6.5 de Holocaust met verschil massamoord en genocide

6.5 De Holocaust
Deze les gaan wij aan de slag met de Holocaust 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.5 De Holocaust
Deze les gaan wij aan de slag met de Holocaust 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Hoe verliep de genocide op de Joden en wat is het belang van herdenken ervan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verschil tussen massamoord en genocide 
waarom mag je beide definities gebruiken voor de Joodse genocide? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 stappen van Genocide 
Dr. Gregory H. Stanton, de president van Genocide Watch, ontwikkelde de zogenaamde 'tien stappen van genocide'

1998

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1:
Classificatie – De verschillen tussen mensen worden niet gerespecteerd. Er is een verdeling van 'wij' en 'zij' die kan worden uitgevoerd met behulp van stereotypen, of mensen uitsluiten die als anders worden beschouwd.

Stap 2:
Symbolisatie – Dit is een visuele manifestatie van haat. 
Voorbeeld: Joden in nazi-Europa werden gedwongen gele sterren te dragen om te laten zien dat ze ‘anders’ waren.

Stap 3:
Discriminatie – De dominante groep ontzegt burgerrechten of zelfs burgerschap aan geïdentificeerde groepen. 
Voorbeeld: De wetten van Neurenberg van 1935 ontnamen Joden hun Duitse staatsburgerschap, maakten het voor hen onwettig om veel beroepen uit te oefenen of met Duitse niet-joden te trouwen.

Stap 4:
Ontmenselijking – Degenen die als 'anders' worden beschouwd, worden behandeld zonder enige vorm van mensenrechten of persoonlijke waardigheid. 
Voorbeelden: Tijdens de genocide in Rwanda werden Tutsi's 'kakkerlakken' genoemd; de nazi's noemden Joden ook 'ongedierte'.

Stap 5:
Organisatie – Genocides zijn altijd gepland. Haatregimes leiden vaak degenen op die de vernietiging van een volk uitvoeren.
Voorbeelden: De genocide op de Uyghuren wordt heel systematisch uitgevoerd.

Stap 6:
Polarisatie – Propaganda wordt verspreid om het verschil tussen de 'ingroup' en de 'outgroup' te vergroten. 
Voorbeelden: De nazi's gebruikten de krant Der Stürmer om haatberichten over joden te verspreiden en aan te wakkeren. IS stelde dat Jezidi's de duivel zouden aanbidden.

Stap 7:
Voorbereiding – Daders plannen de genocide. Ze gebruiken vaak eufemismen zoals de uitdrukking 'The Endlösung' van de nazi's om hun bedoelingen te verhullen. Ze creëren angst voor de slachtoffergroep en bouwen legers en wapens op.
Voorbeeld: De Wannseeconferentie, waar het plan werd gemaakt om Joden systematisch uit te roeien. 

Stap 8:
Vervolging – Slachtoffers worden geïdentificeerd op grond van hun etniciteit of religie en er worden dodenlijsten opgesteld. Mensen worden soms gescheiden in getto's, gedeporteerd of uitgehongerd en eigendommen worden vaak onteigend.
Voorbeeld: Het getto van Warschau of de razzia's in Amsterdam.

Stap 9:
Uitroeiing – De haatgroep vermoordt hun geïdentificeerde slachtoffers in een opzettelijke en systematische campagne van geweld. Miljoenen levens zijn vernietigd of onherkenbaar veranderd door genocide.
Voorbeeld: De massale uitroeiing van de 'elites' door de Rode Kmer in Cambodja.

Stap 10:
Ontkenning – De daders of latere generaties ontkennen het bestaan ​​van een misdrijf.
Voorbeeld: Holocaustontkenning, waarvan het Iraanse regime misschien wel het beste voorbeeld is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ander voorbeeld van genocide 
Srebrenica 
doden: 8373
inname Bosnië
Uiteenvalling joegoslavië
1995

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kristallnacht 1938
Tijdens de Kirstallnacht werden de winkels van Joodse burgers kapot gemaakt en vernield. 
Dit om de haat van de Joden te verspreiden.
Aanleiding: Hitlers actieve campagne tegen de Joden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antisemitisme
Antisemitisme was een belangrijk onderdeel van de rassenleer van de nazi's. 

