Hoe communicatie werkt

• Omganskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 9

Hoe communicatie werkt

Communicatie

Communicatie 

Overdragen van informatie aan anderen

Verbale communicatie= je houding, gezichtsuitdrukkingen en gebaren

EENS

ONEENS

Non-verbale communicatie= communiceren door praten

EENS

ONEENS

Welke soorten media heb je?

Sara belt het facilitair meldpunt om een vergaderlunch te bespreken.
Wie is de zender?

1. Sara
2. Telefoon
3. Facilitair meldpunt
4. Afspraken over de lunch

Sara belt het facilitair meldpunt om een vergaderlunch te bespreken.
Wat is het media?

1. Facilitair meldpunt
2. Sara
3. De telefoon
4. Afspraken over de lunch

Mevrouw Blok kijkt op televisie een programma van omroep MAX over ouderenzorg.
Wie is de zender?

1. Mevrouw Blok
2. Omroep MAX
3. Televisie
4. Ouderenzorg

Mevrouw Blok kijkt op televisie een programma van omroep MAX over ouderenzorg.
Wie is de ontvanger?

1. Televisie
2. Ouderenzorg
3. Mevrouw Blok
4. Omroep MAX

De zender

• Welke informatie wil ik overbrengen
• Je bedenkt hoe je dit op een goede manier kan doen
• Je controleert of de ander je boodschap goed begrepen heeft

De boodschap

• Je informatie die je overbrengt
• Probeer je boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen

Het medium

• Denk goed na op welke manier je de boodschap over wil brengen.
• Via app, email etc. zie je niet hoe de boodschap over komt.

De ontvanger

• Als jij de ontvanger bent, probeer je goed te luisteren en de boodschap te begrijpen.
• Je stelt een vraag als je het niet goed begrijpt.

Ruis = storing 

1. De zender brengt de boodschap niet goed over
2. De ontvanger begrijpt de boodschap verkeert 
3. De boodschap is onduidelijk 
4. De omgeving verhindert goede communicatie