1.2 Klimaten Verdieping (Nederland & Spanje)

§1.2: Klimaten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.2: Klimaten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet welke klimaatkenmerken gelden voor Nederland en Spanje. 
  • Je begrijpt op welke manieren de klimaatfactoren invloed hebben op het klimaat in Nederland en Spanje.
  • Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Het klimaat in NL
  • Nederland heeft een gematigd zeeklimaat, met koele zomers en zachte winters. Neerslag in alle seizoenen.

Klimaatfactoren:
  • Breedteligging: NL ligt rond de 50 graden NB..
  • Invloed van de zee: het water van de Noordzee zorgt voor afkoeling in de zomer en opwarming in de winter.
  • Gesteldheid van het aardoppervlak: gebieden met water, worden niet zo snel warm en koelen niet zo snel af. 
  • De wind: Nederland ligt in een gordel van westenwinden met lagedrukgebieden. De stijgende lucht zorgt voor veel wind en neerslag. 
  • Neerslag: is redelijk verdeeld, maar boven steden in het westen en in de hogere delen van NL valt meer neerslag.

Slide 3 - Tekstslide

1) Breedteligging
NL
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt. Dit heeft te maken met de invalshoek van het zonlicht. 

Op de evenaar komt die loodrecht binnen en hoeft maar een klein stuk van het aardoppervlak op te warmen. Hierdoor wordt het warm.
Hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen binnenvallen, en dus een groter stuk aarde moet opwarmen. Hierdoor is het kouder.

Slide 4 - Tekstslide

2) Invloed van zee
Zomer
In de zomer is het zeewater nog relatief koud van de winter. Hierdoor wordt de lucht ook koud boven zee. Eenmaal boven land, wordt de wind weer opgewarmd.
Winter
In de zomer is het zeewater nog relatief warm van de zomer. Hierdoor wordt de lucht ook warm boven zee. Eenmaal boven land, wordt de wind weer afgekoeld.
Opwarming land & zee
  • Land warmt snel op en koelt snel af.
  • Water warmt langzaam op en koelt langzaam af.

Slide 5 - Tekstslide

3) Gesteldheid van het aardoppervlak
  • Gebieden met akkers en weilanden zijn altijd warmer dan gebieden met water. Waarom? Land warmt sneller op dan water.

Slide 6 - Tekstslide

4) De wind
De westenwind overheerst in Nederland. Winden vanaf zee brengen in zowel winter als zomer veel neerslag met zich mee.

Wind vanaf land (oostenwind) geeft geen neerslag.

Slide 7 - Tekstslide

5) Neerslag
Nederland
Neerslag valt, voornamelijk in:
  • Het westen van het land;
  • In de hogere delen van het land, zoals: Veluwen en Zuid-Limburg.

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Landklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 9 - Quizvraag

Het weer in Nederland is...?
A
een voorbeeld van een gematigd klimaat
B
Lekker
C
verschrikkelijk
D
Een voorbeeld van een tropisch klimaat

Slide 10 - Quizvraag


Welke diagram komt het dichts bij het Nederlandse klimaat?
A
A
B
B
C
C

Slide 11 - Quizvraag

Welke klimaatfactor is voor het Nederlandse klimaat het belangrijkste?
A
Breedteligging
B
Afstand tot de zee
C
Hoogteligging
D
Type oppervlak

Slide 12 - Quizvraag

Door de klimaatveranderingen wordt het weer in Nederland ............
A
warmer
B
kouder
C
extremer
D
milder

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van het Nederlandse klimaat?
A
droge winters
B
hele jaar neerslag
C
koele zomers
D
zachte winters

Slide 14 - Quizvraag

Wat beïnvloedt het Nederlandse klimaat het meest?
A
Luchtdruksystemen
B
Bergachtige gebieden
C
Zeewind
D
Stedelijke ontwikkeling

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor klimaat heeft
Nederland?
A
koud klimaat
B
zee klimaat
C
tropisch klimaat
D
gematigd klimaat

Slide 16 - Quizvraag

Spanje

Slide 17 - Tekstslide

1) Breedteligging
Spanje
Spanje ligt dichterbij de evenaar, waardoor zonnestralen iets rechter op het aardoppervlak vallen. Hierdoor is het warmer in Spanje dan in NL.

Slide 18 - Tekstslide

2) Hoogteligging
In Spanje heb je een hooggebergteklimaat in de Pyreneeën.

Slide 19 - Tekstslide

3) Invloed van de zee

Slide 20 - Tekstslide

4) De wind
Stuwingsregens

Slide 21 - Tekstslide

5) Neerslag
In het noorden valt meer neerslag dan in het zuiden. Dit heeft te maken met de ligging van gebergten (stuwingsregens).

Slide 22 - Tekstslide

5) Neerslag
In het noorden valt meer neerslag dan in het zuiden. Dit heeft te maken met de ligging van gebergten (stuwingsregens).
Loefzijde
Lijzijde
Loefzijde
Lijzijde

Slide 23 - Tekstslide

Welk klimaat hebben ze in Spanje?
A
Toendraklimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Middellandse zeeklimaat

Slide 24 - Quizvraag

Het klimaat in Spanje is anders dan het klimaat in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Welk klimaat heeft het noorden van Spanje? (lichtgroen)
A
Middellandse Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Landklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat

Slide 26 - Quizvraag

Welk klimaat heeft het zuiden van Spanje? (oranje)
A
Middellandse Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Landklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat

Slide 27 - Quizvraag

Welk klimaat heeft het zuiden van Spanje? (donkergroen)
A
Middellandse Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Landklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat

Slide 28 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Spanje niet?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Middellands zeeklimaat
C
Steppeklimaat
D
Tropisch regenwoudklimaat

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen Check
  • Je weet welke klimaatkenmerken gelden voor Nederland en Spanje. 
  • Je begrijpt op welke manieren de klimaatfactoren invloed hebben op het klimaat in Nederland en Spanje.
  • Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.

Slide 30 - Tekstslide