In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een religieuze oorzaak voor de ontdekkingsreizen?
Slide 2 - Open vraag
Wat is een economische oorzaak voor de ontdekkingsreizen?
Slide 3 - Open vraag
Wat is een politieke oorzaak van de ontdekkingsreizen?
Slide 4 - Open vraag
Hieronder zie je twee stellingen over de ontwikkeling van de ontdekkingsreizen. Welke stelling is juist? I De Spanjaarden waren de eersten die op zoek gingen naar nieuwe handelsroutes over zee.
II Nieuwe uitvindingen in de 15de eeuw maakten het reizen over zee makkelijker.
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, II is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 5 - Quizvraag
Hieronder zie je twee stellingen over de ontwikkeling van de ontdekkingsreizen. Welke stelling is juist?
I In Italiaanse steden werd steeds meer gehandeld met het Midden Oosten.
II De specerijen werden uit Azië gehaald, omdat ze daar goedkoper waren.
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, II is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 6 - Quizvraag
Hieronder zie je twee stellingen over de ontwikkeling van de ontdekkingsreizen. Welke stelling is juist?
I Door tussenhandel werden de specerijen steeds goedkoper.
II De Europeanen wilden in de nieuw ontdekte gebieden het christendom verspreiden.
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, II is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 7 - Quizvraag
Bij welke ontdekkingsreiziger past de rode lijn op de afbeelding het best?
A
Vasco da Gama
B
Bartolome Dias
C
Willem Barentz
D
Marco Polo
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke ontdekkingsreiziger past de afbeelding het best?
A
Vasco da Gama
B
Bartolome Dias
C
Willem Barentz
D
Marco Polo
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke ontdekkingsreiziger past de afbeelding het best?
A
Vasco da Gama
B
Bartolome Dias
C
Willem Barentz
D
Marco Polo
Slide 10 - Quizvraag
Geef de naam van de groep Spanjaarden die een groot deel van het Amerikaanse continent veroveren, waardoor deze gebieden als kolonies bij Spanje gaan horen.
A
kolonisten
B
missionarissen
C
soldaten
D
conquistadores
Slide 11 - Quizvraag
Hernán Cortés kreeg hulp van La Malinche. Welke van de onderstaande gegevens over La Malinche is niet waar?
A
Op haar vijftiende werd ze cadeau gedaan aan Cortés.
B
Cortés adopteerde haar als zijn dochter.
C
La Malinche sprak veel inheemse talen.
D
Met La Malinche aan zijn zijde trok Cortés dieper het gebied in dat nu Mexico is.
Slide 12 - Quizvraag
Wie vond de boekdrukkunst uit?
A
Copernicus
B
Galileo
C
Aristoteles
D
Gutenberg
Slide 13 - Quizvraag
Zijn deze scheepinstrumenten een oorzaak of gevolg van de nieuwe wetenschappelijke belangstelling?
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 14 - Quizvraag
Noem een uitvinding die ervoor zorgde dat het wereldbeeld van de mensen veranderde
Slide 15 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met Inquisitie?
A
Een inquisitie is de hoogste figuur in de kerk na de paus.
B
Een inquisitie is een onderzoek naar een vernieuwd wereldbeeld.
C
Een inquisitie is een kerkelijke rechtbank.
D
Een inquisitie is een officieel verzoek om geld van een paus.
Slide 16 - Quizvraag
welke woorden passen het best bij de Renaissance
A
Frankrijk
B
Wedergeboorte
C
Klassieke Oudheid
D
Reformatie
Slide 17 - Quizvraag
Welke groep mensen gingen in de late Middeleeuwen tot de 3e stand behoren?
A
de adel
B
de geestelijkheid
C
de burgers
D
de boeren
Slide 18 - Quizvraag
Wat bepaalde tot welke stand je behoorde in de Middeleeuwen
Slide 19 - Open vraag
In de renaissance staat onder andere religie centraal. Waar heeft dat woord mee te maken?
A
welvaart
B
bestuur
C
politiek
D
geloof
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord heeft het meest met persectief in de kunst te maken?
A
gelijkheid
B
kerkelijkheid
C
diepte
D
kleurgebruik
Slide 21 - Quizvraag
Veel schilders uit de Renaissance maakten gebruik van de klassieke oudheid. Is dat juist?
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Waar begon de Renaissance?
A
Portugal
B
Italie
C
Duitsland
D
Frankrijk
Slide 23 - Quizvraag
Welke Italiaanse stad werd heel belangrijk in de Renaissance?