Digitale apparaten en wat je hebt geleerd

ICT
en wat je hebt geleerd
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

ICT
en wat je hebt geleerd

Slide 1 - Tekstslide

Hardware = apparatuur
Software
Data
Hardware = apparatuur
  • alle onderdelen die in een computer zitten 
  • of die je kan aansluiten op een computer                   (= randapparatuur)
Software 
  • Programma's waar de computer mee werkt: 
     bv. apps of PowerPoint
Data
  • de gegevens die worden verwerkt



Slide 2 - Tekstslide

Wat zie je op de afbeelding?
A
Hardware en software
B
Hardware
C
Software

Slide 3 - Quizvraag

Welke hardware herken je op de foto?
A
laptop
B
tablet
C
gsm
D
smartwatch

Slide 4 - Quizvraag

Geef 3 voorbeelden van
randapparatuur

Slide 5 - Woordweb

Soorten software
Google Maps
Netflix
LinkedIn
YouTube
Excel
Verkenner
Messenger

Slide 6 - Sleepvraag

Digitale apparatuur
  • werkt met elektronische informatie 
  • informatieverwerkend systeem: wisselt informatie uit met de omgeving + doet er iets slims mee
Analoge apparatuur: werkt mechanisch

Slide 7 - Tekstslide

Digitaal of analoog?
Analoog
Digitaal

Slide 8 - Sleepvraag

Noem een voorbeeld van digitale apparatuur die jij gebruikt.

Slide 9 - Open vraag

De wondere wereld van het internet
  • Wat zorgt ervoor dat wij internet hebben?
  • Netwerk  ?
  • Wifi ?
  • Cloud ?
  • Internet ?

Slide 10 - Tekstslide

Een groep apparaten die met elkaar communiceren, via kabels of draadloos.
De plaats op het internet waar je bestanden kunt opslaan. Zo kan je ze gemakkelijk delen met anderen.
Dit is het netwerk dat alle computers op de wereld met elkaar verbindt.
Draadloze internetverbinding
Netwerk

Wifi
Internet
Cloud

Slide 11 - Sleepvraag

Gevaren op het internet
Welke gevaren op het internet ken jij nog ? 

Slide 12 - Tekstslide

gevaren op het internet ?

Slide 13 - Woordweb

Hoe worden mensen genoemd die proberen in te breken in je computer?
A
computerspecialisten
B
spyware
C
programmeurs
D
hackers

Slide 14 - Quizvraag

Wat is 'een firewall'?
A
een muur van vuur
B
een ongewenste e-mail
C
een beveiligingssoftware
D
wifi

Slide 15 - Quizvraag

Iemand probeert jouw gegevens, zoals een wachtwoord, of je geld te stelen. Dit noem je ...
A
phising
B
hacken
C
inloggen
D
spam

Slide 16 - Quizvraag

Je wilt de bestanden op je computer niet verliezen,
als je computer/ gsm crasht. Wat doe je?
A
Niets, een computer crasht nooit
B
Je print alle bestanden elke dag uit.
C
Je laat je computer altijd in stand-by
D
Je neemt een back-up van je bestanden.

Slide 17 - Quizvraag

Databanken

Slide 18 - Tekstslide

Ken je voorbeelden van databanken?

Slide 19 - Open vraag

Denk logisch:
'Wie was de uitvinder van de telefoon?'
Wat typ je in Google om het antwoord te vinden?
A
Wie was de uitvinder van de telefoon
B
uitvinder telefoon
C
uitvinder van de telefoon
D
uitvinder fiets

Slide 20 - Quizvraag

Zoek op:
Wat is een Archaeopteryx ?

Slide 21 - Woordweb

Zoek op:
Wat is de naam van de koningin van Engeland?
Wanneer is ze geboren?

Slide 22 - Woordweb

Zoek op:
Om hoe laat vertrekt op zaterdag de eerste trein van Ieper naar Antwerpen?

Slide 23 - Woordweb

Online bankieren

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je nodig om online te bankieren?

Slide 25 - Open vraag

Scan de qr-code.
Wat is de tweede tip voor veilig te bankieren ?

Slide 26 - Woordweb