Programmeren in JavaFX

Programmeren in JavaFX
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programmeren in JavaFX

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je een JavaFX applicatie maken.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over programmeren in JavaFX?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is JavaFX?
JavaFX is een framework dat wordt gebruikt om grafische gebruikersinterfaces (GUI's) te maken voor desktop- en mobiele applicaties.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat JavaFX is en waar het voor wordt gebruikt.
Installatie
Om JavaFX te gebruiken, moet je het downloaden en installeren.

Slide 5 - Tekstslide

Geef instructies over hoe leerlingen JavaFX kunnen downloaden en installeren.
FXML-bestanden
FXML is een op XML gebaseerde opmaaktaal die wordt gebruikt om de gebruikersinterface van een JavaFX-toepassing te beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat FXML-bestanden zijn en waarom ze worden gebruikt.
Scene Builder
Scene Builder is een visuele ontwerptool waarmee je FXML-bestanden kunt maken en bewerken zonder code te schrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Laat zien hoe Scene Builder kan worden gebruikt om FXML-bestanden te maken en bewerken.
JavaFX-klasse
Een JavaFX-klasse is een klasse die wordt gebruikt om de grafische weergave van een JavaFX-toepassing te maken en te beheren.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat JavaFX-klasses zijn en hoe ze worden gebruikt.
Voorbeeldcode
Dit is een voorbeeld van hoe een JavaFX-toepassing kan worden gemaakt met behulp van FXML-bestanden en JavaFX-klasses.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen de voorbeeldcode zien en leg uit hoe deze werkt.
Invoervelden
Invoervelden zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gebruikers tekst of getallen kunnen invoeren.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat invoervelden zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Knoppen
Knoppen zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gebruikers acties kunnen activeren.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat knoppen zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Labels
Labels zijn JavaFX-besturingselementen waarmee tekst kan worden weergegeven.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat labels zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Keuzerondjes
Keuzerondjes zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gebruikers uit een set opties kunnen kiezen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat keuzerondjes zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Selectievakjes
Selectievakjes zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gebruikers een of meer opties kunnen selecteren.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat selectievakjes zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Lijsten
Lijsten zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gebruikers een of meer items kunnen selecteren uit een lijst met opties.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat lijsten zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Tabellen
Tabellen zijn JavaFX-besturingselementen waarmee gegevens in een tabel kunnen worden weergegeven.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat tabellen zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Afbeeldingen
Afbeeldingen kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen om visuele elementen toe te voegen.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit hoe afbeeldingen kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Video's
Video's kunnen worden afgespeeld in JavaFX-toepassingen met behulp van de Media-klasse.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit hoe video's kunnen worden afgespeeld in JavaFX-toepassingen.
Animaties
Animaties kunnen worden gemaakt in JavaFX-toepassingen met behulp van de Timeline-klasse.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit hoe animaties kunnen worden gemaakt in JavaFX-toepassingen.
CSS-stijlen
CSS-stijlen kunnen worden gebruikt om de visuele stijl van een JavaFX-toepassing aan te passen.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit hoe CSS-stijlen kunnen worden gebruikt in JavaFX-toepassingen.
Debuggen
Debuggen is het proces van het vinden en oplossen van fouten in een programma.

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit wat debuggen is en hoe leerlingen fouten kunnen opsporen en oplossen in hun JavaFX-toepassingen.
Testen
Testen is het proces van het controleren van een programma om te zien of het correct werkt.

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit wat testen is en hoe leerlingen hun JavaFX-toepassingen kunnen testen.
Samenvatting
Dit zijn de belangrijkste onderwerpen die we hebben behandeld in deze les over programmeren in JavaFX.

Slide 23 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste onderwerpen die in de les zijn behandeld.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.