullie bijgebleven van de vorige keer?

Slide 4 - Woordweb



Welke handelingen mag een zorgrunner uitvoeren?

Slide 5 - Tekstslide




Wondzorg toepassen

Slide 6 - Tekstslide




Rapporteren 

Slide 7 - Tekstslide




Ondersteunen bij eten en drinken

Slide 8 - Tekstslide




Zuurstof toedienen

Slide 9 - Tekstslide




Steunkousen aan- en uittrekken

Slide 10 - Tekstslide




Ondersteunen bij toiletgang 

Slide 11 - Tekstslide




Injectie toedienen

Slide 12 - Tekstslide




Theorie: Communicatie

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
  1. Schrijf in minimaal 5 en maximaal 10 steekwoorden op hoe jij communiceert. Denk hierbij aan aanwezig zijn, op de achtergrond, stemvolume, manier van praten (gebruik je veel stopwoordjes, vloek je veel, enz.), kleding, houding, gebaren, intonatie, gezichtsuitdrukking, vooroordelen, enz
  2. Ga tevens voor jezelf na, welke manier van communicatie van anderen jou, op een positieve manier beïnvloedt? Bedenk hoe dit komt.
  3. Ga ook na, welke manier van communicatie van anderen jou, irriteert? Bedenk hoe dit komt.

Slide 14 - Tekstslide

Communicatie
Zender-(medium)-boodschap-ontvanger

Welke vormen van communicatie?
  • Verbale communicatie
  • Non- verbale communicatie

Slide 15 - Tekstslide

Communicatiestoring 
  • Psychologische factoren 
  • Omgangskundige factoren
  • Culturele factoren
  • Sprake van ruis

Slide 16 - Tekstslide

Actief luisteren
Actief luisteren betekent luisteren met aandacht: inlevingsvermogen en concentratie.

Die componenten van actief luisteren kun je onthouden met het ezelsbruggetje LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen

Slide 17 - Tekstslide

Luisteren
  • Richt je volledig op de ander.
  • Laat de ander merken dat je luistert.
  • Laat de ander uitpraten en oordeel niet te snel.
  • Reageer op een gepaste manier. 

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatten
Vat tijdens een gesprek regelmatig de besproken punten kort samen.

Je geeft een samenvatting door te herhalen wat de ander heeft gezegd, maar dan in een verkorte versie. Let bij het samenvatten op de volgende punten:
  • Houd het beknopt
  • Gebruik je eigen woorden
  • Benoem ook de non-verbale communicatie
  • Eindig altijd met een vraag

Slide 19 - Tekstslide

Doorvragen
Doorvragen is een gesprekstechniek om dieper op een bepaald onderwerp in te gaan. Voorbeelden van manieren om door te vragen zijn:
  • Wat bedoel je daar precies mee?
  • Wie zijn ‘ze’?
  • Kun je daar een voorbeeld van geven?
  • Welke van de genoemde redenen vind je het belangrijkst?

Let bij doorvragen op dat je niet de antwoorden interpreteert.  

Slide 20 - Tekstslide

Ezelsbruggetjes bij gespreksvoering

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Ga in tweetallen in gesprek.


De ene vertelt het meest GEKKE/LEUKE/INTERESSANTE verhaal wat je hebt meegemaakt.

De ander luistert actief, stelt vragen om te verdiepen en vat samen. 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Ga samen met een ander tweetal zitten.
Degene die GELUISTERD heeft, vertelt het verhaal
 aan het andere tweetal.

Slide 23 - Tekstslide




Theorie: Dementie

Slide 24 - Tekstslide

Wat weten jullie over dementie?

Slide 25 - Woordweb

Dementie
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. 

Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig hersenziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is:
  • De ziekte van Alzheimer
  • Vasculaire dementie
  • Lewy body dementie
  • Parkinson dementie

Slide 26 - Tekstslide

Wat kunnen verschijnselen zijn bij dementie?

Slide 27 - Woordweb

Verschijnselen
  • Geheugenstoornissen
  • Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon
  • Vermindering van de verstandelijke vermogens
  • Decorumverlies
  • Emotionele stoornissen
  • Stoornissen in de communicatie
  • Hallucinaties en wanen


Slide 28 - Tekstslide

Benaderingswijze dementie
Beginnende dementie
De benaderingswijze die gebruikt wordt bij een beginnende dementie wordt ROT (Realiteits Oriëntatie Training) genoemd

Doel: Angst en onrust te verminderen

Het is belangrijk om realistische informatie (de werkelijkheid) herhaaldelijk aan te bieden, bijvoorbeeld:
  • Verkeerde uitspraken of handelingen corrigeren
  • Dagelijkse werkelijkheid regelmatig aanbieden
  • Zelfstandig gedrag aanmoedigen

Slide 29 - Tekstslide

Benaderingswijze dementie
Voortschrijdende dementie
De benaderingswijze die gebruikt wordt bij een beginnende dementie wordt Validation genoemd

Validation betekent bevestigen. 

Het doel van deze benadering is demente ouderen helpen gelukkig te zijn met het leven dat ze leiden. 

Slide 30 - Tekstslide

Benaderingswijze dementie
Vergevorderde dementie
Een benaderingswijze bij dementerende ouderen in een vergevorderd stadium is snoezelen. 

Zintuigstimulatie

Het doel van deze benadering is demente ouderen helpen gelukkig te zijn met het leven dat ze leiden. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Welke benaderingswijze kies jij?

Je krijgt drie casussen van cliënten met dementie. Beschrijf voor elke casus welke benaderingswijze je toepast en hoe je als zorgrunner reageert in de situatie. 

Slide 33 - Tekstslide




Vaardigheden oefenen

Slide 34 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze trainingsavond heeft de deelnemer inzicht in:
  • De verschillende ziektebeelden van de zorgvrager
  • De verschillende communicatiemogelijkheden
  • De verschillende ondersteunende taken

Slide 35 - Tekstslide

Vooruitblik
15 mei:
Ondersteunen bij activiteiten en rapportage en overdracht 




Slide 36 - Tekstslide




Vragen?

Slide 37 - Tekstslide