2.1 Molecuulmodel

H2 Chemische reacties
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Uitleg 2.1
  • Lezen 2.1
  • Maken 3, 4, 8, 9, 11, 13


Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze uitleg:
  • Je leert wat het molecuulmodel is;
  • je leert wat de drie fasen en de zes overgangen zijn;
  • je leert wat het verschil is tussen microniveau en macroniveau bij scheikunde;
  • Je leert om scheidingsmethodes uit te leggen op microniveau.
Een model helpt je te snappen hoe iets in elkaar zit.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

2.1

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Faseovergang
Bij een faseovergang veranderen de moleculen niet. 
Alleen de aantrekkingskracht tussen de moleculen verandert.

Slide 7 - Tekstslide

Absolute nulpunt
  • Op het absolute nulpunt (0 K) staan de moleculen volledig stil.
  • 0 K = - 273 oC
  • 273 K = 0 oc

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Eigenschappen verklaren
In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het molecuulmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau
Het molecuulmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Slide 10 - Tekstslide

Macro en micro
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen).

Slide 11 - Tekstslide

Molecuulmodel
  1. Elke stof bestaat uit moleculen;
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen;
  3. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller moleculen bewegen
  4. Moleculen trekken elkaar aan.


rood = macroniveau
blauw = microniveau

Slide 12 - Tekstslide

Macro-niveau
Micro-niveau

Slide 13 - Tekstslide

Extractie op microniveau
  • Bekerglas met oplosmiddel: 1 soort moleculen.
  • Links: oplossing met 2 soorten moleculen.
  • Rechts: 1 soort moleculen (blauw) mengt met de moleculen van het oplosmiddel, de andere moleculen niet (geel). 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen 2.1 
  • Maken 3, 4, 8, 9, 11, 13
  • Afsluitende quizvragen (laatste 5 min)

Slide 15 - Tekstslide