Middeleeuwse stad




4. De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




4. De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad

Slide 1 - Tekstslide

Door wie ontstonden nieuwe middeleeuwse steden?
A
Heer
B
Handelaars
C
Ambachtslieden
D
Boeren

Slide 2 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste markten?
A
In het centrum van de stad
B
In de buurt van een oude Romeinse stad
C
Op kruispunten van wegen en/of rivieren of in de buurt van een kasteel
D
Vlakbij waar de Hanze zit

Slide 3 - Quizvraag

Wie bezat de grond waar een stad ontstond?
A
De feodale heer
B
De stadsbewoners
C
De handelaars
D
Niemand, vrije grond

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
A C B D
B
C D B A
C
D C A B
D
B D A C

Slide 5 - Quizvraag

Hoe verkregen de steden stadsrechten?
A
Vragen aan de heer of het mag
B
Kopen rechten af
C
Ze eigenen zichzelf het recht toe
D
Ze vragen het aan de koning

Slide 6 - Quizvraag

Stadsrechten noemen we zeker niet zo:
A
privileges
B
schepenen
C
vrijheden
D
voorrechten

Slide 7 - Quizvraag

Wie bestuurde de stad?
A
Heer
B
Schout
C
Koning
D
Schepenen

Slide 8 - Quizvraag

Hij is de voorzitter van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Heer

Slide 9 - Quizvraag

Welke stadsrechten heb je gevonden?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ambachtslieden
Marginalen
Patriciërs
Kooplieden
Ambachtsman
Het patriciaat
Handelaars
Handwerklieden
Uitgestotenen

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel %van de stadsbevolking was het patriciaat?
A
5%
B
10%
C
15%
D
20%

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een gilde?
A
Vereniging van kooplieden in een stad
B
Vereniging van ambachtslieden in een stad
C
Vereniging van kooplieden in verschillende steden
D
Vereniging van ambachtslieden in verschillende steden

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voordeel van bij de Hanze aangesloten te zijn?
A
Andere landen doen niet mee
B
Geen of minder tol te betalen
C
Veiliger
D
Afspraken maken met leveranciers over speciale prijzen.

Slide 18 - Quizvraag

middenstand
kleine ambachten
verdienen vrij goed
verkopen aan atelier
loonarbeiders
weinig betaald
grote ambachten
werken voor patriciaat

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is de juiste volgorde voor de opleiding tot ambachtsman?
A
Gezel, meester, leerjongen
B
Gezel, leerjongen, meester
C
Meester, leerjongen, gezel
D
Leerjongen, gezel, meester

Slide 20 - Quizvraag

Leerjongen
Gezel
Meester
Verdient loon
Mag eigen zaak uitbaten
Vanaf 6 jaar
Woont bij meester in
Werkt bij meester
betaalt leergeld
Lid van ambacht
Opleiding = 7 jaar
Geschoolde werkman
Leert ambacht

Slide 21 - Sleepvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde of ambacht.
Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
mondelinge proef
B
tentamen
C
meesterproef
D
ambachtsexamen

Slide 22 - Quizvraag

Een gruwelijk goede opdracht!
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden

Slide 23 - Sleepvraag


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 24 - Tekstslide

joden
prostituees
melaatsen
mismaakten
homoseksuelen

Slide 25 - Sleepvraag

Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 26 - Quizvraag

Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide