6.4 Vruchten en zaden

Thema 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 6

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Video

Uit welke twee delen bestaat een meeldraad?
A
Uit een stempel en vruchtbeginsel
B
Uit een helmknop en stijl
C
Uit een helmknop en helmdraad
D
Uit een stempel en stijl

Slide 4 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Kroonbladeren zijn vaak fel gekleurd
B
Kelkbladeren zijn vaak fel gekleurd
C
Kroonbladeren beschermen de bloem in knop
D
Kelkbladeren lokken insecten

Slide 5 - Quizvraag

In het vruchtbeginsel zitten acht zaadbeginsels.
Elk zaadbeginsel bevat
A
1 eicel
B
1 stuifmeelkorrel
C
8 eicellen
D
8 stuifmeelkorrels

Slide 6 - Quizvraag

Welke bloemen maken stuifmeel?
A
Bloem 1 en 3
B
Bloem 2 en 3
C
Alle bloemen
D
Alleen bloem 2

Slide 7 - Quizvraag

Zelfbestuiving: stuifmeel blijft op dezelfde plant
Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op een andere plant van dezelfde soort

Slide 8 - Tekstslide

Bestuiving = stuifmeel wordt overgebracht van de meeldraad naar de stempel van een stamper van een bloem van dezelfde soort

Slide 9 - Tekstslide

Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 10 - Sleepvraag

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt. 
  • Als een stuifmeelkorrel op de stempel ligt, maakt hij een stuifmeelbuis.
  • Zo komt hij bij de eicel in het zaadbeginsel terecht en ontstaat bevruchting.
  • de kern van de eicel en de kern van de stuifmeelkorrel komen samen in 1 cel.

Slide 11 - Tekstslide

6.4 Vruchten & zaden

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel 
  • Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Een vrucht
  1. De bloem voor bevruchting
  2. Vruchtbeginsel en zaadbeginsel groeien.
  3. Kroonblad en kelkblad verdwijnen
  4.  Bloemkelk verschrompelt
  5. Zaadhuid donkerder

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurd er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 15 - Quizvraag

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 16 - Sleepvraag

Verschillende vruchten
  • Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 
  • Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

  • Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. 
  • Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. 
  • Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 20 - Tekstslide

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Link

Huiswerk
  • Thema 6:
  • 6.4 Vruchten en zaden
  • Vraag 1 t/m 8.

Klaar?
Oefenen op biologiepagina.nl

Slide 23 - Tekstslide