H3 4.4 Wie doet wat?

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Par. 4.3. en par. 4.4 
  • Bespreken opgaven 28 en 29
  • Instructie paragraaf 4.4
  • Paragraaf 4.4 maken opdrachten: 43 t/m 53
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 28
28 De totale omzet is (100.000 × € 20 + 90.000 × € 30 + 70.000 × € 40 =) € 7.500.000
  Het marktaandeel als percentage van de omzet is:
  fabrikant A = (100.000 × € 20) ÷ € 7.500.000 × 100% = 26,7%
  fabrikant B = (90.000 × € 30) ÷ € 7.500.000 × 100% = 36%
  fabrikant C = (70.000 × € 40) ÷ € 7.500.000 × 100% = 37,3%
  De totale afzet bedraagt 100.000 + 90.000 + 70.000 =260.000 stuks.
  Het marktaandeel als percentage van de afzet is:
  fabrikant A = 100.000 ÷ 260.000 × 100% = 38,5%.
  fabrikant B = 90.000 ÷ 260.000 × 100% = 34,6%.
  fabrikant C = 70.000 ÷ 260.000 × 100% = 26,9%.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 29 en 33
29 a smartphones, televisies en luxe tablets.
 b 9% = 59,1 miljoen smartphones
  100% = 59,1 ÷ 9 × 100 = 656,67 miljoen smartphones
 c 37% = 59,1 ÷ 9 × 37 =242,97 miljoen smartphones
33 A-merk: Coca Cola
  B-merk: First Choice Cola
  Huismerk: Plus Cola
 b De winstmarge op huismerken is groter dan op A-merken. Daarnaast is de winkelketen niet afhankelijk van de A-merken.
 c Aldi wil op die manier voorkomen dat klanten naar andere supermarkten gaan en daar dan ook alle boodschappen kopen.


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen par. 4.4: 
Wie doet wat?
  • je kunt uitleggen waarom taken in een bedrijf verdeeld zijn
  • je weet wat een organogram is en kunt daarmee de structuur van een bedrijf uitleggen
  • je weet wat staf- en lijnfuncties zijn
  • je weet op wat voor manier functies in een bedrijf kunnen worden ingedeeld

Slide 5 - Tekstslide

4.4 Wie heeft de leiding? 
In een organisatie hebben verschillende 
mensen verschillende taken.
We onderscheiden:
- Leidinggevende functies
- Uitvoerende functies

Iedereen heeft slechts één leidinggevende en het is dan ook duidelijk wie de leiding geeft aan wie = eenheid van bevel 



Slide 6 - Tekstslide

Organogram
  • Wie heeft de leiding binnen het bedrijf, wie is er verantwoordelijk?
  • Welke functies zijn er binnen het bedrijf?
  • Welke opleidingen heb je nodig om de functie uit te voeren?
  • Wat voor salaris past er binnen de verschillende functies?

Organogram = Organisatieschema

Slide 7 - Tekstslide

Organogram Elde college 

Slide 8 - Tekstslide

Staffunctie
Lijnfunctie
Draagt direct bij aan de kern van de organisatie (verkoopafdeling)
Ondersteunt de organisatie
(administratie, personeelszaken)

Slide 9 - Tekstslide

F, G, P, M Indeling 
F:  Functionele indeling: op functie zelf
G : Geografische criteria: bijvoorbeeld landen of provincies
P : Product indeling: bijvoorbeeld televisie, telefoons en computers
M : Markt indeling: naar doelgroepen: bijvoorbeeld 12 tot 18 jaar
BLZ. 114

Slide 10 - Tekstslide

 Maken ho 4:
- Paragraaf 4.3 opdrachten 37 t/m 42
- Paragraaf 4.4 opdrachten 43 t/m 53
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Planning
  • Let op vrijdag 17 februari PW ho 4
  • Samen maken opdrachten 37 en 40
  • Starten 10 minuten in stilte om te maken opdrachten: 43 t/m 53
  • Ben je klaar dan start je met: plusopdrachten 1 t/m 10
  • Vanaf 11.00 uur kijken we paragraaf 4.4 na

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 37 en 40
37 a afroomprijspolitiek
 b De fabrikant start met deze hoge prijs, omdat de ontwikkelkosten van het product erg hoog waren. Als deze terugverdient zijn, daalt de prijs.
 c Het nieuwe model zal duurder zijn, omdat de ontwikkelkosten van het oude model al terugverdient zijn en van het nieuwe model nog niet.
40 a plaatsbeleid
 b Je kunt het beste kiezen voor een combinatie van een webwinkel en een fysieke winkel. Bij deze combinatie stegen de verkopen het meest (25%).

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen par. 4.4: 
Wie doet wat?
  • je kunt uitleggen waarom taken in een bedrijf verdeeld zijn
  • je weet wat een organogram is en kunt daarmee de structuur van een bedrijf uitleggen
  • je weet wat staf- en lijnfuncties zijn
  • je weet op wat voor manier functies in een bedrijf kunnen worden ingedeeld

Slide 14 - Tekstslide

Werken aan paragraaf 4.4
  • Starten 10 minuten in stilte om te maken opdrachten: 43 t/m 53
  • Ben je klaar dan start je met: plusopdrachten 1 t/m 10
  • Vanaf 12.15 uur kijken we paragraaf 4.4 na
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Marketing
mix


De 6 P's

Slide 16 - Tekstslide