2T les 3.

Wat is verwacht van jullie:
  • Steek je hand op als je vragen hebt
  • Blijf van ander mans spullen af en van elkaar
  • Blijf zitten op je plek
  • Telefoons in de telefoon tas
  • Luister naar elkaar, een persoon aan het woord
  • Overleggen met persoon naast je + rustig
  • Opmerkingen vragen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is verwacht van jullie:
  • Steek je hand op als je vragen hebt
  • Blijf van ander mans spullen af en van elkaar
  • Blijf zitten op je plek
  • Telefoons in de telefoon tas
  • Luister naar elkaar, een persoon aan het woord
  • Overleggen met persoon naast je + rustig
  • Opmerkingen vragen?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling stof 7.1 
  • Huiswerk nakijken 

Slide 2 - Tekstslide

7.1 Gezond eten
2T

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 7.1:
  1. Beschrijven waar eetgewoonten vanaf hangen.
  2. Het verschil tussen een voedingsmiddel en voedingsstof beschrijven en hier voorbeelden van noemen.
  3. Beschrijven wat voedingsvezels zijn en wat de functie hiervan is.
  4. Het verschil beschrijven tussen energierijke stoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen en hier voorbeelden van noemen
  5. Uitleggen hoe de schijf van vijf ervoor zorgt dat je gezond blijft en voorbeelden kunnen noemen uit elk vak.
  6. Beschrijven wat gezonde en ongezonde tussendoortjes zijn en beschrijven waarom het ongezond is om het ontbijt over te slaan.
  7. Beschrijven hoe en waardoor eten kan bederven

Slide 4 - Tekstslide

Voedingsmiddel: iets dat je eet of drinkt. Melk en dropjes zijn daar voorbeelden van. 

Voedingsstoffen: In elk voedingsmiddel zitten voedingsstoffen. Er zijn zes soorten voedingsstoffen (zie volgende pagina)

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsmiddel vs. Voedingsstof

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsstoffen:
  1. Koolhydraten
  2. Eiwitten
  3. Vetten 
  4. Mineralen
  5. Vitaminen
  6. Water

Slide 7 - Tekstslide

Voedingsvezels
Vezels géén voedingsstoffen ->
Ze zorgen dat de spieren in je darmen actief blijven. Die spieren kneden je eten en daardoor verteert je eten beter.



Volkoren boterham                    Groenten                            Fruit

Slide 8 - Tekstslide

Groepen voedingsstoffen
Energierijke stoffen: heb je nodig om te bewegen en om warm te blijven. Koolhydraten (suikers en zetmeel) en vetten zijn energierijke stoffen.


Bouwstoffen: heb je nodig voor de groei. Eiwitten, vetten, mineralen en water zijn bouwstoffen.

Beschermende stoffen: heb je nodig om gezond te blijven. Vitaminen en mineralen zijn beschermende stoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

14- tot 18-jarigen hebben nodig:

Slide 11 - Tekstslide

Schijf van 5
In elk voedingsmiddel zitten andere voedingsstoffen. Om van elke voedingsstof genoeg binnen te krijgen, moet je gevarieerd eten. Dat betekent dat je niet elke dag hetzelfde eet. 

De schijf van vijf helpt je daarbij. Deze schijf bestaat uit vijf vakken met een groep voedingsmiddelen

Slide 12 - Tekstslide

Schijf van 5
Je eet gezond als je iedere dag iets 
uit elk vak eet. Uit een groter vak eet 
je meer dan uit een kleiner vak. 

Het is ook belangrijk dat je voldoende 
drinkt. Daarom is er ook een vak voor dranken.

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer eten?
3 hoofdmaaltijden: ontbijt - lunch - avondeten 
Hierin zitten alle voedingsstoffen 

Niet ontbijten: in de loop van de ochtend honger en voel je je lusteloos en koud. --> neemt dan sneller ongezond voedsel. Hierin zitten veel meer energierijke stoffen dan je nodig hebt.

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer eten?
Veel tussendoortjes -->  bij de hoofdmaaltijden minder trek; je eet minder brood, groente en vlees. 

Daardoor krijg je te weinig bouwstoffen en beschermende stoffen binnen. 

Slide 15 - Tekstslide

Voedsel bederf
 Voedselbederf ontstaat doordat schimmels en bacteriën op en in het voedsel groeien

Sommige schimmels en bacteriën laten het voedsel vies ruiken en smaken, andere maken je ziek

Slide 16 - Tekstslide

Voedselbederf
Schimmels en bacteriën komen op allerlei manieren op je voedsel, bijvoorbeeld uit de lucht, via je handen of vanaf de snijplank. Ze vermeerderen zich dan op en in het voedsel.


Slide 17 - Tekstslide

Voedselbederf

Schimmels bestaan uit dunne draden. Hiermee zuigen ze voedsel op. Op de draden ontstaan kleine bolletjes met sporen erin. De bolletjes knappen open en de sporen verspreiden zich

Bacteriën bestaan uit één cel en 
vermeerderen zich door celdeling. 
Een bacterie deelt zich in tweeën. 
Die twee bacteriën delen zich ook weer

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken

Slide 19 - Tekstslide