Opdracht 1: immigratie en emigratie
1. Leg de begrippen immigratie, emigratie, pushfactoren en pullfactoren in eigen woorden uit.
2. Geef een voorbeeld van een economische reden om te migreren.
4. Geef een voorbeeld van een fysische factor om te migreren/vluchten.
5. Wat is het verschil tussen een vluchteling en een asielzoeker?
7. Bekijk kaart 81D (53 e ) of 83D (54 e ). Denk je dat deze kaart overeenkomt met de huidige
situatie? Waarom wel? Waarom niet?
8. Wanneer spreek je van gezinsvorming?
9. Wanneer spreek je van gezinshereniging?