NK Wohnen les 2

Doel van deze les:
Na de les kan je
  • eenvoudige fragmenten over wonen begrijpen
  • ken je de betekenis van nieuwe woorden omtrent het thema wonen
Programma:
  • huiswerkcheck
  • luisteropdracht
  • woordenpuzzle  
  • lessonup-quizvragen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les:
Na de les kan je
  • eenvoudige fragmenten over wonen begrijpen
  • ken je de betekenis van nieuwe woorden omtrent het thema wonen
Programma:
  • huiswerkcheck
  • luisteropdracht
  • woordenpuzzle  
  • lessonup-quizvragen

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben-Check
Seite 33,
Aufgabe 2

Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben-Check
Seite 35, Aufgabe 5 a,b 
b) Bett, Schrank, Fernseher, Stuhl, Schreibtisch, Tisch, Fernseher

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
Seite 38, Aufgabe 11 a,b,c
Umziehen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2:
Woordenpuzzle: werk als duo.
Leg het plaatje met de juiste vertaling voor je neer.
timer
6:00

Slide 5 - Tekstslide


"Umziehen" - dat betekent ...
A
vertrekken
B
omkleden
C
verhuizen
D
uit gaan stappen

Slide 6 - Quizvraag


"Brauchen" - betekent in het Duits:
A
gebruik
B
ruiken
C
iets nodig hebben
D
boodschappen doen

Slide 7 - Quizvraag


"Manchmal" - betekent in het Duits:
A
nooit
B
soms
C
meerde keren
D
altijd

Slide 8 - Quizvraag


"Hochhaus" - dat is een ...
A
rijtjeshuis
B
caravan
C
flatgebouw
D
tiny house

Slide 9 - Quizvraag


Hoe vertaal je "irgendwo" naar het Nederlands?
A
ergens
B
nergens
C
waar
D
dorp

Slide 10 - Quizvraag


"Geschäft" - dat is in het Nederlands een ...
A
winkel
B
school
C
markt
D
shoppingcenter

Slide 11 - Quizvraag

Het werkwoord "wohnen" vervoegen.
Sleep de desbetreffende uitgang naar de juiste plek
:
ich          wohn

du           wohn

er/sie/es wohn

wir          wohn

ihr           wohn

sie/Sie    wohn
e
st
t
en
en
t

Slide 12 - Sleepvraag

das Schlafzimmer
die Dusche
der Garten
die Küche
die Toilette 
Verbindt de benaming met het passende plaatje:

Slide 13 - Sleepvraag


Hoeveel huurwoningen bestaan in Duitsland?
A
ca. 10 Mio
B
ca. 43 Mio
C
ca. 21 Mio
D
ca. 100 Mio

Slide 14 - Quizvraag


Welke percentages / verdelingen kloppen?
In Duitsland hebben x% eigendom en x% huren.
A
ca. 42,1% eigendom, 57,9% huur
B
ca. 69% eigendom, ca. 31% huur
C
ca. 50% eigendom, 50% huur
D
ca. 25% eigendom, 75% huur

Slide 15 - Quizvraag


Het duurste huis c.q. woning (725 m2) in Duitsland werd verkocht voor ...
A
10 Mio Euro
B
16 Mio Euro
C
5 Mio Euro
D
22 Mio Euro

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachten

Seite 36 opdracht 6 & 7

Seite 37 opdracht 9 & 10

Seite 39 opdracht 12

Slide 17 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

En nu... spullen pakken ... en ... Tschüss! 

Slide 19 - Tekstslide