B1G 29032018

Le programme d'aujourd'hui
* Aujourd'hui, je commence avec vous rendre la dictée d'hier

* Après, quelques questions et contraires

* Après, on continue avec (écrire) l'histoire

* Ensuite (vervolgens), les feuilles

* Afsluiting: Les devoirs pour mardi

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Le programme d'aujourd'hui
* Aujourd'hui, je commence avec vous rendre la dictée d'hier

* Après, quelques questions et contraires

* Après, on continue avec (écrire) l'histoire

* Ensuite (vervolgens), les feuilles

* Afsluiting: Les devoirs pour mardi

Slide 1 - Tekstslide



Je voert je EIGEN NAAM in!

Une personne avec un autre nom = on arrête directement!

Slide 2 - Tekstslide

Quand j'entre dans la classe, je dis...

Slide 3 - Open vraag

Si je veux que tu ne parles pas, je dis...

Slide 4 - Open vraag

Le contraire de boit, c'est...

Slide 5 - Open vraag

Le contraire de normal(e), c'est...

Slide 6 - Open vraag

Si tu es en danger, tu cries...

Slide 7 - Open vraag

Quand tu dis un mot une deuxième fois, tu ... le mot

Slide 8 - Open vraag

Le contraire de 'faux', c'est...

Slide 9 - Open vraag

Les mots qui commencent avec 'les' sont...

Slide 10 - Open vraag

Comment s'appellent ton papa et ta maman ensemble?

Slide 11 - Open vraag

Lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche sont les sept jours de la ...

Slide 12 - Open vraag

Ta propre histoire
Qui veut lire son histoire?

Groupe de deux: les deux personnes lisent l'histoire
Groupe de trois: les trois personnes lisent l'histoire

Fais attention: quand l'histoire est finie, je pose des questions! Wat heb je begrepen?


Slide 13 - Tekstslide

Petit rappel...
Wat is écht belangrijk?

Laten zien welke woorden je al kent 
Je uitspraak (als je voor moet lezen)

Wat is iets minder belangrijk?

Spelling 
Of het een logisch verhaal is

Slide 14 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu dois faire?
Wat ga je doen? Tu écris ta propre (eigen) histoire
Hoe ga je dat doen? Seul, à deux ou à trois. Tu écris l'histoire dans ton cahier (schrift)
Welke hulp mag je gebruiken? la liste de mots et/ou 'Google Vertalen' (seulement pour des mots, pas pour des phrases!)
Hoeveel tijd heb je?
Dix minutes
Wat doen we met de uitkomst? Mardi, tu continues avec ton histoire.
timer
0:12

Slide 15 - Tekstslide

Probeer omdat dit de eerste keer is dat jullie dit doen dicht bij het originele verhaal te blijven. Ga je zelf een heel nieuw verhaal schrijven moet je waarschijnlijk veel opzoeken, dit kost veel tijd en je hebt meer kans op fouten omdat je woord voor woord moet vertalen.



Probeer omdat dit de eerste keer is dat jullie dit doen dicht bij het originele verhaal te blijven. Ga je zelf een heel nieuw verhaal schrijven moet je waarschijnlijk veel opzoeken, dit kost veel tijd en je hebt meer kans op fouten omdat je woord voor woord moet vertalen.

Slide 16 - Tekstslide

Au travail!
Wat? Tu continues avec les feuilles
Hoe? Seul ou à deux, tu ne changes pas de place!
Hulp? La liste de mots, ton voisin/ta voisine (je buurman/-vrouw), le livre des trois petits cochons. Monsieur seulement wanneer hij bij je is! Vinger opsteken hoeft niet!
Tijd? Jusqu'à 13:05.
Klaar? Écris 'Fini 1' ou 'Fini 2' sur la feuille! N'oublie pas ton NOM!

Slide 17 - Tekstslide

Le cours de mardi
* Tu continues avec ton histoire

* Deux jours avant l'interro! Goed oefenen! (bijv. via Quizlet)

* Devoirs: apprendre/répéter section H, I + J. Wordt overhoord!

Slide 18 - Tekstslide



Degenen die section G over moeten schrijven: viens ici s'il te plaît!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide