De f van duif + het lichaam (2)
1 / 51
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke woorden ken jij met de letter f?
Denk aan de woordjes van dinsdag.
Denk aan de woordjes van dinsdag.
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een fiets?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een zeef?
A
B
C
D
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het gif?
A
B
C
D
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de vijf?
A
B
C
D
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een dief?
A
B
C
D
Slide 13 - Quizvraag
Wat is dit?
A
het vee
B
de zee
C
de bel
D
de fee
Slide 14 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de neef
B
de boef
C
de zeef
D
lief
Slide 15 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de boef
B
de zeef
C
de hoef
D
de dief
Slide 16 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de kuif
B
de duif
C
de vijf
D
lief
Slide 17 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de neef
B
de dief
C
lief
D
de fee
Slide 18 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de dief
B
lief
C
de zeef
D
de kuif
Slide 19 - Quizvraag
Schrijf het woord.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf het woord.
Slide 21 - Open vraag
Schrijf het woord.
Slide 22 - Open vraag
Schrijf het woord.
Slide 23 - Open vraag
Schrijf het woord.
Slide 24 - Open vraag
Schrijf het woord.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Klaar?
Hoe maak je jouw voeten sterker?
Hoe maak je jouw voeten sterker?
A
door je kleine teen omhoog te doen
B
door te springen
C
door op je tenen te staan
D
door je grote teen omhoog te doen
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Het lichaam
Welke woorden ken je al?
Welke woorden ken je al?
Slide 34 - Woordweb
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Sleep het woord naar de foto.
de schouder
de kin
de nek
de tand
de pols
de knie
Slide 38 - Sleepvraag
Sleep het woord naar de foto.
de elleboog
de rug
de hiel
de kaak
de borst
de hals
Slide 39 - Sleepvraag
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Waarover praten ze niet in Karrewiet?
A
over een museum
B
over voetbal
C
over corona
D
over olifanten
Slide 46 - Quizvraag
Hoeveel graden wordt het morgen?
A
23°
B
21°
C
20°
D
22°
Slide 47 - Quizvraag
Welk weer wordt het morgen?
A
B
C
D
Slide 48 - Quizvraag
Het weer
Sleep de foto naar de juiste zin.
De zon schijnt.
Het regent.
Het sneeuwt.
Het waait.
Het is bewolkt.
Het is half bewolkt.
Slide 49 - Sleepvraag
Riiiiiiiing! De bel gaat. De les is gedaan.
Hoe was de les vandaag?
Hoe was de les vandaag?
A
Super leuk!
Ik wil nog een keer!
B
Het was oké.
Ik leer nieuwe woorden.
C
Het was oké.
Maar ik leer niet veel.
D
Pfff... Dit was saai.
Ik wil niet meer.
