3.2 De Romeinse samenleving

Wat waren de limes?
A
Huizen
B
Veldheren
C
Romeinse steden
D
Grenzen
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat waren de limes?
A
Huizen
B
Veldheren
C
Romeinse steden
D
Grenzen

Slide 1 - Quizvraag

De limes was een natuurlijke grens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee belangrijke dingen kon je langs de limes vinden?
A
Wachttorens
B
Mac Donalds
C
Senaatsgebouwen
D
Mijlpalen

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn Romeinse Limes.
A
Badhuizen van de Romeinen
B
De grens van het Romeinse rijk
C
Een legioen
D
Een Romeinse villa

Slide 4 - Quizvraag

1. De limes is een ander woord voor de Maas.
2. Augustus was de leider van de Germanen.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed

Slide 5 - Quizvraag

1. De keizer is het hetzelfde als een koning.
2. Trajanus bouwde de muur in Engeland tegen de wilde stammen.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed

Slide 6 - Quizvraag

Tegen welk volk moest de Romeinse limes in Nederland de Romeinen beschermen?
A
Schotten
B
Ieren
C
Bataven
D
Germanen

Slide 7 - Quizvraag


A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen natuurlijke grens?
A
De toppen van de Alpen
B
De douane tolpoort bij Luxemburg
C
De Maas
D
De zuidelijke sahara in Marokko

Slide 9 - Quizvraag

De Rijn was een natuurlijke grens van het Romeinse rijk. Wat zijn voorbeelden van natuurlijke grenzen?
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van romanisering?
A
De Latijnse taal leren
B
De god Jupiter aanbidden.
C
Een toga dragen (in plaats van een broek)
D
Alle gegeven keuzes zijn voorbeelden van romanisering.

Slide 11 - Quizvraag

Het overnemen van de Romeinse cultuur noemen we romanisering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van romanisering?
A
De Latijnse taal leren
B
De god Jupiter aanbidden.
C
Een toga dragen (in plaats van een broek)
D
Alle gegeven keuzes zijn voorbeelden van romanisering.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is Romanisering?
A
Een veldslag tegen de Griekse stadstaat Korinthe
B
De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
C
Een periode waarin Romeinse soldaten geen belasting hoefden te betalen.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 14 - Quizvraag

Welke definitie beschrijft het begrip romanisering het beste?
A
Overdragen van de Romeinse cultuur door andere volken
B
Overdragen of overnemen van de Romeinse cultuur door andere volken
C
Overnemen van de Romeinse cultuur door andere volken

Slide 15 - Quizvraag

Alles van de Romeinse cultuur komt van de Griekse cultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Tot de Romeinse cultuur hoort o.a.
A
Tempels, wijn drinken, badhuizen, Griekse taal
B
Tempels, toga's, Latijn, aquaducten
C
Griekse taal, aquaducten, bier drinken, Jupiter
D
Amfitheaters, badhuizen, Latijn, Germaanse goden

Slide 17 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de Romeinse cultuur?
A
Olympische spelen
B
Geloof in vele goden
C
Grote beelden van goden en keizers
D
Goede militaire training

Slide 18 - Quizvraag

Als je tolerant bent, dan ben je
A
kampeer je graag
B
ziek
C
ben je nostalgisch
D
verdraagzaam

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent het begrip 'tolerant'?
A
Iedereen is welkom als je komst ons land iets oplevert
B
buitenlanders zijn welkom
C
vreemde godsdiensten worden toegestaan
D
Er is geen vervolging van een bepaalde groep op basis van hun ideeën.

Slide 20 - Quizvraag

Romeinen waren tolerant tegenover de christenen. Ze hadden geloofsvrijheid als ze....?
A
Zich maar verder stil hielden
B
Alles in het geheim deden
C
Ze de keizer maar als goddelijk heerser gehoorzaamden
D
Ze verder maar geen andere mensen lastig vielen met hun geloof

Slide 21 - Quizvraag

In welk tijdvak is Jezus geboren?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van monniken en ridders
C
Tijd van steden en staten
D
Tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 22 - Quizvraag