4.2 De macht van koningen

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 3 - Sleepvraag

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 4 - Quizvraag

In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een schout is...
A
een burgemeester
B
een edelman
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
De geestelijken verloren de macht in de kerk.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.
D
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Toen koningen de macht kregen, werden er wetten gemaakt die voor het hele land gelden. Ook werden rechters aangesteld die aan de mensen in het hele land dezelfde straffen gaven. Hoe heet dit?

Slide 17 - Open vraag

Afbeelding 2

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 2. Vanuit dit paleis werd het hele land bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
provocatie
D
regionalisatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk


4.2 De macht van koningen
Maak opdrachten 1 t/m 5

Slide 23 - Tekstslide

De macht van de kerk

Slide 24 - Tekstslide

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 25 - Sleepvraag

Als burgers hun mening mogen geven, krijgen ze
A
inspraak
B
rechten

Slide 26 - Quizvraag

De koning ging vergaderingen organiseren met de adel, de geestelijkheid en de
A
boeren
B
burgers

Slide 27 - Quizvraag

De adel betaalde belasting aan de koning.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De koning kreeg veel macht door het geld van de steden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Waarom vonden de machtige koningen van Engeland en Frankrijk het goed dat de burgers mee gingen denken over te nemen beslissingen?

A
Ze vonden dat burgers goede ideeën hadden.
B
Ze waren bang dat burgers anders hun belastinggeld niet zouden betalen.
C
Ze wilden de burgers graag meer macht geven.
D
Ze wisten dat burgers ook graag mee wilden vechten in oorlogen.

Slide 30 - Quizvraag

Als een koning overlijdt volgt zijn oudste zoon of dochter hem op.

Waarom waren er voor een koningin vaak veel partners om uit te kiezen?
A
De koningin was de mooiste vrouw in het land.
B
Door een huwelijk kreeg je ook macht over het gebied.
C
Iedereen wilde wel graag in een paleis wonen.
D
Je hoefde dan niet te werken want er was geld zat.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Als je niet helpt, beland je in de hel. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Afbeelding 3

Slide 45 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 3. Welk geloof had deze strijder?
A
Christen
B
Moslim

Slide 46 - Quizvraag

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 47 - Sleepvraag

Slide 48 - Tekstslide

Aan het werk

4.2 De macht van koningen
Opdrachten 6 t/m 9

Klaar?
Leer de begrippen van 4.1 en 4.2

Slide 49 - Tekstslide