MM 1K/G - 6.3 Stad en land vroeger (les 1)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
Start
Lesdoel
  • Je leert hoe steden belangrijk werden.

Herhaling
  • Maak de quiz.

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt hier uitgebeeld?
A
de ontwikkeling van dorp naar stad
B
de toepassing van wisselbouw
C
de invloed van seizoenen op de landbouw
D
de geschiedenis van de landbouw

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel inwoners wonen er in een stad?
A
Meer dan 10.000.
B
Meer dan 100.000.
C
Minder dan 10.000.
D
Minder dan 100.000.

Slide 4 - Quizvraag

Noem de kenmerken
van het platteland.

Slide 5 - Woordweb

Wat was een Hanze?
A
Een stad met veel handelaars.
B
Een marktplaats op een kruising.
C
Een soort ploeg om de akker te ploegen.
D
Een samenwerking van handelaars.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen voorziening?
A
winkel
B
wasstraat
C
werkplaats
D
weiland

Slide 7 - Quizvraag

Welke periode hoort bij de tijd van steden en staten?
A
1000 - 1500
B
De tweede helft van de Middeleeuwen.
C
Beide antwoorden zijn fout.
D
Beide antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet bij de ontwikkeling van de stad?
A
wisselbouw
B
marktplaats
C
kasteel
D
ambachtsman

Slide 9 - Quizvraag

Dit Romeinse schip is opgegraven in Zwammerdam.
A
Dit is een voorbeeld van een historisch feit.
B
Dit is een voorbeeld van een historische bron.
C
Dit is geen historische bron.
D
Dit is geen historisch feit.

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
6.3 Stad en land in vroeger tijden
Leerdoelen
  • Je kent de ontwikkeling van de stad.

Uitleg
  • Leven in een stad was ook gevaarlijk: ziekten (geen riool , ratten, vuil) en brandgevaar (houten huizen, dicht op elkaar).
  • Tijd van steden en staten > belangrijke economische veranderingen: groei van handel, ontstaan markt, geld als betaalmiddel, ontstaan van ambachten.
  • Landbouwstedelijke samenleving = samenleving met landbouw (voedsel) en steden (handel en goederen).
  • Voordelen van de stad > geld verdienen (dagloners) en vrije burgers (geen heer).
Tijd van steden en staten
1000 - 1500

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
6.3 Stad en land in vroeger tijden
Leerdoelen
  • Je kent de ontwikkeling van de stad.

Uitleg
  • Geld: In de stad was werk te vinden om geld te verdienen (dagloners) 
  • Vrijheid: Inwoners van de stad waren vrije burgers (geen verplichtingen aan een heer).
  • Horige boer = boer die op het land van een heer werkte.
  • Als een horige boer meer dan een jaar in de stad woonde, werd hij een vrije burger.
  • Burgerij = alle burgers samen. 
Tijd van steden en staten
1000 - 1500

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
6.3 Stad en land in vroeger tijden
Leerdoelen
  • Je kent de ontwikkeling van de stad.

Opdracht
  • Maak onderdeel 1-9.

Kijk mee... (de Hanze)
  • Noteer de begrippen die je in deze les hebt gehoord.
Tijd van steden en staten
1000 - 1500

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
6.3 Stad en land in vroeger tijden
Leerdoelen
  • Je kent de ontwikkeling van de stad.

Opdracht
  • Maak onderdeel 1-9.

Kijk mee... (de Hanze)
  • Noteer de begrippen die je in deze les hebt gehoord.
Tijd van steden en staten
1000 - 1500

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Leven in de stad
Afsluiting
Lesdoel
  • Je leert hoe steden belangrijk werden.

Slide 16 - Tekstslide