Fictie & Poëzie les 9 en 10: Gedicht schrijven


Nederlands
Fictie & Poezië - Gedicht schrijven
Les 9 en 10
G3 - P1 2022/2023

timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Fictie & Poezië - Gedicht schrijven
Les 9 en 10
G3 - P1 2022/2023

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • ...heb je in duo's een gedicht geschreven.
  • ...herken je verschillende rijmschema's in de gedichten van je klasgenoten.
  • ...kun je de rijmschema's in deze gedichten benoemen.
  • ...kun je het verband tussen de strofes herkennen en benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je de regels die bij elkaar staan in een gedicht (alinea)?
A
Versregels
B
Strofen
C
Refrein
D
Coupletten

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je een strofe die herhaald wordt?
A
Versregels
B
Strofen
C
Refrein
D
Coupletten

Slide 5 - Quizvraag

Uit hoeveel versregels bestaat een distichon?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een enjambement?
A
Een strofe die één keer voorkomt
B
De regels van een gedicht
C
Woorden die rijmen in dezelfde regel
D
Het afbreken van een zin op een niet-logische plek

Slide 7 - Quizvraag

Hoe ziet omarmend rijm eruit?
A
abba
B
abab
C
abc
D
aabb

Slide 8 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een alliteratie...

Slide 9 - Open vraag

Verbanden tussen strofen
Tussen strofen kunnen verschillende verbanden bestaan:
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Herhaling
  • Uitspraak-reden

Slide 10 - Tekstslide

Rijm & verbanden in gedichten - Aan de slag!
Je vormt een duo met de persoon naast je en
1. Je schrijft 4 kwatrijnen over een zelfgekozen onderwerp
  • 1 strofe met gepaard rijm (aabb), 1 strofe met gekruist ruim (abab), 1 strofe met omarmend rijn (abba), 1 strofe met slagrijm (aaa). --> Kies hierin je eigen volgorde
  • Tussen de strofen bestaat een verband. Jullie kiezen zelf welke van de 4 verbanden er tussen jullie strofen bestaat. 
2. Gebruik minimaal 1 vorm van beeldspraak in het gedicht
3.  Gebruik minimaal 1 keer een alliteratie. Dit mag met een zelf gekozen letter. 

Slide 11 - Tekstslide

Klaar?
  • Mail jullie gedicht via SomToday naar mij (Jkr).
  • Ga verder lezen in je leesboek.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Jullie gaan elkaars gedichten bestuderen:

  • Benoem het rijmschema per strofe. Noteer dit boven iedere strofe.
  • Noteer de letters achter de strofen. 
  • Benoem het verband tussen de verschillende strofes.
  • Markeer de alliteratie (de medeklinker die wordt herhaald).

Slide 13 - Tekstslide