Betekend letterlijk: haat tegen Joden.

Er is niet één verklaring door de geschiedenis heen voor antisemitisme.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 fasen
Hierin kunnen we 4 fasen herkennen:
  1. Discriminatie
  2. Uitsluiting
  3. Concentratie
  4. Uitroeiing

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
Discriminatie
ofwel: pesten en vernederen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dolkstootlegende
Het verlies van WO I wordt toegeschreven aan de Joden. Op de bron zie je een soldaat die vecht voor het vaderland. Achter hem staat een Joodse kok (te herkennen aan de Davidster) die een mes vast heeft. Het lijkt alsof de kok de soldaat een dolk in de rug steekt. Met de dolk wordt het verlies van WO I bedoeld. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eeuwige Jood
Vertaling van tekst op bron: De Eeuwige Jood; een documentaire over het Jodendom.
Deze documentaire werd volop gedraaid tijdens het nazi regime. Er werd het beeld geschetst dat de Jood altijd slecht was. Deze mensen werden vergeleken met ratten. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Jood
Vertaling van de tekst: achter de geallieerde machten staat: De Jood.
Wederom een typisch voorbeeld van antisemitsiche propaganda. De Jood wordt afgebeeld als slechterik. Daarnaast zie je dat hij door de gordijnen beschermd wordt door de geallieerde machten. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Neurenberger rassenwetten
1935
Hierin werd vastgelegd dat Joden niet mochten trouwen met niet-Joden. 
Joodse Duitsers verloren hun burgerrechten.
> Joden werden hierdoor uit de maatschappij geplaatst.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
Pesten en vernederen
Joden moeten de straat schrobben.
Na de Anschluss werden Joodse mensen in Oostenrijk vernederd door daar de straat te moeten schrobben. Ze werden vernederd en gediscrimineerd omdat ze Joods waren. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1
Pesten en vernederen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2
Uitsluiting
ofwel: je mag niet meer meedoen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De Nazi's willen de Joden steeds meer uitsluiten 
van het openbare leven in Duitsland

Spullen kopen in Joodse winkels? 
Dat doet een échte Duitser niet!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Kristallnacht
9-10 november 1938

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 3
Concentreren
ofwel: je moet in een gesloten wijk wonen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies





In de ghetto's en kampen was het leven zwaar: 
er was te weinig woonruimte voor de 
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fase 4
vernietiging

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitroeiing
  • Holocaust= systematische vervolging en moord op joden, zigeuners, jehova's, homoseksuelen en politieke gevangenen.

  • Genocide= volkernmoord op een bepaalde bevolkingsgroep.
  • Termen: holocaust, shoah,  Endlösung= ‘definitieve oplossing van het Joden vraagstuk’ (Nazi's).

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitroeiing
  • Begin WO2 West Europa nog geen moord ook Joden. In Oost-Europa wel=> Einsatzgruppen van de SS trokken achter leger en vermoorden meer dan een miljoen joden, communisten.
  • Jan. 1942: Wannsee conferentie. Leiders SS. overleggen hoe ze de Joden het beste kunnen uitroeien=> hoeveel treinen, hoeveel concentratiekampen, hoe gevangenen snel te vermoorden, hoeveel mensen van waaruit gedeporteerd.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiekampen: Plek om gevangenen te verzamelen en op te sluiten.
  • In werkkampen moesten gevangenen zich doodwerken. 
  • Doorvoerkampen zoals Westerbork en Vught. Gevangenen worden tijdelijk vastgezet om ze uiteindelijk naar andere kampen te verplaatsen.
  • Vernietigingskampen zoals Auschwitz, Sobibor en Treblinka. In deze  werden joden enz.,  vergast en de lijken verbrand in crematoria. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken opdrachten 6.5

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies