PRM 1.4.4

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het doel van een voorcalculatie?


A
Controleren of je klant betaald heeft
B
Bepalen wat je écht hebt uitgegeven
C
Een realistische inschatting maken van tijd en kosten vooraf
D
De btw correct doorrekenen aan de belastingdienst

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen een offerte en een factuur?



A
Een offerte is vrijblijvend, een factuur is bindend en komt ná de opdracht
B
Een factuur is goedkoper dan een offerte
C
Offertes zijn altijd inclusief btw, facturen niet
D
Offertes zijn alleen voor freelancers

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het als iemand een “uurtarief van €55 exclusief btw” rekent?

A
Het totaalbedrag is altijd €55
B
De btw is al inbegrepen
C
Er komt nog 21% btw bovenop dit bedrag
D
Je moet 55% belasting betalen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen een uurtarief en een dagtarief?


A
Uurtarief is altijd inclusief btw, dagtarief niet
B
Bij een uurtarief wordt per gewerkte dagdeel betaald
C
Uurtarief is voor freelancers, dagtarief voor vaste werknemers
D
Een uurtarief is per uur, een dagtarief is een vaste prijs voor een volledige werkdag

Slide 9 - Quizvraag

Je hebt een opdracht van 6 uur. Iemand vraagt €60 per uur. Wat is het bedrag exclusief btw?



A
€360
B
€366
C
€420
D
€726

Slide 10 - Quizvraag

Waarom kiezen sommige professionals voor een dagtarief in plaats van een uurtarief?



A
Een dagtarief is verplicht in mediaopdrachten
B
Het is gemakkelijker voor lange klussen en voorkomt discussies over uren
C
Zo hoeven ze geen btw af te dragen
D
Uurtarieven zijn verboden bij mediaproducties

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet je doen als iemand alleen een dagprijs opgeeft, maar je begroting vraagt om uurtarieven?






A
De prijs negeren en zelf iets bedenken
B
De dagprijs delen door het aantal gewerkte uren
C
De dagprijs vermenigvuldigen met het aantal dagen
D
De dagprijs optellen bij de materiaalkosten

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet je doen als iemand alleen een dagprijs opgeeft, maar je begroting vraagt om uurtarieven?






A
De prijs negeren en zelf iets bedenken
B
De dagprijs delen door het aantal gewerkte uren
C
De dagprijs vermenigvuldigen met het aantal dagen
D
De dagprijs optellen bij de materiaalkosten

Slide 13 - Quizvraag

Welke van deze indelingen zie je vaak terug in een begroting voor een mediaproductie?







A
Techniek – Acteurs – Repetitiekosten
B
Materiaal – Tijd – Emotie
C
Personeel – Materiaalhuur – Reiskosten – Montage
D
Regie – Script – Kostuums

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide