Hst 30 WW GEZ

Vandaag 
Verder met redekundig ontleden met werkwoorden, en werkwoordelijk gezegde 
Pak eventueel KERN blz. 191, 193 en 194  erbij
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
Verder met redekundig ontleden met werkwoorden, en werkwoordelijk gezegde 
Pak eventueel KERN blz. 191, 193 en 194  erbij

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
De boete zal 50€ gaan bedragen
A
zal
B
zal bedragen
C
zal gaan bedragen
D
zal 50€ gaan bedragen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Ik zit me op te vreten
A
zit
B
zit te vreten
C
zit op te vreten
D
zit me op te vreten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Hij is nu toch echt de kluts helemaal kwijt
A
is
B
is kwijt
C
is nu echt kwijt
D
is de kluts kwijt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Het wandelen in de duinen ligt mij niet.
A
ligt
B
het wandelen ligt
C
het wandelen ligt niet
D
het wandelen ligt mij niet

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
De gymleraar kon de klas niet in het gareel houden
A
kon
B
kon houden
C
kon in het gareel houden
D
kon niet

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Hij schonk het meisje een prachtige glimlach en die schrok zich toen een hoedje.
A
schonk
B
schonk, schrok
C
schonk, schrok een hoedje
D
schonk, schrok zich een hoedje

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Schulting won dit weekend een gouden medaille bij shorttracken
A
won
B
won shorttracken
C
won bij shorttracken
D
won een gouden medaille

Slide 20 - Quizvraag

 NUMO taken klaar 
Morgen naamwoordelijk gezegde
vrijdag lijdend voorwerp
dan samengestelde zinnen, en oefenen 
en nog hst 32

Slide 21 - Tekstslide