T02 - 2.1 Voorvoegsel en achtervoegsel

Welkom in de les Nederlands!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T02 - 2.1 Voorvoegsel en achtervoegsel
Doelen: Je kunt ...
  1. grondwoorden in afleidingen herkennen.
  2. grondwoorden, afleidingen, voor- en achtervoegsels
    herkennen, aanduiden en gebruiken.
  3. de betekenis van onbekende voor- en achtervoegsels
    uit de context halen.
  4. zelf afleidingen maken met behulp van gegeven voor- en/of achtervoegsels.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pretest: Bookwidgets!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen
  • Grondwoorden
  • Voorvoegsel
  • Achtervoegsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwoord
Een grondwoord is een stamwoord of woordkern, je kan dit niet opsplitsen. Het is een woord waarbij je een voorvoegsel en achtervoegsel kunt schrijven. --> ongebruik(e)lijk

Door te kijken naar een grondwoord, voorvoegsel en achtervoegsel kun je de betekenis van een woord achterhalen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van grondwoorden
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel

on - gebruik - (e)lijk
super-gehoor-zaam
her-bruik-baar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsel (of prefix)
- een stukje vóór een grondwoord
- het kan niet op zichzelf voorkomen
- daardoor verandert het grondwoord van betekenis

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsel (of prefix)

Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = non-fictie

ex + vriend = ex-vriend

on + zeker = onzeker

Een (grond)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsels (of prefix)
Een voorvoegsel heeft soms wel een betekenis: 
on- = niet; her- = opnieuw

Door te kijken naar een voorvoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtervoegsel (of suffix)
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier.

Slide 11 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Achtervoegsel (of suffix)
Een achtervoegsel is een vast stukje aan het eind van een grondwoord. Het kan niet op zichzelf voorkomen.
 
Sommige hebben een eigen betekenis.
--> Vervangbaar, blijheid, kinderlijk
-baar: zegt wat je ermee kunt doen.
-heid: zegt iets over hoe iemand of iets is.
-lijk: zegt wat van of voor iemand of iets is.


Slide 12 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Voorbeelden van achtervoegsels:
-je, -tje, -pje, -kje : autootje, zomerkoninkje
-loos :geluidloos, achteloos
-ig : prachtig, doorzichtig
-achtig : zoethoutachtig, geelachtig
-schap : vriendschap, draagmoederschap
-heid : schoonheid, traagheid
-lijk : koninklijk, hoofdzakelijk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een woord met een voorvoegsel:

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een woord met een achtervoegsel:

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grondwoord van: onmenselijk

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grondwoord van: gevangenis

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voorvoegsel van: geblaf

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het achtervoegsel van: beestachtig

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent wanorde?
A
volgorde
B
rommel
C
netjes
D
lastig

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste voorvoegsel naar het woord. 
-actief
nationaal
rokje
-baas

non
    ex
on

mini

inter

her

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsels
Betekenis
niet, zonder
niet
verkeerd, fout
slecht, verkeerd
weer, opnieuw
niet meer, van vroeger
tussen
mis-
non-
on-
wan-
her-
ex-
inter-

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat voor- en achtervoegsels zijn, ik kan ze herkennen en toepassen.
Klopt!
Mwah...
Nee!

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies