Marketing- basiscommunicatie

Communicatie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basismarketing en CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

communicatie is

Slide 2 - Woordweb

Communicatie
Communicatiemix: feitelijke inzet, combinatie en afstemming van de communicatie-instrumenten ten behoeve van een specifiek doelgroep door een bepaalde organisatie.
Communicatieproces:  

Zender --> Boodschap-->medium-->Ontvanger

Slide 3 - Tekstslide

ZBMO-model

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ruis
Encoderen
Decoderen
Ontvanger
Zender
Boodschap
Medium
Feedback

Slide 6 - Sleepvraag

Communicatievormen

Slide 7 - Woordweb

Communicatievormen
1. Mondelinge communicatie: 
voordeel: persoonlijk karakter van gesprek
nadeel: dat je denkt elkaar te hebben begrepen
2. Schriftelijke communicatie:
voordeel: verspreiden grote hoeveelheden informatie
nadeel: ontbreken directe reactie van patiënt/cliënt
3. Digitale communicatie:
voordeel: snel informatie vinden en vraag stellen
nadeel: eenzijdige communicatie
4. Media:
voordeel: groot bereik publiek
nadeel: eenzijdige communicatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

ACTI- voorwaarden
Affectieve voorwaarden: voorwaarde voor effectieve communicatie dat het spreken, de gebaren en handelingen op dezelfde betekenis hebben.

Cognitieve voorwaarden: dat beide partijen op hetzelfde niveau zitten.

Technische voorwaarden: dat beide partijen zelfde taal beheersen

Interpretatieve voorwaarden: beide partijen moeten dezelfde uitleg kunnen geven aan de boodschap.

Slide 10 - Tekstslide

AIDA

Slide 11 - Tekstslide

Dagmar
Voorbeeld doorloopt de consument verschillende stappen in het leerproces, voordat deze overgaat tot een aankoop, namelijk:

1. Bekendheid (naamsbekendheid): Het percentage personen in de doelgroep dat het betreffende merk kent.
2. Begrip (productkennis): Het aantal personen in de doelgroep dat de voordelen kan aangeven van het betreffende product.
3. Overtuiging (waardering): Het aantal personen in de doelgroep dat overtuigd is van het nut van het betreffende product.
4. Actie (aankoop): Het aantal personen in de doelgroep dat al tot een aankoop is overgegaan.

Slide 12 - Tekstslide

AIDA-model bestaat uit de volgende stappen
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video