4.3 Hoe functioneert een stad?

Vandaag
4.3 Hoe functioneert een stad?

In het nieuws
Kenniseconomie
Bestuur en beleid

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
4.3 Hoe functioneert een stad?

In het nieuws
Kenniseconomie
Bestuur en beleid

Slide 1 - Tekstslide

In het nieuws

Slide 2 - Tekstslide

Ruimtelijke ordening?

Slide 3 - Tekstslide

Een overzicht
  • 1960: Eerste Nota Ruimtelijke ordening (groeiende bevolking in goede banen leiden)
  • 1966: Tweede Nota Ruimtelijke ordening (stadsgewesten, aanwijzen van groeikernen)
  • 1974: Derde Nota Ruimtelijke ordening (stadsvernieuwing, stimuleren van groeikernen)
  • 1988: Vierde Nota Ruimtelijke ordening (compacte stad, milieu denken)
  • 1992: Vierde Nota Ruimtelijke ordening extra (nieuwe woonwijken aan de rand van de stad, open ruimte)
  • 2004: Nota Ruimte (decentralisatie, gericht op de Randstad en economie, nationaal sleutelproject)
  • 2006: Structuurvisie (decentraal waar het kan, centraal waar het moet)

Slide 4 - Tekstslide

Waarom wonen jonge mensen graag in de stad?

Slide 5 - Tekstslide

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 is de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk.

Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers

Slide 6 - Tekstslide

De aantrekkelijke stad
Bij welke omvang van een stad zijn de agglomeratievoordelen maximaal?

Twee meningen:
  1. Nederland lift mee op succes van Amsterdam.
  2. Zet in op samenwerking tussen steden. Expats zien NL als één grote stad.

Slide 7 - Tekstslide

Kenniseconomie
De kenniseconomie: Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht.

De kenniseconomie leunt sterk op zakelijke dienstverlening.

Wat houdt dat in?

Slide 8 - Tekstslide

Kenniseconomie
De kenniseconomie: Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht.

De kenniseconomie leunt sterk op zakelijke dienstverlening.

Wat houdt dat in?
Bedrijven in de tertiaire sector die diensten aanbieden aan andere bedrijven en de overheid.

Slide 9 - Tekstslide

Kenniseconomie
Vooral steden zijn een goede locatie voor bedrijven in de kenniseconomie, omdat hier snel en eenvoudig kennis gedeeld kan worden. Zoals in scienceparken.

Wat is een nadeel voor nr. 6?

Slide 10 - Tekstslide

Kenniseconomie
Vooral steden zijn een goede locatie voor bedrijven in de kenniseconomie, omdat hier snel en eenvoudig kennis gedeeld kan worden. Zoals in scienceparken.

Wat is een nadeel voor nr. 6?
Het ligt ver van andere (volwassen) Science Parks vandaan.

Slide 11 - Tekstslide

Science Park
Science Park

Kenmerken?
  • In de buurt van een universiteit
  • Moderne digitale en infrastructurele verbindingen


Slide 12 - Tekstslide

Broedplaats
Broedplaats

Draagt bij aan creatieve stad.

Kenmerken?
  • Oude loodsen in verpauperde industrie- en havengebieden
  • Creatieve bedrijven: alternatieve kunst, start-ups, kleine bedrijven die nog niet goed lopen etc.


Slide 13 - Tekstslide

De creatieve sector
Net als Science Parks zijn broedplaatsen ook belangrijk voor de economie. Waarom?
  • De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen.
  • Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.

Slide 14 - Tekstslide

Samenwerking overheid en bedrijven
De overheid werkt samen met bedrijven bij grote bouwprojecten: pps.
De publieke sector behartigt de belangen van ons allemaal.
De private sector levert geld en specialistische kennis.

Door middel van publiek-private samenwerking (pps) wordt de Amsterdamse Zuidas groener en is er plaats voor recreatie.

Slide 15 - Tekstslide

Bestuurlijke samenwerking
Bestuurlijke samenwerking noodzakelijk omdat mensen vaak actief zijn in meerdere gemeenten.
Er zijn 22 stadsgewesten in Nederland.

Waarom bepaalt de stadsgewest het aantal nieuwbouwwoningen en niet de gemeentes?
  • Afstemming tussen gemeenten nodig, voorkomen leegstand of tekort. Bijvoorbeeld in dit geval: steden groeien, groeikernen krimpen.

Slide 16 - Tekstslide

Regionale samenwerking
Amersfoort overlegt met omliggende gemeenten over nieuwe recreatie-mogelijkheden.

Dit heet regionale samenwerking.

Welke relaties hebben al deze gemeenten met Amersfoort?
werk (forensisme)
voorzieningen (winkels, horeca, ziekenhuis, opleidingen, recreatiemogelijkheden)

Slide 17 - Tekstslide

Examentraining

Slide 18 - Tekstslide

Examentraining

Slide 19 - Tekstslide

Volgende les
4.4 De stad van de toekomst

Maken: -

Slide 20 - Tekstslide